Probleemoplossing bij waarschuwingen
APP_w009Automatic Emergency Braking is niet beschikbaarFunctie wordt mogelijk hersteld bij volgende rit
Betekenis van deze waarschuwing:
De functie Automatic Emergency Braking is niet beschikbaar tijdens de rest van uw huidige rit. Deze waarschuwing geeft niet specifiek aan dat andere remfuncties niet beschikbaar zijn.
Deze waarschuwing kan door verschillende oorzaken aanwezig zijn. Er kunnen andere waarschuwingen aanwezig zijn voor omstandigheden die er ook toe leiden dat Automatic Emergency Braking niet beschikbaar is.
Wat te doen:
Er is gewoonlijk geen actie noodzakelijk. Automatic Emergency Braking is gewoonlijk weer beschikbaar wanneer u begint aan uw volgende rit.
Als deze waarschuwing gedurende verschillende ritten of steeds vaker gedurende meerdere ritten worden weergegeven, wordt aanbevolen om een serviceafspraak te plannen bij uw eerste gelegenheid.
Zie Collision Avoidance Assist voor meer informatie.
APP_w048Autopilot-functies tijdelijk niet beschikbaarFuncties zijn mogelijk hersteld bij volgende rit
Betekenis van deze waarschuwing:
Autopilot-functies zijn momenteel niet beschikbaar op uw auto. Afhankelijk van de configuratie van uw auto, zijn mogelijk de volgende Autopilot-functies uitgeschakeld:
- Automatisch sturen
- Traffic-aware cruise control
- Automatic Emergency Braking
- Forward Collision Warning
- Rijstrook overschrijdingswaarschuwing
Wat te doen:
Deze waarschuwing kan verschillende redenen hebben. Controleer of er meer waarschuwingen zijn die de oorzaak van deze omstandigheid aangeven.
Meestal zijn de Autopilot-functies bij uw volgende rit hersteld. Als deze waarschuwing zich na verschillende ritten blijft voordoen, maak dan een serviceafspraak op een voor u geschikt moment.
Zie Over Autopilot voor meer informatie en de volledige lijst van Autopilot-functies.
APP_w207Automatisch sturen tijdelijk niet beschikbaar
Betekenis van deze waarschuwing:
Automatisch sturen is tijdelijk niet beschikbaar Dit kan een tijdelijke toestand zijn die wordt veroorzaakt door een externe factor, zoals:
- Ontbrekende of vervaagde rijstrookmarkeringen.
- Smalle of slingerende wegen.
- Slecht zicht door regen, sneeuw, mist of andere weersomstandigheden.
- Extreem hoge of lage temperaturen.
- Fel licht door koplampen van tegenliggers, direct zonlicht of andere lichtbronnen.
Deze waarschuwing is ook aanwezig als u de maximale snelheid voor Automatisch sturen hebt overschreden wanneer Automatisch sturen actief is. In dat geval zal Automatisch sturen niet meer beschikbaar zijn gedurende de rest van uw huidige rit.
Wat te doen:
Rijd verder naar uw bestemming. Als Automatisch sturen niet beschikbaar is op het moment dat u uw bestemming bereikt en ook bij uw volgende geplande rit niet beschikbaar is, controleer dan op het volgende:
- Schade of obstakels door modder, ijs, sneeuw of andere omgevingsfactoren
- Obstakel door een object dat aan de auto is bevestigd, bijvoorbeeld een fietsendrager
- Obstakels veroorzaakt door het aanbrengen van lak of zelfklevende producten op de auto, zoals folie, stickers, rubbercoating
- Een beschadigde of scheve bumper
Als er geen duidelijke belemmeringen zijn of wanneer u schade aan het voertuig constateert, maakt dan een serviceafspraak op een voor u geschikt moment. U kunt tot die tijd met uw auto blijven rijden.
Zie Autopilot-functies voor meer informatie.
APP_w218Snelheidslimiet Automatisch sturen overschredenNeem de besturing over
Betekenis van deze waarschuwing:
Automatisch sturen is niet beschikbaar omdat uw auto de maximale snelheid voor deze Driver Assistance-functie heeft overschreden.
Wat te doen:
Neem onmiddellijk de controle over het Yoke-stuur (of stuurwiel) over en houd controle tot u uw bestemming hebt bereikt.
Doorgaans zal Automatisch sturen niet meer beschikbaar zijn gedurende de rest van uw huidige rit. Om dit te resetten moet u uw auto volledig tot stilstand brengen en de parkeerstand inschakelen. Wanneer u Drive inschakelt om naar uw volgende bestemming te rijden, zou Automatisch sturen weer beschikbaar moeten zijn.
Als automatisch sturen bij uw volgende rit niet beschikbaar is en niet-beschikbaar blijft tijdens volgende ritten, maak dan een serviceafspraak op een voor u geschikt moment. U kunt tot die tijd met uw auto blijven rijden.
Zie Autopilot-functies voor meer informatie.
APP_w222Cruise control niet beschikbaarBeperkt zicht camera voorzijde
Betekenis van deze waarschuwing:
Traffic-aware cruise control en Automatisch sturen zijn niet beschikbaar omdat een of meer frontcamera's van uw auto worden belemmerd of verblind door invloeden van buitenaf.
Traffic-aware cruise control en Automatisch sturen blijven niet beschikbaar zolang een frontcamera onvoldoende zicht heeft. Het zicht van de camera's kan gedeeltelijk of volledig worden belemmerd door:
- Vuil op het camera-oppervlak.
- Omgevingsomstandigheden zoals regen, mist, sneeuw of dauw.
- Fel zonlicht of fel licht uit een andere lichtbron.
- Onvoldoende licht of verlichting, zoals onverlichte of slecht verlichte wegen in het donker.
- Condensatie (waterdruppels of mist) op het camera-oppervlak.
- Monotone omgevingskenmerken, zoals tunnelwanden of geluidswanden.
Wat te doen:
Rijd verder naar uw bestemming. U kunt met uw auto blijven rijden.
Dit is vaak een tijdelijk probleem dat vanzelf verdwijnt. Als de waarschuwing aan het eind van uw rit nog steeds aanwezig is:
- Inspecteer en reinig vóór uw volgende geplande rit de omgeving van de frontcamera boven in het midden van de voorruit.
- Controleer het cameraoppervlak op condensvorming, modder of andere verontreiniging en probeer eventuele belemmeringen te verwijderen.
Zie Een camera reinigen voor meer informatie over het verwijderen van vuil of stof uit dat gedeelte van de auto.
Hoewel condens aan de binnenkant van de frontcamerabehuizing niet kan worden weggeveegd, kunt u het aan de hand van deze stappen sneller laten verdwijnen:
- Verwarm het interieur met een hoge temperatuur en inschakelde airco.
- Schakel de voorruitverwarming in.
Als deze waarschuwing blijft aanhouden bij volgende ritten maar er geen belemmering te zien is op de frontcamera, maak dan een serviceafspraak op een voor u geschikt moment. U kunt tot die tijd met uw auto blijven rijden.
APP_w224Cruise control niet beschikbaarGa door met rijden om camera's te kalibreren
Betekenis van deze waarschuwing:
Traffic-aware cruise control en Automatisch sturen zijn niet beschikbaar omdat de camera's op uw auto niet volledig gekalibreerd zijn.
Uw auto moet met grote nauwkeurigheid manoeuvreren wanneer functies zoals Traffic-aware cruise control en Automatisch sturen actief zijn. Voordat deze functies voor het eerst gebruikt kunnen worden, moeten de camera's een eerste zelfkalibratieproces uitvoeren. Af en toe kan de kalibratie van één of meer camera's verloren gaan.
Wat te doen:
Rijd verder naar uw bestemming. U kunt met uw auto blijven rijden.
Traffic-aware cruise control en Automatisch sturen blijven niet beschikbaar totdat de camerakalibratie is voltooid.
Wanneer de kalibratie is voltooid, horen Traffic-aware cruise control en Automatisch sturen beschikbaar te zijn.
Voor uw gemak verschijnt er een voortgangsindicatie voor de kalibratie op het touchscreen. De kalibratie is doorgaans voltooid na een rit van 20-25 miles (32-40 km), maar de afstand kan variëren afhankelijk van de weg- en omgevingsomstandigheden. Een rit over een rechte weg met duidelijk zichtbare rijstrookmarkeringen helpt bijvoorbeeld om de camera's sneller te kalibreren.
Als de waarschuwing aanhoudt en de camerakalibratie niet is voltooid na een rit van 100 miles (160 km) of meer, of wanneer Traffic-aware cruise control en Automatisch sturen niet-beschikbaar blijven ondanks voltooide camerakalibratie, maak dan een serviceafspraak op een voor u geschikt moment. U kunt tot die tijd met uw auto blijven rijden.
APP_w304Camera geblokkeerd of verblindReinig camera of wacht tot het zicht is hersteld
Betekenis van deze waarschuwing:
Door externe omstandigheden hebben een of meer voertuigcamera's beperkt of geen zicht. Wanneer de camera's op uw auto geen nauwkeurige visuele informatie kunnen doorgeven, zijn sommige of alle Autopilot-functies mogelijk tijdelijk niet beschikbaar.
Het zicht van de camera's kan gedeeltelijk of volledig worden belemmerd door:
- Vuil op het camera-oppervlak.
- Omgevingsomstandigheden zoals regen, mist, sneeuw of dauw.
- Fel zonlicht of fel licht uit een andere lichtbron.
- Onvoldoende licht of verlichting, zoals onverlichte of slecht verlichte wegen in het donker.
