Aanwijzingen voor sleepdiensten
NIET TRANSPORTEREN MET DE WIELEN OP DE GROND
De motoren vóór en achter in de Model S genereren stroom als de wielen draaien. Transporteer de Model S altijd met alle vier de wielen van de grond. Zorg ervoor dat de wielen tijdens het transport niet kunnen draaien.
Transporteer de Model S niet op andere manieren dan aangegeven door Tesla. Volg de instructies in de volgende hoofdstukken en neem alle waarschuwingen en aandachtspunten in acht. Schade ten gevolge van verkeerd transport van de auto valt niet onder de garantie.
Goedgekeurde transportmethoden
Transport van de Model S op een autoambulance of vergelijkbaar transportvoertuig is de aanbevolen transportmethode. Op een autoambulance mag de auto zowel in de rijrichting als tegen de rijrichting in worden geplaatst.
Als de Model S zonder autoambulance moet worden getransporteerd, moeten wielliften en dolly's worden gebruikt om er voor te zorgen dat alle vier de wielen van de grond zijn. Deze methode mag uitsluitend over een afstand van maximaal 55 km worden gebruikt en de voorgeschreven rijsnelheid van de fabrikant van de dolly mag niet worden overschreden. Bij deze methode raadt Tesla aan de auto in de rijrichting te plaatsen, zodat de voorwielen zijn geheven en de achterwielen op de dolly's rusten.
Luchtveringssysteem met automatische hoogteregeling uitschakelen
Als de Model S is uitgerust met het luchtveringssysteem, wordt de hoogte van de auto automatisch ingesteld, ook als de auto is uitgeschakeld. Zet de auto in de Krik-stand om de hoogteregeling uit te schakelen en zo schade te voorkomen:
- Tik op op het touchscreen.
- Trap het rempedaal in en tik dan op Zeer hoog om de auto in de hoogste stand te zetten.
- Tik op .
Transportmodus activeren
De transportmodus zorgt ervoor dat de parkeerrem uitgeschakeld blijft wanneer de Model S op een autoambulance wordt gesleept. Als de transportmodus actief is, wordt een bericht weergegeven dat de auto vrij kan rollen. Het volgende is vereist voor het inschakelen van Transportmodus:
- Laagspanning voeding. U kunt het touchscreen niet gebruiken om de transportmodus in te schakelen wanneer de Model S geen voeding heeft.
- Model S moet een sleutel detecteren. De transportmodus is alleen beschikbaar wanneer een sleutel is gedetecteerd.
- Controleer dat de auto niet is aangesloten op een lader. Transportmodus is niet beschikbaar wanneer de Model S nog is aangesloten op de lader.
Transportmodus activeren:
- Zorg ervoor dat de auto in de stand P (Parkeren) staat.
- Zet de wielen vast met wielblokken en controleer of de Model S goed is geborgd.
- Trap het rempedaal in en houd het ingetrapt en tik dan op het touchscreen op Model S correct transporteert. . Op het touchscreen wordt een bericht weergegeven dat aangeeft hoe u de
- Tik op Transportmodus activeren. De knop wordt blauw, om aan te geven dat de Model S zich nu in de Transportmodus bevindt. Model S kan nu vrij rollen en kan langzaam over korte afstanden worden gerold (niet sneller dan stapvoets) of met een lier worden gesleept (bijvoorbeeld op een auto-ambulance).
Om Transportmodus te annuleren, tikt u op Transportmodus afsluiten of zet u de Model S in de parkeerstand. Als uw telefoonsleutel niet is gedetecteerd, wordt bij het annuleren van Transportmodus de Model S uitgeschakeld. Mogelijk hebt u uw sleutelkaart nodig om de auto opnieuw te starten.
Van voren op autoambulance slepen (met sleepoog)
- Zoek het sleepoog. Het sleepoog bevindt zich in de bagageruimte voor.
-
Maak de afdekking van het sleepoog aan de voorkant los door stevig op de rechterbovenrand ervan te drukken totdat deze naar binnen kantelt en dan het verhoogde deel voorzichtig naar u toe te trekken.
OpmerkingDe afdekking van het sleepoog aan de voorkant is verbonden met de zwarte minklem (-) van de auto.
- Steek het sleepoog volledig in de opening en draai het linksom tot het stevig is bevestigd.
- Bevestig de lierkabel aan het sleepoog.Let op!Controleer of het sleepoog goed vastzit voordat u aan de kabel trekt.
- Transportmodus activeren.
- Sleep de Model S langzaam op de autoambulance.
Van achteren op autoambulance slepen (met sleepoog)
- Zoek het sleepoog. Het sleepoog bevindt zich in de bagageruimte voor.
- Maak de afdekking van het sleepoog aan de achterkant los door stevig op de onderrand ervan te drukken totdat deze naar binnen kantelt en dan het verhoogde deel voorzichtig naar u toe te trekken.
- Steek het sleepoog volledig in de opening en draai het linksom tot het stevig is bevestigd.
- Bevestig de lierkabel aan het sleepoog.Let op!Controleer of het sleepoog goed vastzit voordat u aan de kabel trekt.
- Transportmodus activeren.
- Sleep de Model S langzaam op de autoambulance.
Van voren op autoambulance slepen (zonder sleepoog)
Het wordt ten zeerste aanbevolen dat u de lier bevestigt aan het sleepoog van uw auto, zoals hiervóór is beschreven. Als het sleepoog echter niet aanwezig is (door verlies, verkeerde plaatsing etc.), leest u in de volgende instructies hoe u de sleepbanden bevestigt.
- Bevestig de sleepbanden aan beide ophangingsarmen, onder de voorkant van de auto. Let op!Bevestig de sleepbanden niet aan andere onderdelen van de ophanging. Bevestig de sleepbanden uitsluitend aan de ophangingsarmen, zoals hieronder wordt weergegeven.
- Plaats een tussenbescherming (bijvoorbeeld een stuk hout) tussen de sleepstrop en de voertuigbodem om de bodem te beschermen tegen beschadiging.
- Transportmodus activeren.
- Sleep de Model S langzaam op de autoambulance.
De wielen vastzetten
De wielen van de auto moeten worden vastgezet op de autoambulance door middel van de achtpunts bevestigingsmethode.
- Zorg dat de metalen delen van de spanbanden de carrosserie en de velgen niet kunnen raken.
- Leg spanbanden niet over carrosseriedelen en steek ze niet door de wielen.
Als de auto geen voeding heeft
Als de Model S geen laagspanning-voeding heeft, voer dan de volgende stappen uit om de kap te openen of de laagspanning-batterij te starten met startkabels.
- Open de voorklep. Zie De voorklep openen wanneer voeding ontbreekt voor meer informatie over het openen van de voorklep wanneer de auto geen voeding heeft.
- De laagspanning-batterij starten met startkabels (zie Starten met startkabels).