Voorstoelen en achterbank
Correcte houding
De stoel, de hoofdsteun, de gordel en de airbag vormen een combinatie die zorgt voor een optimale veiligheid. Een juist gebruik geeft een maximale bescherming.
Stel de stoel zo in dat u de veiligheidsgordel goed kunt dragen en u zo ver mogelijk van de airbag zit:
- Ga rechtop zitten met beide voeten op de vloer en met de rugleuning in een rechtopstand.
- Zorg dat u goed bij de pedalen kunt en dat uw armen iets gebogen zijn als u het Yoke-stuur (of stuurwiel) vastpakt. De afstand tussen borst en het midden van de airbag moet minstens 25 cm bedragen.
- Leg de schoudergordel midden over uw schouder, zorg dat uw nek vrij blijft. Leg de heupgordel strak over de heupen, niet over uw buik.
Model S Voorstoelen hebben ingebouwde hoofdsteunen die niet versteld of verwijderd kunnen worden.
De voorstoelen verstellen
- Zet de stoel naar voren/achteren en verstel de hoogte en hellingshoek van de stoel.
- Rugleuning verstellen.
- Lendensteun verstellen.
Stoelen kalibreren
Neerklapbare achterbank
Model S heeft een in delen neerklapbare achterbank.
Verwijder alle spullen van de achterbank en van de vloer voordat u de achterbank neerklapt. Het kan zijn dat de voorstoelen iets naar voren geschoven moeten worden om de achterbank helemaal neer te kunnen klappen. Om zitplaats achterin neer te klappen, drukt u op de betreffende knop aan de achterkant van de stoel.
U kunt de achterbank ook volledig naar voren neerklappen door op de betreffende schakelaar links in de achterbak te drukken. Als u op de schakelaar drukt, wordt de bank ontgrendeld. U kunt deze vervolgens omlaagdrukken om hem volledig neer te klappen.
Om de achterbank weer rechtop te zetten, trekt u deze omhoog totdat deze op zijn plaats wordt vergrendeld. Trek de rugleuning even naar voren toe om te controleren of deze goed vastzit.
Hoofdsteunen
De voorstoelen zijn voorzien van geïntegreerde hoofdsteunen die u niet kunt verstellen.
De buitenste zitplaatsen op de achterbank zijn voorzien van een verstelbare hoofdsteun die kan worden verhoogd/verlaagd of verwijderd. De hoofdsteun moet altijd omhoog staan en vergrendeld zijn (zodat het midden van de steun zich op de hoogte van het midden van het hoofd van de inzittende bevindt) wanneer er een passagier op de stoel zit die niet in een kinderzitje zit.
Til de hoofdsteun naar de gewenste positie. Om de hoofdsteun helemaal omlaag te zetten, houdt u de knop in de buitenste stang ingedrukt terwijl u de hoofdsteunen omlaagdrukt.
Een hoofdsteun verwijderen:
- Til de hoofdsteun op om deze hoger te zetten.
- Houd de knop aan de onderkant van de rechterstang ingedrukt.
- Steek een kort, plat voorwerp (zoals een kleine schroevendraaier met platte kop) in de opening binnen aan de onderkant van de tegenoverliggende stang en trek de hoofdsteun omhoog.
Stoelverwarming
Alle stoelen bevatten verwarmingskussens. Bovendien zijn beide voorstoelen geventileerd. U kunt de stoelverwarming van alle zitplaatsen bedienen via het touchscreen.