- Condensatie (waterdruppels of mist) op het camera-oppervlak.
- Monotone omgevingskenmerken, zoals tunnelwanden of geluidswanden.
Wat te doen:
Rijd verder naar uw bestemming. U kunt met uw auto blijven rijden. Dit is vaak een tijdelijk probleem dat wordt opgelost wanneer de condens verdampt of een bepaalde omgevingsomstandigheid of kenmerk niet langer aanwezig is.
Als de waarschuwing niet is verdwenen wanneer u aankomt op uw bestemming, controleer dan de camera-oppervlakken op condensatie, vuil of andere verontreiniging. Zie Camera's voor de plaatsen van de camera's.
Reinig de camera's indien nodig voor uw volgende geplande rit. Zie Een camera reinigen voor aanbevolen reinigingsprocedures.
Als de waarschuwing na het reinigen van de camera's nog steeds wordt weergegeven, controleer dan de interne vlakken van de camerabehuizingen in de portierstijlen op condensatie. Hoewel condens aan de binnenkant van de camerabehuizingen niet kan worden weggeveegd, kunt u het aan de hand van deze stappen sneller laten verdwijnen:
- Verwarm het interieur voor door de climate control in te schakelen, de temperatuur in te stellen op Hoog en ervoor te zorgen dat de airco is ingeschakeld.
- Schakel de voorruitverwarming in.
- Richt de ventilatieroosters op de camera's in de portierstijlen.
Zie Een camera reinigen voor meer informatie over het verwijderen van condens uit camerabehuizingen.
Als de waarschuwing niet verdwijnt tegen het einde van uw volgende geplande rit, ondanks het reinigen van de aangegeven camera('s) en het opvolgen van de aanbevolen stappen om condensatie te verwijderen, maak dan een serviceafspraak op een voor u geschikt moment. U kunt tot die tijd met uw auto blijven rijden.
BMS_a067Prestaties hoogspanningsbatterij beperktRijden OK - plan binnenkort serviceafspraak
Betekenis van deze waarschuwing:
Uw auto heeft een interne conditie in de hoogspanningsbatterij gedetecteerd die de prestaties van de batterij beperkt. Service is vereist voor herstel van de volledige prestaties.
Het maximale bereik van uw auto neemt mogelijk af en het opladen van uw auto kan langer duren dan voorheen. Maximale laadsnelheden variëren, zoals altijd, afhankelijk van locatie, stroombron en laadapparatuur.
Wat te doen:
U kunt met uw auto blijven rijden.
Het wordt aanbevolen om een serviceafspraak te plannen bij uw eerste gelegenheid. Zonder service kunnen het maximale bereik en de oplaadprestaties van uw auto verder afnemen en beginnen mogelijk ook het vermogen en de acceleratie tijdens het rijden af te nemen.
Zolang deze waarschuwing aanwezig is, dient u het oplaadniveau van uw auto op 30% of hoger te houden om afwijkingen tussen het geschatte bereik dat wordt weergegeven op het touchscreen van uw auto en het werkelijke niveau van de hoogspanningsbatterij te voorkomen.
Zie Informatie hoogspanningsbatterij voor meer informatie over het hoogspanningsbatterijsysteem.
BMS_a068Hoogspanningsbatterij vereist serviceAcceleratie en oplaadprestaties verminderd
Betekenis van deze waarschuwing:
Uw auto heeft een interne conditie in de hoogspanningsbatterij gedetecteerd die de prestaties van de batterij beperkt.
U merkt mogelijk dat de topsnelheid van uw auto is afgenomen en dat de auto langzamer dan normaal op acceleratieverzoeken reageert.
Het maximale bereik van uw auto neemt mogelijk af en het opladen van uw auto kan langer duren dan voorheen. Maximale laadsnelheden variëren, zoals altijd, afhankelijk van locatie, stroombron en laadapparatuur.
Service is vereist voor herstel van de volledige prestaties.
Wat te doen:
U kunt met uw auto blijven rijden.
Het wordt aanbevolen om een serviceafspraak te plannen bij uw eerste gelegenheid. Zonder service kunnen het vermogen, de acceleratie, het bereik en de oplaadprestaties van auto verminderd blijven.
Zolang deze waarschuwing aanwezig is, dient u het oplaadniveau van uw auto op 30% of hoger te houden om afwijkingen tussen het geschatte bereik dat wordt weergegeven op het touchscreen van uw auto en het werkelijke niveau van de hoogspanningsbatterij te voorkomen.
Zie Informatie hoogspanningsbatterij voor meer informatie over het hoogspanningsbatterijsysteem.
BMS_a069Batterijniveau laagNu opladen
Betekenis van deze waarschuwing:
Uw auto heeft gedetecteerd dat de hoogspanningsbatterij onvoldoende resterende energie bevat om het rijden te ondersteunen. Deze waarschuwing is normaal gesproken aanwezig omdat het laadniveau van de hoogspanningsbatterij van uw auto is afgenomen tijdens normaal gebruik.
Uw auto kan niet rijden of blijven rijden totdat deze is opgeladen.
Als deze waarschuwing aanwezig is terwijl u aan het rijden bent, moet uw auto worden uitgeschakeld. Er moet een afzonderlijke voertuigwaarschuwing aanwezig zijn om deze toestand aan te geven. Het is ook mogelijk dat uw auto onverwacht wordt uitgeschakeld.
Als deze waarschuwing aanwezig is wanneer uw auto is geparkeerd, kunt u mogelijk niet rijden.
Wat te doen:
Laad uw auto onmiddellijk op. Nadat u de auto hebt opgeladen, moet u weer kunnen rijden.
Als deze waarschuwing tijdens opeenvolgende ritten verschijnt, ondanks dat een batterijniveau van 5% of hoger wordt weergegeven, dient u een serviceafspraak te maken bij uw eerste gelegenheid.
Zie Informatie hoogspanningsbatterij voor meer informatie over het hoogspanningsbatterijsysteem.
Zie Instructies voor het laden voor meer informatie over opladen.BMS_a074
BMS_a074Maximaal batterijniveau afgenomenRijden OK - Service plannen
Betekenis van deze waarschuwing:
Uw auto heeft een interne conditie in de hoogspanningsbatterij gedetecteerd die de prestaties van de batterij beperkt. Hierdoor nemen het maximale laadniveau en het bereik af. Service is vereist voor herstel van de volledige prestaties.
Wat te doen:
- U kunt met uw auto blijven rijden. U auto kan worden opgeladen wanneer het laadniveau lager is dan 50%. Het opladen wordt niet gestart wanneer het laadniveau al hoger is dan 50%.
- Als deze waarschuwing zich blijft voordoen, maak dan een serviceafspraak op een voor u geschikt moment. Zonder service merkt u mogelijk dat het maximale laadniveau en bereik van uw auto afneemt.
- Voor meer informatie over het hoogspanningsbatterijsysteem, zie
BMS_a079Opladen niet mogelijk - Maximaal laadniveau bereiktMaximaal batterijniveau afgenomen - Service plannen
Betekenis van deze waarschuwing:
Uw auto heeft een interne conditie in de hoogspanningsbatterij gedetecteerd die het opladen van de batterij beperkt tot een laadniveau van 50%.
Wat te doen:
- U kunt met uw auto blijven rijden. U auto kan worden opgeladen wanneer het laadniveau lager is dan 50%. Het opladen wordt niet gestart wanneer het laadniveau al hoger is dan 50%.
- Als deze waarschuwing zich blijft voordoen, maak dan een serviceafspraak op een voor u geschikt moment. Zonder service merkt u mogelijk dat het maximale laadniveau en bereik van uw auto afneemt.
- Voor meer informatie over het hoogspanningsbatterijsysteem, zie
CC_a001Kan niet opladen: onvoldoende aardingDe juiste bedrading of aarding van het stopcontact moet worden geverifieerd
Betekenis van deze waarschuwing:
Geen aardaansluiting gedetecteerd in de Wall Connector.
Wat te doen:
Laat de Wall Connector controleren door een elektricien om er zeker van te zijn dat deze goed geaard is. Uw elektricien moet controleren of de juiste aarding op uw stroomonderbreker of stroomverdeelkast en de juiste aansluiting op de Wall Connector aanwezig is.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a002Kan niet opladen: onvoldoende aardingOntkoppel/probeer opn. of gebr. andere app.
Betekenis van deze waarschuwing:
Massaprobleem. Er lekt stroom via een onveilig traject. Mogelijke fout tussen lijn en aarde of nulgeleider en aarde.
Wat te doen:
Probeer opnieuw op te laden door de Wall Connector los te koppelen van het voertuig en vervolgens opnieuw aan te sluiten. Als het probleem aanhoudt, schakel dan de stroomonderbreker naar de Wall Connector UIT en wacht 10 seconden. Schakel de stroomonderbreker vervolgens weer AAN en probeer de Wall Connector opnieuw op het voertuig aan te sluiten. Als het probleem aanhoudt, raadpleeg dan uw elektricien of neem contact op met Tesla.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a003Kan niet opladen: Wall Connector ALS actiefOntkoppel/probeer opn. of gebr. andere app.
Betekenis van deze waarschuwing:
Massaprobleem. Er lekt stroom via een onveilig traject. Mogelijke fout tussen lijn en aarde of nulgeleider en aarde.
Wat te doen:
Probeer opnieuw op te laden door de Wall Connector los te koppelen van het voertuig en vervolgens opnieuw aan te sluiten. Als het probleem aanhoudt, schakel dan de stroomonderbreker naar de Wall Connector UIT en wacht 10 seconden. Schakel de stroomonderbreker vervolgens weer AAN en probeer de Wall Connector opnieuw op het voertuig aan te sluiten. Als het probleem aanhoudt, raadpleeg dan uw elektricien of neem contact op met Tesla.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a004Kan niet opladen: probleem met Wall ConnectorOnderhoud Wall Connector noodzakelijk
Betekenis van deze waarschuwing:
- Schakelaar werkt niet
- Zelftest van intern aardlekbewakingscircuit is mislukt
- Thermische sensor is losgekoppeld
- Problemen met andere hardwarecomponenten
Wat te doen:
Er is een intern probleem gedetecteerd door de Wall Connector.
- Probeer opnieuw op te laden door de Wall Connector los te koppelen van het voertuig en vervolgens opnieuw aan te sluiten.
- Als het probleem aanhoudt, schakel dan de stroomonderbreker voor de Wall Connector UIT, wacht 10 seconden, en schakel de stroomonderbreker weer IN. Probeer de Wall Connector vervolgens opnieuw op het voertuig aan te sluiten.
- Neem als het probleem aanhoudt contact op met een elektricien om te laten controleren of alle draden correct zijn aangesloten en bevestigd volgens de instructies in de installatiehandleiding van de Wall Connector.
- Zodra uw elektricien alle werkzaamheden heeft voltooid en de stroom naar de Wall Connector heeft hersteld, kunt u opnieuw proberen op te laden door de Wall Connector opnieuw aan te sluiten op het voertuig.
- Als het probleem aanhoudt, zijn onderhoudswerkzaamheden aan de Wall Connector noodzakelijk.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a005Kan niet opladen: Wall Connector ALS actiefOntkoppel/probeer opn. of gebr. andere app.
Betekenis van deze waarschuwing:
Massaprobleem. Er lekt stroom via een onveilig traject. Mogelijke fout tussen lijn en aarde of nulgeleider en aarde.
Wat te doen:
Probeer opnieuw op te laden door de Wall Connector los te koppelen van het voertuig en vervolgens opnieuw aan te sluiten. Als het probleem aanhoudt, schakel dan de stroomonderbreker naar de Wall Connector UIT en wacht 10 seconden. Schakel de stroomonderbreker vervolgens weer AAN en probeer de Wall Connector opnieuw op het voertuig aan te sluiten. Als het probleem aanhoudt, raadpleeg dan uw elektricien of neem contact op met Tesla.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a006Kan niet opladen: overstroom Wall ConnectorOntkoppel/probeer opn. of gebr. andere app.
Betekenis van deze waarschuwing:
Overstroombeveiliging
Wat te doen:
Verlaag de ingestelde laadstroom van het voertuig Als het probleem aanhoudt, is onderhoud nodig.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a007Kan niet opladen: ingangsspanning te hoogSpanning moet binnen sterkte WallConn zijn
Betekenis van deze waarschuwing:
Over- en onderspanningsbeveiliging
Wat te doen:
Raadpleeg uw elektricien voor de juiste spanning op de stroomonderbreker voor de Wall Connector.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a008Kan niet opladen: ingangsspanning te laagSpanning moet binnen sterkte WallConn zijn
Betekenis van deze waarschuwing:
Over- en onderspanningsbeveiliging
Wat te doen:
Raadpleeg uw elektricien voor de juiste spanning op de stroomonderbreker voor de Wall Connector.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a009Kan niet opladen: ingang onjuist bedraadIngangsbedrading naar Wall Connector moet worden gecorrigeerd
Betekenis van deze waarschuwing:
Bedradingsfout ingang: lijn en nulgeleider zijn mogelijk verwisseld.
Wat te doen:
De bedrading tussen het wandcontact en de Wall Connector is onjuist. Raadpleeg uw elektrotechnicus.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a010Kan niet opladen: probleem met Wall ConnectorOnderhoud Wall Connector noodzakelijk
Betekenis van deze waarschuwing:
- Schakelaar werkt niet
- Zelftest van intern aardlekbewakingscircuit is mislukt
- Thermische sensor is losgekoppeld
- Problemen met andere hardwarecomponenten
Wat te doen:
Er is een intern probleem gedetecteerd door de Wall Connector.
- Probeer opnieuw op te laden door de Wall Connector los te koppelen van het voertuig en vervolgens opnieuw aan te sluiten.
- Als het probleem aanhoudt, schakel dan de stroomonderbreker voor de Wall Connector UIT, wacht 10 seconden, en schakel de stroomonderbreker weer IN. Probeer de Wall Connector vervolgens opnieuw op het voertuig aan te sluiten.
- Neem als het probleem aanhoudt contact op met een elektricien om te laten controleren of alle draden correct zijn aangesloten en bevestigd volgens de instructies in de installatiehandleiding van de Wall Connector.
- Zodra uw elektricien alle werkzaamheden heeft voltooid en de stroom naar de Wall Connector heeft hersteld, kunt u opnieuw proberen op te laden door de Wall Connector opnieuw aan te sluiten op het voertuig.
- Als het probleem aanhoudt, zijn onderhoudswerkzaamheden aan de Wall Connector noodzakelijk.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a011Kan niet opladen: Wall Connector te warmLaat Wall Connector afkoelen/probeer opnieuw
Betekenis van deze waarschuwing:
Beveiliging tegen te hoge temperatuur (uitschakelcontact).
Wat te doen:
Zorg ervoor dat de Wall Connector niet door iets wordt bedekt en er geen warmtebron nabij is. Als het probleem aanhoudt bij normale omgevingstemperaturen (lager dan 38 °C), is onderhoud nodig.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a012Kan niet opladen: Wall Connector te warmStopcontact of bedrading Wall Connector moet worden gecontroleerd
Waarschuwingen dat de Wall Connector een hoge temperatuur detecteert, geven aan dat de gebouwaansluiting naar de Wall Connector te warm wordt en het opladen is gestopt om de bedrading en de Wall Connector te beschermen.
Dit is meestal geen probleem met uw auto of Wall Connector, maar met de bedrading van het gebouw. Dit kan worden veroorzaakt door een losse draadverbinding van het gebouw met de Wall Connectors en kan snel worden opgelost door een elektricien.
Probeer het volgende om de normale oplaadwerking te hervatten.
Als de Wall Connector is aangesloten op een stopcontact, controleer dan of:
- De stekker volledig in het stopcontact is gestoken
- De omgeving van de stekker/het stopcontact niet door iets wordt geblokkeerd of bedekt
- Er zich geen warmtebron in de buurt bevindt
Als het probleem aanhoudt of de Wall Connector vast is bekabeld, laat de draadaansluiting van het gebouw met de Wall Connector dan controleren door een elektricien. De elektricien moet controleren of alle draden correct zijn aangesloten en vastgezet volgens de installatiehandleiding van de Wall Connectors.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a013Kan niet opladen: laadgreep te warmControleer laadgreep of laadpoort op vuil
Betekenis van deze waarschuwing:
Beveiliging tegen te hoge temperatuur (uitschakelcontact).
Wat te doen:
Zorg ervoor dat de connector volledig in de oplaadingang van de laadaansluiting van de auto is gestoken, niet door iets wordt afgedekt en er geen warmtebron nabij is. Als het probleem aanhoudt bij normale omgevingstemperaturen (lager dan 38 °C), is onderhoud nodig.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a014Kan niet opladen: probleem met Wall ConnectorOnderhoud Wall Connector noodzakelijk
Betekenis van deze waarschuwing:
- Schakelaar werkt niet
- Zelftest van intern aardlekbewakingscircuit is mislukt
- Thermische sensor is losgekoppeld
- Problemen met andere hardwarecomponenten
Wat te doen:
Er is een intern probleem gedetecteerd door de Wall Connector.
- Probeer opnieuw op te laden door de Wall Connector los te koppelen van het voertuig en vervolgens opnieuw aan te sluiten.
- Als het probleem aanhoudt, schakel dan de stroomonderbreker voor de Wall Connector UIT, wacht 10 seconden, en schakel de stroomonderbreker weer IN. Probeer de Wall Connector vervolgens opnieuw op het voertuig aan te sluiten.
- Neem als het probleem aanhoudt contact op met een elektricien om te laten controleren of alle draden correct zijn aangesloten en bevestigd volgens de instructies in de installatiehandleiding van de Wall Connector.
- Zodra uw elektricien alle werkzaamheden heeft voltooid en de stroom naar de Wall Connector heeft hersteld, kunt u opnieuw proberen op te laden door de Wall Connector opnieuw aan te sluiten op het voertuig.
- Als het probleem aanhoudt, zijn onderhoudswerkzaamheden aan de Wall Connector noodzakelijk.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a015Kan niet opladen: probleem met autoverbindingSteek laadgreep volledig in laadpoort
Betekenis van deze waarschuwing:
Er is een communicatiefout opgetreden tussen de Wall Connector en het voertuig.
Wat te doen:
Probeer opnieuw op te laden door de Wall Connector los te koppelen van het voertuig en vervolgens opnieuw aan te sluiten.
- Als het probleem aanhoudt, schakel dan de stroomonderbreker naar de Wall Connector UIT en wacht 10 seconden. Schakel de stroomonderbreker vervolgens weer AAN en probeer de Wall Connector opnieuw op het voertuig aan te sluiten.
- Als het probleem aanhoudt en er andere laadapparatuur beschikbaar is, sluit het voertuig dan aan op een andere Wall Connector of een mobile connector om te bepalen of het voertuig kan communiceren met andere laadapparatuur.
- Als het probleem aanhoudt, is onderhoud nodig.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a016Kan niet opladen: probleem met autoverbindingSteek laadgreep volledig in laadpoort
Betekenis van deze waarschuwing:
Er is een communicatiefout opgetreden tussen de Wall Connector en het voertuig.
Wat te doen:
Probeer opnieuw op te laden door de Wall Connector los te koppelen van het voertuig en vervolgens opnieuw aan te sluiten.
- Als het probleem aanhoudt, schakel dan de stroomonderbreker naar de Wall Connector UIT en wacht 10 seconden. Schakel de stroomonderbreker vervolgens weer AAN en probeer de Wall Connector opnieuw op het voertuig aan te sluiten.
- Als het probleem aanhoudt en er andere laadapparatuur beschikbaar is, sluit het voertuig dan aan op een andere Wall Connector of een mobile connector om te bepalen of het voertuig kan communiceren met andere laadapparatuur.
- Als het probleem aanhoudt, is onderhoud nodig.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a017Kan niet opladen: probleem met autoverbindingSteek laadgreep volledig in laadpoort
Betekenis van deze waarschuwing:
Er is een communicatiefout opgetreden tussen de Wall Connector en het voertuig.
Wat te doen:
Probeer opnieuw op te laden door de Wall Connector los te koppelen van het voertuig en vervolgens opnieuw aan te sluiten.
- Als het probleem aanhoudt, schakel dan de stroomonderbreker naar de Wall Connector UIT en wacht 10 seconden. Schakel de stroomonderbreker vervolgens weer AAN en probeer de Wall Connector opnieuw op het voertuig aan te sluiten.
- Als het probleem aanhoudt en er andere laadapparatuur beschikbaar is, sluit het voertuig dan aan op een andere Wall Connector of een mobile connector om te bepalen of het voertuig kan communiceren met andere laadapparatuur.
- Als het probleem aanhoudt, is onderhoud nodig.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a018Kan niet opladen: probleem met autoverbindingSteek laadgreep volledig in laadpoort
Betekenis van deze waarschuwing:
Er is een communicatiefout opgetreden tussen de Wall Connector en het voertuig.
Wat te doen:
Probeer opnieuw op te laden door de Wall Connector los te koppelen van het voertuig en vervolgens opnieuw aan te sluiten.
- Als het probleem aanhoudt, schakel dan de stroomonderbreker naar de Wall Connector UIT en wacht 10 seconden. Schakel de stroomonderbreker vervolgens weer AAN en probeer de Wall Connector opnieuw op het voertuig aan te sluiten.
- Als het probleem aanhoudt en er andere laadapparatuur beschikbaar is, sluit het voertuig dan aan op een andere Wall Connector of een mobile connector om te bepalen of het voertuig kan communiceren met andere laadapparatuur.
- Als het probleem aanhoudt, is onderhoud nodig.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a019Kan niet opladen: probleem met autoverbindingSteek laadgreep volledig in laadpoort
Betekenis van deze waarschuwing:
Er is een communicatiefout opgetreden tussen de Wall Connector en het voertuig.
Wat te doen:
Probeer opnieuw op te laden door de Wall Connector los te koppelen van het voertuig en vervolgens opnieuw aan te sluiten.
- Als het probleem aanhoudt, schakel dan de stroomonderbreker naar de Wall Connector UIT en wacht 10 seconden. Schakel de stroomonderbreker vervolgens weer AAN en probeer de Wall Connector opnieuw op het voertuig aan te sluiten.
- Als het probleem aanhoudt en er andere laadapparatuur beschikbaar is, sluit het voertuig dan aan op een andere Wall Connector of een mobile connector om te bepalen of het voertuig kan communiceren met andere laadapparatuur.
- Als het probleem aanhoudt, is onderhoud nodig.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a020Kan niet opladen: probleem met Wall ConnectorOnderhoud Wall Connector noodzakelijk
Betekenis van deze waarschuwing:
- Schakelaar werkt niet
- Zelftest van intern aardlekbewakingscircuit is mislukt
- Thermische sensor is losgekoppeld
- Problemen met andere hardwarecomponenten
Wat te doen:
Er is een intern probleem gedetecteerd door de Wall Connector.
- Probeer opnieuw op te laden door de Wall Connector los te koppelen van het voertuig en vervolgens opnieuw aan te sluiten.
- Als het probleem aanhoudt, schakel dan de stroomonderbreker voor de Wall Connector UIT, wacht 10 seconden, en schakel de stroomonderbreker weer IN. Probeer de Wall Connector vervolgens opnieuw op het voertuig aan te sluiten.
- Neem als het probleem aanhoudt contact op met een elektricien om te laten controleren of alle draden correct zijn aangesloten en bevestigd volgens de instructies in de installatiehandleiding van de Wall Connector.
- Zodra uw elektricien alle werkzaamheden heeft voltooid en de stroom naar de Wall Connector heeft hersteld, kunt u opnieuw proberen op te laden door de Wall Connector opnieuw aan te sluiten op het voertuig.
- Als het probleem aanhoudt, zijn onderhoudswerkzaamheden aan de Wall Connector noodzakelijk.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a021Kan niet opladen: geen Master Wall ConnectorControleer of primaire unit ingeschakeld en beschikbaar is
Betekenis van deze waarschuwing:
Netwerk waarin de belasting wordt gedeeld (lastverschuiving): Slechts één (dus niet meer dan één) Wall Connector moet worden ingesteld als primair.
Wat te doen:
Slechts één Wall Connector kan worden ingesteld op een primaire configuratie. Laat uw elektricien bevestigen dat:
- Slechts één van de Wall Connectors is ingesteld als primair.
- Alle andere Wall Connectors die aan de primaire unit zijn gekoppeld, zijn ingesteld op de gekoppelde positie (positie F).
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a022Kan niet opladen: meer dan 1 primaire unitZorg dat maar 1 WallConn Master als primair is ingesteld
Betekenis van deze waarschuwing:
Netwerk waarin de belasting wordt gedeeld (lastverschuiving): Slechts één (dus niet meer dan één) Wall Connector moet worden ingesteld als primair.
Wat te doen:
Slechts één Wall Connector kan worden ingesteld op een primaire configuratie. Laat uw elektricien bevestigen dat:
- Slechts één van de Wall Connectors is ingesteld als primair.
- Alle andere Wall Connectors die aan de primaire unit zijn gekoppeld, zijn ingesteld op de gekoppelde positie (positie F).
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a023Kan niet opladen: te veel Wall ConnectorsNiet > 3 units mogen zijn gekoppeld aan primaire unit.
Betekenis van deze waarschuwing:
Netwerk waarin de belasting wordt gedeeld (lastverschuiving): Er zijn meer dan drie Wall Connectors gekoppeld aan dezelfde primaire unit.
Wat te doen:
Neem contact op met uw elektricien om een of meer gekoppelde Wall Connectors naar een ander circuit te verplaatsen en los te koppelen (ongepaard) van dit Netwerk waarin de belasting wordt gedeeld (lastverschuiving).
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a024Kan niet opladen: lage stroom Wall ConnectorStroominstelling primaire unit moet worden verhoogd
Betekenis van deze waarschuwing:
Onjuiste instelling van draaischakelaar.
Wat te doen:
Laat uw elektricien de interne draaischakelaar van de Wall Connector instellen op een geschikte bedrijfsstroom. Hij moet controleren of de stroomtoevoer naar de Wall Connector is afgesloten. Het verband tussen de instelling van de schakelaar en de stroom moet aan de binnenkant van de Wall Connector vermeld staan. Uw elektricien kan ook het hoofdstuk De bedrijfsstroom instellen raadplegen in de installatiehandleiding van de Wall Connector.
Als de Wall Connector is ingesteld voor belastingsverdeling (lastverschuiving) en gekoppeld aan andere Wall Connectors, moet de draaischakelaar van de primaire unit worden ingesteld op een instelling van de bedrijfsstroom die ervoor zorgt dat elke gekoppelde Wall Connector ten minste 6 A laadstroom ontvangt.
Voorbeeld: Er zijn drie Wall Connectors gekoppeld voor belastingsverdeling. De primaire unit moet worden ingesteld op een stroom van ten minste 3 * 6 A = 18 A of hoger.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a025Kan niet opladen: probleem met Wall ConnectorOnderhoud Wall Connector noodzakelijk
Betekenis van deze waarschuwing:
- Schakelaar werkt niet
- Zelftest van intern aardlekbewakingscircuit is mislukt
- Thermische sensor is losgekoppeld
- Problemen met andere hardwarecomponenten
Wat te doen:
Er is een intern probleem gedetecteerd door de Wall Connector.
- Probeer opnieuw op te laden door de Wall Connector los te koppelen van het voertuig en vervolgens opnieuw aan te sluiten.
- Als het probleem aanhoudt, schakel dan de stroomonderbreker voor de Wall Connector UIT, wacht 10 seconden, en schakel de stroomonderbreker weer IN. Probeer de Wall Connector vervolgens opnieuw op het voertuig aan te sluiten.
- Neem als het probleem aanhoudt contact op met een elektricien om te laten controleren of alle draden correct zijn aangesloten en bevestigd volgens de instructies in de installatiehandleiding van de Wall Connector.
- Zodra uw elektricien alle werkzaamheden heeft voltooid en de stroom naar de Wall Connector heeft hersteld, kunt u opnieuw proberen op te laden door de Wall Connector opnieuw aan te sluiten op het voertuig.
- Als het probleem aanhoudt, zijn onderhoudswerkzaamheden aan de Wall Connector noodzakelijk.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a026Kan niet opladen: probleem met Wall ConnectorOnderhoud Wall Connector noodzakelijk
Betekenis van deze waarschuwing:
- Schakelaar werkt niet
- Zelftest van intern aardlekbewakingscircuit is mislukt
- Thermische sensor is losgekoppeld
- Problemen met andere hardwarecomponenten
Wat te doen:
Er is een intern probleem gedetecteerd door de Wall Connector.
- Probeer opnieuw op te laden door de Wall Connector los te koppelen van het voertuig en vervolgens opnieuw aan te sluiten.
- Als het probleem aanhoudt, schakel dan de stroomonderbreker voor de Wall Connector UIT, wacht 10 seconden, en schakel de stroomonderbreker weer IN. Probeer de Wall Connector vervolgens opnieuw op het voertuig aan te sluiten.
- Neem als het probleem aanhoudt contact op met een elektricien om te laten controleren of alle draden correct zijn aangesloten en bevestigd volgens de instructies in de installatiehandleiding van de Wall Connector.
- Zodra uw elektricien alle werkzaamheden heeft voltooid en de stroom naar de Wall Connector heeft hersteld, kunt u opnieuw proberen op te laden door de Wall Connector opnieuw aan te sluiten op het voertuig.
- Als het probleem aanhoudt, zijn onderhoudswerkzaamheden aan de Wall Connector noodzakelijk.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a027Kan niet opladen: probleem met Wall ConnectorOnderhoud Wall Connector noodzakelijk
Betekenis van deze waarschuwing:
- Schakelaar werkt niet
- Zelftest van intern aardlekbewakingscircuit is mislukt
- Thermische sensor is losgekoppeld
- Problemen met andere hardwarecomponenten
Wat te doen:
Er is een intern probleem gedetecteerd door de Wall Connector.
- Probeer opnieuw op te laden door de Wall Connector los te koppelen van het voertuig en vervolgens opnieuw aan te sluiten.
- Als het probleem aanhoudt, schakel dan de stroomonderbreker voor de Wall Connector UIT, wacht 10 seconden, en schakel de stroomonderbreker weer IN. Probeer de Wall Connector vervolgens opnieuw op het voertuig aan te sluiten.
- Neem als het probleem aanhoudt contact op met een elektricien om te laten controleren of alle draden correct zijn aangesloten en bevestigd volgens de instructies in de installatiehandleiding van de Wall Connector.
- Zodra uw elektricien alle werkzaamheden heeft voltooid en de stroom naar de Wall Connector heeft hersteld, kunt u opnieuw proberen op te laden door de Wall Connector opnieuw aan te sluiten op het voertuig.
- Als het probleem aanhoudt, zijn onderhoudswerkzaamheden aan de Wall Connector noodzakelijk.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a028Kan niet opladen: Instell. schakelaar foutDraaischakelaar Wall Connector moet worden afgesteld
Betekenis van deze waarschuwing:
Onjuiste instelling van draaischakelaar.
Wat te doen:
Laat uw elektricien de interne draaischakelaar van de Wall Connector instellen op een geschikte bedrijfsstroom. Hij moet controleren of de stroomtoevoer naar de Wall Connector is afgesloten. Het verband tussen de instelling van de schakelaar en de stroom moet aan de binnenkant van de Wall Connector vermeld staan. Uw elektricien kan ook het hoofdstuk De bedrijfsstroom instellen raadplegen in de installatiehandleiding van de Wall Connector.
Als de Wall Connector is ingesteld voor belastingsverdeling (lastverschuiving) en gekoppeld aan andere Wall Connectors, moet de draaischakelaar van de primaire unit worden ingesteld op een instelling van de bedrijfsstroom die ervoor zorgt dat elke gekoppelde Wall Connector ten minste 6 A laadstroom ontvangt.
Voorbeeld: Er zijn drie Wall Connectors gekoppeld voor belastingsverdeling. De primaire unit moet worden ingesteld op een stroom van ten minste 3 * 6 A = 18 A of hoger.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a029Kan niet opladen: probleem autoverbindingSteek laadgreep volledig in laadpoort
Betekenis van deze waarschuwing:
Er is een communicatiefout opgetreden tussen de Wall Connector en het voertuig.
Wat te doen:
Probeer opnieuw op te laden door de Wall Connector los te koppelen van het voertuig en vervolgens opnieuw aan te sluiten.
- Als het probleem aanhoudt, schakel dan de stroomonderbreker naar de Wall Connector UIT en wacht 10 seconden. Schakel de stroomonderbreker vervolgens weer AAN en probeer de Wall Connector opnieuw op het voertuig aan te sluiten.
- Als het probleem aanhoudt en er andere laadapparatuur beschikbaar is, sluit het voertuig dan aan op een andere Wall Connector of een mobile connector om te bepalen of het voertuig kan communiceren met andere laadapparatuur.
- Als het probleem aanhoudt, is onderhoud nodig.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a030Kan niet opladen : Primaire / gekoppelde unit niet compatibelStroomwaarden Wall Connector moeten overeenkomen
Betekenis van deze waarschuwing:
Netwerk waarin de belasting wordt gedeeld (lastverschuiving): De gekoppelde Wall Connectors hebben verschillende maximale stroomcapaciteiten.
Wat te doen:
Alleen Wall Connectors met dezelfde maximale stroomcapaciteiten kunnen worden gekoppeld in een (lastverschuivings)netwerk waarin de belasting wordt gedeeld. Laat uw elektricien de typelabels op de Wall Connectors controleren om te kijken of de stroomcapaciteiten overeenkomen. Verder wordt aanbevolen alleen Wall Connectors met hetzelfde onderdeelnummer te koppelen, om er zeker van te zijn dat alle gekoppelde units compatibel zijn.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a041Oplaadsnelh. verlaagd: - wandaansluiting heetContr. bedrading stopcont. of Wall Connector
Betekenis van deze waarschuwing:
Waarschuwingen dat de Wall Connector een hoge temperatuur detecteert, geven aan dat de gebouwaansluiting naar de Wall Connector te warm wordt en het opladen is vertraagd om de bedrading en de Wall Connector te beschermen.
Dit is meestal geen probleem met uw auto of Wall Connector, maar met de bedrading van het gebouw. Dit kan worden veroorzaakt door een losse draadverbinding van het gebouw met de Wall Connectors en kan snel worden opgelost door een elektricien.
Wat te doen:
Laat de draadaansluiting van het gebouw met de Wall Connector controleren door een elektricien. De elektricien moet controleren of alle draden correct zijn aangesloten en vastgezet volgens de installatiehandleiding van de Wall Connectors.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CC_a043Configuratie van de Wall Connector moet worden voltooidRaadpleeg de installatiehandleiding om opladen mogelijk te maken
Betekenis van deze waarschuwing:
Configuratie van Wall Connector is onvolledig.
Wat te doen:
De Wall Connector moet in bedrijf worden gesteld om de grootte van de stroomonderbreker en het type veiligheidsaardverbinding correct te configureren.
Raadpleeg voor meer informatie de procedure voor inbedrijfstelling in de installatiehandleiding van de Wall Connector. Laat de draadaansluiting van het gebouw met de Wall Connector controleren door een elektricien als het probleem zich blijft voordoen. Deze moet ervoor zorgen dat de voedingsuitgang en aardingsaansluitingen correct zijn geconfigureerd volgens de installatiehandleiding voor de Wall Connector.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CP_a004Laadapparatuur niet herkendProbeer opnieuw of probeer andere apparatuur
Betekenis van deze waarschuwing:
De laadpoort kan niet detecteren of een oplaadkabel is aangesloten, of welk type oplaadkabel is aangesloten.
Deze waarschuwing is meestal specifiek voor externe laadapparatuur en stroombronnen en wijst meestal niet op een probleem met uw auto dat kan worden opgelost door een serviceafspraak te maken.
Wat te doen:
Als deze waarschuwingsmelding verschijnt terwijl er een oplaadkabel is aangesloten, bepaal dan of het probleem wordt veroorzaakt door de oplaadapparatuur of door de auto. Probeer de auto op te laden met behulp van andere externe laadapparatuur (zoals laadkabel, laadstation, laadbox, enz.).
- Als de auto wordt opgeladen, werd het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de apparatuur.
- Als de auto nog steeds niet wordt opgeladen, wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de auto.
Als deze waarschuwing wordt weergegeven terwijl een laadkabel niet is aangesloten of wanneer het waarschijnlijk een probleem met het voertuig betreft, inspecteer de laadpoort en de laadkabelconnector op belemmeringen zoals vuil, vocht en/of vreemde voorwerpen. Zorg ervoor dat belemmeringen in de laadpoort zijn verwijderd en dat vocht is opgedroogd en probeer de kabel vervolgens opnieuw aan te sluiten op het laadcontact.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en adapterproducten in de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector of de controlelampjes van de Wall Connector.
Zie Instructies voor het laden voor meer informatie over opladen.
CP_a010Communicatiefout laadapparatuurProbeer opnieuw of probeer andere apparatuur
Betekenis van deze waarschuwing:
Voertuig kan niet worden opgeladen omdat het niet effectief kan communiceren met de externe laadapparatuur. Het kan geen geldig stuursignaal detecteren dat van de laadapparatuur komt.
Deze waarschuwing is meestal specifiek voor externe laadapparatuur en stroombronnen en wijst meestal niet op een probleem met uw auto dat kan worden opgelost door een serviceafspraak te maken.
Wat te doen:
Controleer eerst of het gebrek aan effectieve communicatie wordt veroorzaakt door de externe laadapparatuur en niet door een probleem met uw voertuig. Dit is meestal het geval.
Probeer de auto op te laden met behulp van andere externe laadapparatuur (zoals laadkabel, laadstation, laadbox, enz.).
- Als de auto wordt opgeladen, werd het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de apparatuur.
- Als de auto nog steeds niet wordt opgeladen, wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de auto.
Als het waarschijnlijk een probleem met het voertuig betreft, inspecteer de laadpoort en de laadkabelconnector op belemmeringen zoals vuil, vocht en/of vreemde voorwerpen. Zorg ervoor dat belemmeringen in de laadpoort zijn verwijderd en dat vocht is opgedroogd en probeer de kabel vervolgens opnieuw aan te sluiten op het laadcontact.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en adapterproducten in de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector of de controlelampjes van de Wall Connector.
Zie Instructies voor het laden voor meer informatie over opladen.
CP_a043Storing klepsensor laadcontactLaadcontact werkt mogelijk niet volgens verwachting
Betekenis van deze waarschuwing:
Een van de klepsensoren van het laadcontact werkt niet naar behoren. Wanneer dit gebeurt, is het mogelijk dat het laadcontact de positie van de klep van het laadcontact niet nauwkeurig kan detecteren en het laadcontact werkt mogelijk niet volgens verwachting.
- De laadcontactvergrendeling kan met tussenpozen ingeschakeld blijven wanneer de klep van het laadcontact wordt geopend.
- De laadcontactverlichting kan met tussenpozen gaan branden wanneer de klep van het laadcontact wordt geopend.
Wat te doen:
Probeer de klep van het laadcontact te sluiten en vervolgens weer te openen.
Zie Laadcontact openen voor meer informatie.
Zie Instructies voor het laden voor meer informatie over opladen.
CP_a046Geen communicatie met laadapparatuurControleer stroombron en laadapparatuur
Betekenis van deze waarschuwing:
Het opladen is gestopt omdat communicatie tussen de auto en de externe laadapparatuur is onderbroken.
Deze waarschuwing is meestal specifiek voor externe laadapparatuur en stroombronnen en wijst meestal niet op een probleem met uw auto dat kan worden opgelost door een serviceafspraak te maken.
Wat te doen:
Controleer of de externe laadapparatuur van voeding wordt voorzien. Controleer controlelampjes, displays en andere indicatoren op de apparatuur.
Als de apparatuur niet van voeding wordt voorzien, probeer dan de voedingsbron van de externe laadapparatuur te herstellen.
- Als u de auto bij een openbaar oplaadpunt probeert op te laden en de voeding niet kan worden hersteld, neem dan contact op met de beheerder van het oplaadpunt.
- Als u de auto bij een particulier oplaadpunt probeert op te laden (bijvoorbeeld thuis) en de voeding niet kan worden hersteld, neem dan contact op met een elektricien.
Als de apparatuur van voeding wordt voorzien, probeer dan de auto op te laden met andere externe oplaadapparatuur.
- Als de auto wordt opgeladen, werd het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de apparatuur.
- Als de auto nog steeds niet wordt opgeladen, wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de auto.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en adapterproducten in de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector of de controlelampjes van de Wall Connector.
CP_a051Laadcontact gaat mogelijk niet open bij indrukkenOpen het laadcontact op een andere manier
Betekenis van deze waarschuwing:
Een van de klepsensoren van het laadcontact communiceert niet naar behoren. Het laadcontact herkent mogelijk het verzoek om te openen niet wanneer de klep van het laadcontact wordt ingedrukt.
Wat te doen:
U kunt andere methoden gebruiken om de klep van het laadcontact te openen:
- Gebruik het touchscreen van het voertuig.
- Gebruik de mobiele Tesla-app.
- Terwijl uw auto ontgrendeld is, drukt u op de knop van de laadgreep op een Tesla-laadkabel, bijvoorbeeld een Wall Connector, mobile connector of Supercharger.
- Houd de knop voor de achterbak op de sleutel ingedrukt.
Zie Laadcontact openen voor meer informatie.
CP_a053Opladen niet mogelijk - station geen stroomControleer stroombron/probeer ander station
Betekenis van deze waarschuwing:
Het opladen kan niet beginnen, omdat de laadapparatuur niet gereed is. Er is een oplaadgreep gedetecteerd, maar het laadstation communiceert niet met het voertuig. Dit probleem kan de volgende oorzaken hebben:
- Het laadstation wordt niet van stroom voorzien.
- Het stuursignaal tussen het laadstation en het voertuig wordt onderbroken.
Deze waarschuwing is meestal specifiek voor externe laadapparatuur en stroombronnen en wijst meestal niet op een probleem met uw auto dat kan worden opgelost door een serviceafspraak te maken.
Wat te doen:
Probeer de auto op te laden met behulp van andere laadapparatuur of bij een ander laadstation.
- Als de auto wordt opgeladen, werd het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de apparatuur.
- Als de auto nog steeds niet wordt opgeladen, wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de auto.
Wanneer u een mobile connector of Wall Connector gebruikt, controleer dan eerst de statuslampjes op de voorkant. Als geen statuslampjes branden, controleer dan de stroombron en neemt contact op met een elektricien om de bedrading naar het wandcontact of de Wall Connector van het gebouw te laten controleren om er zeker van te zijn dat alle draden correct zijn aangesloten en bevestigd.
Als u andere externe laadapparatuur gebruikt, raadpleeg dan de handleiding van het product voor informatie over de manier waarop u kunt controleren of het station van stroom wordt voorzien. Neem contact op met een elektricien om de bedrading van het gebouw en de laadapparatuur indien nodig te laten controleren.
Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en adapterproducten in de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector of de controlelampjes van de Wall Connector.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
CP_a054Laadcontactvergrendeling losLaadkabel volledig aansluiten of controleren op belemmering
Betekenis van deze waarschuwing:
De laadpoortvergrendeling kan de oplaadkabel niet vergrendelen in de laadpoort. Als de laadpoortvergrendeling loszit, wordt AC-opladen (bijvoorbeeld opladen met een mobile connector of Wall Connector) beperkt tot 16 A en is DC-snelladen/superchargen niet beschikbaar.
Het lampje van de laadpoort knippert oranje als deze waarschuwingsmelding verschijnt tijdens AC-laden en brandt continu oranje als deze waarschuwingsmelding verschijnt wanneer een poging wordt ondernomen tot DC-snelladen/superchargen.
Deze waarschuwing is meestal specifiek voor externe laadapparatuur en stroombronnen en wijst meestal niet op een probleem met uw auto dat kan worden opgelost door een serviceafspraak te maken.
Wat te doen:
Probeer de oplaadkabel opnieuw helemaal in de laadpoort te steken.
Als uw auto begint met opladen en het laadcontact een groen pulserend licht weergeeft, is de laadkabel mogelijk eerder niet volledig aangesloten. AC-laden zou niet langer beperkt mogen zijn en DC-snelladen/Supercharging moet beschikbaar zijn.
Als het laden nog steeds wordt beperkt of het voertuig niet kan worden opgeladen, inspecteer de laadpoort en de laadkabelconnector op belemmeringen zoals vuil, vocht en/of vreemde voorwerpen. Zorg ervoor dat belemmeringen in de laadpoort zijn verwijderd en dat vocht is opgedroogd en probeer de kabel vervolgens opnieuw aan te sluiten op het laadcontact.
Als het opladen nog steeds is beperkt of opladen van de auto niet mogelijk is, controleer dan of aan de kabel voor handmatige ontgrendeling van de laadpoortvergrendeling (links in de achterbak) is getrokken. Zorg ervoor dat de handgreep (meestal ringvormig of een riem) voor de kabel voor handmatig ontgrendelen vrij is van belemmeringen en dat er niets aan is bevestigd (zoals een bagagenet of paraplu). Zie Laadkabel handmatig ontgrendelen voor meer informatie over het gebruik van de handmatige ontgrendeling van het laadcontact.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en adapterproducten in de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector of de controlelampjes van de Wall Connector.
Zie Instructies voor het laden voor meer informatie over opladen.
CP_a055Geen communicatie met laadapparatuurControleer stroombron en laadapparatuur
Betekenis van deze waarschuwing:
Het opladen is gestopt omdat communicatie tussen de auto en de externe laadapparatuur is onderbroken.
Deze waarschuwing is meestal specifiek voor externe laadapparatuur en stroombronnen en wijst meestal niet op een probleem met uw auto dat kan worden opgelost door een serviceafspraak te maken.
Wat te doen:
Controleer of de externe laadapparatuur van voeding wordt voorzien. Controleer controlelampjes, displays en andere indicatoren op de apparatuur. Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en adapterproducten in de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector of de controlelampjes van de Wall Connector.
Als de apparatuur niet van voeding wordt voorzien, probeer dan de voedingsbron van de externe laadapparatuur te herstellen.
- Als u de auto bij een openbaar oplaadpunt probeert op te laden en de voeding niet kan worden hersteld, neem dan contact op met de beheerder van het oplaadpunt.
- Als u de auto bij een particulier oplaadpunt probeert op te laden (bijvoorbeeld thuis) en de voeding niet kan worden hersteld, neem dan contact op met een elektricien.
Als de apparatuur van voeding wordt voorzien, probeer dan de auto op te laden met andere externe oplaadapparatuur.
- Als de auto wordt opgeladen, werd het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de apparatuur.
- Als de auto nog steeds niet wordt opgeladen, wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de auto.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
CP_a056Laden gestopt - laadkabel losgekoppeldSluit laadpoort - trap rempedaal in en probeer opnieuw
Betekenis van deze waarschuwing:
Het laden is gestopt omdat uw auto heeft gedetecteerd dat de verbinding tussen het laadcontact en de laadkabel onverwacht is verbroken.
Wat te doen:
Voordat u een laadkabel loskoppelt, moet u eerst stoppen met laden.
Bij sommige externe laadapparatuur kan het laden worden gestopt door op de knop op de laadgreep te drukken.
U kunt het laden ook stoppen vanaf het touchscreen van uw auto, uw mobiele Tesla-app of het laadstation.
Zie Opladen stoppen voor meer informatie.
CP_a058Kan niet AC-laden - Systeem probeert het binnenkort opnieuwOntkoppel/probeer opn. of gebr. andere app.
Betekenis van deze waarschuwing:
Opladen is niet mogelijk voor uw voertuig omdat het voertuig een van de volgende condities heeft gedetecteerd en te vaak zonder succes heeft geprobeerd op te laden:
- Het laadcontact kan niet detecteren of een oplaadkabel is aangesloten, of welk type oplaadkabel is aangesloten.
- Uw auto kan geen geldig stuursignaal detecteren dat van het laadstation komt, dus het kan niet effectief communiceren met de externe laadapparatuur.
- De communicatie tussen uw auto en de externe laadapparatuur is onderbroken.
- De externe laadapparatuur heeft een fout gemeld waardoor uw auto niet kan worden opgeladen.
Wat te doen:
Wanneer deze waarschuwing aanwezig is, probeert het voertuig na enige tijd opnieuw te laden. Als de bovengenoemde problemen zijn opgelost, vervolgt het voertuig het opladen. Als u het opladen sneller opnieuw wilt proberen, koppel dan de laadkabel los van de laadpoort en sluit deze vervolgens opnieuw aan.
Voor meer informatie en suggesties voor het oplossen van problemen, controleert u het touchscreen van uw auto op andere recente waarschuwingen met betrekking tot opladen.
CP_a066Laadapparatuur niet gereedZie apparatuurinstructies om laden te starten
Betekenis van deze waarschuwing:
Het opladen kan niet beginnen omdat het laadstation aan uw auto doorgeeft dat ofwel de externe laadapparatuur niet gereed is, ofwel het opladen niet is toegestaan. Het stuursignaal dat de communicatie vormt tussen het laadstation en uw auto geeft aan dat uw auto niet mag beginnen met opladen.
Dit kan gebeuren omdat:
- Het laadstation het opladen actief vertraagt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren omdat op het station een functie voor gepland opladen is geactiveerd.
- Het laadstation moet verder worden geactiveerd voordat de laadsessie kan beginnen. Mogelijk is extra authenticatie nodig voordat het station begint met het opladen van uw auto, bijvoorbeeld door middel van een laadpas, mobiele app of een creditcard.
Deze waarschuwing is meestal specifiek voor externe laadapparatuur en stroombronnen en wijst meestal niet op een probleem met uw auto dat kan worden opgelost door een serviceafspraak te maken.
Wat te doen:
Controleer het laadstation op instructies die de stappen uitleggen die nodig zijn om opladen mogelijk te maken. Zoek bijvoorbeeld naar een terminal met touchscreen, led-statusindicatoren, gedrukte instructies of een betalingsinterface die als leidraad kunnen dienen. Als het laden op het huidige laadstation niet mogelijk is, probeer dan de auto op te laden met andere laadapparatuur of bij een ander laadstation.
- Als de auto wordt opgeladen, werd het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de apparatuur.
- Als de auto nog steeds niet wordt opgeladen, wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de auto.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en adapterproducten in de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector of de controlelampjes van de Wall Connector.
Zie Instructies voor het laden voor meer informatie over opladen.
CP_a078Kabel gebl.: vergr. laadpoort mog. bevrorenGebruik de knop Auto ontdooien in de mobiele app
Betekenis van deze waarschuwing:
De laadpoortvergrendeling kan de laadkabel niet losmaken en er is een koude omgevingstemperatuur gedetecteerd.
Wat te doen:
Om eventuele spanning op de kabel te verwijderen, steekt u de oplaadkabel weer volledig in de oplaadpoort. Probeer opnieuw om de laadkabel te ontgrendelen.
Als de laadkabel nog steeds niet kan worden verwijderd, is de laadpoortvergrendeling mogelijk bevroren.
Het is ook mogelijk het ijs op de vergrendeling van het laadcontact te smelten door de achterruitverwarming in te schakelen via het touchscreen van uw voertuig. Sommige voertuigen zijn uitgerust met een laadcontactverwarming die word ingeschakeld wanneer u de achterruitverwarming inschakelt bij lage temperaturen.
Zie 'Best practices' bij koude weersomstandigheden voor meer informatie over laden bij lage temperaturen.
Als de laadkabel nog steeds niet kan worden verwijderd, probeer dan de handmatige ontgrendelingskabel in de achterbak van uw auto.
- Zorg ervoor dat uw voertuig niet actief aan het opladen is.
- Open het laadscherm op het touchscreen van het voertuig.
- Druk indien nodig op Opladen stoppen.
- Open de achterbak.
- Trek aan de ontgrendelkabel van het laadcontact om de laadkabel te ontgrendelen.
-
OpmerkingDe ontgrendelingskabel bevindt zich aan de linkerkant van de achterklep. Deze kan zijn verzonken in een kleine opening van de binnenbekleding van de kofferbak.
-
- Trek de laadkabel uit het laadcontact.
Zie Laadkabel handmatig ontgrendelen voor meer informatie over het gebruik van de handmatige ontgrendeling van het laadcontact.
Zie Instructies voor het laden voor meer informatie over opladen.
CP_a079Oplaadvermogen verminderd - laadpoort mogelijk bevrorenGebruik de knop Auto ontdooien in de mobiele app
Betekenis van deze waarschuwing:
De laadpoortvergrendeling kan de laadkabel niet vergrendelen in de laadpoort en er is een koude omgevingstemperatuur gedetecteerd. Als de vergrendeling niet wordt ingeschakeld wordt AC-opladen (bijvoorbeeld opladen met een mobile connector of Wall Connector) beperkt tot 16 A en is DC-snelladen/superchargen niet beschikbaar.
Het lampje van de laadpoort knippert oranje als deze waarschuwingsmelding verschijnt tijdens AC-laden en brandt continu oranje als deze waarschuwingsmelding verschijnt wanneer een poging wordt ondernomen tot DC-snelladen/superchargen.
Deze waarschuwing is meestal specifiek voor externe laadapparatuur en stroombronnen en wijst meestal niet op een probleem met uw auto dat kan worden opgelost door een serviceafspraak te maken.
Wat te doen:
Probeer de oplaadkabel opnieuw helemaal in de laadpoort te steken. Als uw auto begint met opladen en het laadcontact een groen pulserend licht weergeeft, is de laadkabel mogelijk eerder niet volledig aangesloten. AC-laden zou niet langer beperkt mogen zijn en DC-snelladen/Supercharging moet beschikbaar zijn.
Als het opladen nog steeds is beperkt of opladen van de auto niet mogelijk is, controleer dan of aan de kabel voor handmatige ontgrendeling van de laadpoortvergrendeling (links in de achterbak) is getrokken. Zorg ervoor dat de handgreep (meestal ringvormig of een riem) voor de kabel voor handmatig ontgrendelen vrij is van belemmeringen en dat er niets aan is bevestigd (zoals een bagagenet of paraplu). Zie Laadkabel handmatig ontgrendelen voor meer informatie over het gebruik van de handmatige ontgrendeling van het laadcontact.
Als het laden nog steeds wordt beperkt of het voertuig niet kan worden opgeladen, inspecteer de laadpoort en de laadkabelconnector op belemmeringen zoals vuil, vocht en/of vreemde voorwerpen. Zorg ervoor dat belemmeringen in de laadpoort zijn verwijderd en dat vocht is opgedroogd en probeer de kabel vervolgens opnieuw aan te sluiten op het laadcontact.
Als u hebt gecontroleerd op vuil of vreemde voorwerpen en deze hebt verwijderd, maar het opladen is nog steeds beperkt of als uw auto helemaal niet oplaadt, kan de laadpoortvergrendeling bevoren zijn. Om ijs op de vergrendeling van het laadcontact te laten smelten, drukt u op de knop Auto ontdooien in uw mobiele Tesla-app om uw voertuig gedurende ongeveer 30 tot 45 minuten te ontdooien.
Het is ook mogelijk het ijs op de vergrendeling van het laadcontact te smelten door de achterruitverwarming in te schakelen via het touchscreen van uw voertuig. Sommige voertuigen zijn uitgerust met een laadcontactverwarming die word ingeschakeld wanneer u de achterruitverwarming inschakelt bij lage temperaturen.
Zie 'Best practices' bij koude weersomstandigheden voor meer informatie over laden bij lage temperaturen.
Als de waarschuwing blijft bestaan, moet er nog steeds beperkt kunnen worden opgeladen met wisselstroom.
Zie Instructies voor het laden voor meer informatie over opladen.
CP_a101Oplaadsnelh. verlaagd: - wandaansluiting heetContr. bedrading stopcont. of Wall Connector
Betekenis van deze waarschuwing:
Waarschuwingen dat de Wall Connector een hoge temperatuur detecteert, geven aan dat de gebouwaansluiting naar de Wall Connector te warm wordt en het opladen is vertraagd om de bedrading en de Wall Connector te beschermen.
Dit is meestal geen probleem met uw auto of Wall Connector, maar met de bedrading van het gebouw. Dit kan worden veroorzaakt door een losse draadverbinding van het gebouw met de Wall Connectors en kan snel worden opgelost door een elektricien.
Wat te doen:
Laat de draadaansluiting van het gebouw met de Wall Connector controleren door een elektricien. De elektricien moet controleren of alle draden correct zijn aangesloten en vastgezet volgens de installatiehandleiding van de Wall Connectors.
Installatiehandleidingen voor de Wall Connector vindt u hier.
CP_a102Opladen niet mogelijk - wandaansluiting te heetControle bedrading stopcontact of Wall Connector noodzakelijk
Betekenis van deze waarschuwing:
Waarschuwingen dat de Wall Connector een hoge temperatuur detecteert, geven aan dat de gebouwaansluiting naar de Wall Connector te warm wordt en het opladen is vertraagd om de bedrading en de Wall Connector te beschermen.
Dit is meestal geen probleem met uw auto of Wall Connector, maar met de bedrading van het gebouw. Dit kan worden veroorzaakt door een losse draadverbinding van het gebouw met de Wall Connectors en kan snel worden opgelost door een elektricien.
Wat te doen:
Laat de draadaansluiting van het gebouw met de Wall Connector controleren door een elektricien. De elektricien moet controleren of alle draden correct zijn aangesloten en vastgezet volgens de installatiehandleiding van de Wall Connectors.
Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor uw Wall Connector.
CP_a143De laadadapter kan een elektrische vlamboog veroorzakenGebruik andere laadapparatuur
Betekenis van deze waarschuwing:
Opladen is niet beschikbaar omdat uw auto een gevaar van een elektrische vlamboog heeft gedetecteerd in een laadadapter van derden die wordt gebruikt om een CCS-laadgreep (Combined Charging System) aan te sluiten op de laadpoort van uw auto.
Een elektrische vlamboog kan ontstaan als u probeert los te koppelen terwijl actief wordt opgeladen met een laadadapter van derden. Een elektrische vlamboog kan ernstig lichamelijk letsel en/of schade aan eigendommen veroorzaken.
Wat te doen:
Volg de onderstaande stappen om dit risico te beperken:
- Zorg ervoor dat het opladen volledig is gestopt.
- Gebruik het touchscreen van uw auto om te bevestigen dat het opladen is gestopt of om het opladen zo nodig te stoppen.
- Gebruik het display en de bediening van het laadstation om te bevestigen dat het opladen is gestopt of om een actieve laadsessie te beëindigen.
- Controleer of er geen groen of blauw knipperend lampje (led) zichtbaar is op de laadpoort van uw auto.
- Koppel de laadadapter los van de laadpoort van uw auto.
- Controleer nogmaals of het laadstation aangeeft dat er geen actieve laadsessie is.
- Koppel de laadadapter los van de laadgreep.
Gebruik andere laadapparatuur om uw auto op te laden. Zie Instructies voor het laden voor meer informatie over opladen.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
CP_a151Fout met laadcontact gedetecteerd - Onderhoud is nodigAC-laden werkt mogelijk niet / Superchargen OK
Betekenis van deze waarschuwing:
Het laadcontact van uw auto vereist service. Het laadcontact kan geen geldig stuursignaal verzenden en niet effectief communiceren met sommige AC-laadapparatuur en -stroombronnen.
Zolang deze waarschuwing aanwezig is, is AC-laden en DC-snelladen bij laadstations van andere providers dan Tesla niet of slechts beperkt mogelijk.
Wat te doen:
Het wordt aanbevolen dat u bij uw eerste gelegenheid een serviceafspraak maakt om het laadcontact van uw auto te laten inspecteren.
In de tussentijd moet Supercharging beschikbaar blijven. Supercharging-locaties kunnen worden weergegeven op de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
AC-laden is mogelijk ook beschikbaar wanneer u een Gen 2 Mobile Connector of Gen 3 Wall Connector gebruikt. Het wordt echter aanbevolen dat u ervoor zorgt dat het laadcontact van uw auto kan communiceren met uw oplaadproduct van Tesla. Probeer op te laden met uw Gen 2 Mobile Connector of Gen 3 Wall Connector, en controleer of uw auto correct wordt opgeladen, voordat u hierop vertrouwd.
Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en adapterproducten in de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector of de controlelampjes van de Wall Connector.
Zie Instructies voor het laden voor meer informatie over opladen.
CP_a164Oplaadgreep nog steeds gedetecteerd na ontgrendelverzoekGebruik indien nodig de kabel voor handmatig ontgrendelen van het laadcontact
Betekenis van deze waarschuwing:
Het laadcontact van uw voertuig detecteert een laadkabel/oplaadhandgreep die nog steeds is aangesloten na meerdere ontgrendelverzoeken voor de laadkabel zodat die kan worden losgekoppeld.
Deze waarschuwing kan erop wijzen dat het laadcontact de oplaadkabel niet zoals verwacht ontgrendelt.
Wat te doen:
Als de laadkabel niet kan worden verwijderd van het laadcontact na meerdere pogingen, probeer dan de kabel voor handmatige ongrendeling in de achterbak van uw voertuig.
- Zorg ervoor dat uw voertuig niet actief aan het opladen is.
- Open het laadscherm op het touchscreen van het voertuig.
- Druk indien nodig op Opladen stoppen.
- Open de achterbak.
- Trek aan de ontgrendelkabel van het laadcontact om de laadkabel te ontgrendelen.
-
OpmerkingDe ontgrendelingskabel bevindt zich aan de linkerkant van de achterklep. Deze kan zijn verzonken in een kleine opening van de binnenbekleding van de kofferbak.
-
- Trek de laadkabel uit het laadcontact.
Zie Laadkabel handmatig ontgrendelen voor meer informatie over het gebruik van de handmatige ontgrendeling van het laadcontact.
Als de laadkabel nog steeds niet kan worden verwijderd, is de laadpoortvergrendeling mogelijk bevroren.
Om ijs op de vergrendeling van het laadcontact te laten smelten, drukt u op de knop Auto ontdooien in uw mobiele Tesla-app om uw voertuig gedurende ongeveer 30 tot 45 minuten te ontdooien.
Het is ook mogelijk het ijs op de vergrendeling van het laadcontact te smelten door de achterruitverwarming in te schakelen via het touchscreen van uw voertuig. Sommige voertuigen zijn uitgerust met een laadcontactverwarming die word ingeschakeld wanneer u de achterruitverwarming inschakelt bij lage temperaturen.
Zie 'Best practices' bij koude weersomstandigheden voor meer informatie over laden bij lage temperaturen.
Als deze waarschuwing zich herhaaldelijk voordoet, tijdens meerdere ritten en ontgrendelverzoeken, wordt aanbevolen dat u bij uw eerste gelegenheid een serviceafspraak maakt om het laadcontact van uw voertuig te laten inspecteren.
Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en adapterproducten in de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector of de controlelampjes van de Wall Connector.
Als u andere externe laadapparatuur gebruikt, raadpleeg dan de door de fabrikant verstrekte documentatie voor advies voor het oplossen van problemen.
Zie Instructies voor het laden voor meer informatie over opladen.
DI_a138Frontmotor uitgeschakeld - rijden OKVermogen kan beperkt zijn
Betekenis van deze waarschuwing:
De frontmotor van uw auto is niet beschikbaar. Vermogen, snelheid en acceleratie zijn mogelijk beperkt wanneer uw voertuig op de achtermotor(en) doorrijdt.
Wat te doen:
In sommige gevallen kan uw voertuig niet langer rijden. Als dit het geval is, moet ook een andere voertuigwaarschuwing aanwezig zijn met meer informatie en aanbevolen handelingen.
De waarschuwing kan worden veroorzaakt door een tijdelijke omstandigheid die automatisch worden opgelost. Als deze waarschuwing tijdens de rit verdwijnt, of wanneer u het voertuig de volgende keer start, is deze waarschijnlijk veroorzaakt door een tijdelijke omstandigheid. Er is geen actie noodzakelijk.
Deze waarschuwing kan ook op een omstandigheid wijzen die inspectie en service van de frontmotor vereist. Als deze waarschuwing aanhoudt tijdens opeenvolgende ritten, wordt u aangeraden een serviceafspraak te maken. U kunt tot die tijd met uw auto blijven rijden.
DI_a166Voertuig automatisch geparkeerd om wegrollen te voorkomenDraag veiligheidsgordel en sluit portier om in rijversnelling te blijven
Betekenis van deze waarschuwing:
Uw voertuig heeft automatisch naar de parkeerstand (P) geschakeld, omdat het heeft gedetecteerd dat de bestuurder de auto verlaat of niet langer aanwezig is. Dit is normaal gedrag van het voertuig onder diverse omstandigheden.
Uw auto schakelt automatisch naar de parkeerstand als aan al deze voorwaarden wordt voldaan:
- Automatisch inparkeren is niet actief
- Uw voertuig rijdt langzamer dan 1,4 mph (2,25 km/h) in de vooruit- of achteruitversnelling
- De laatste bestuurdersactiviteit is langer dan 2 seconden geleden gedetecteerd. Bestuurdersactiviteiten zijn:
- Het rem- en/of gaspedaal intrappen
- Het voertuig handmatig besturen
En als aan ten minste twee van deze voorwaarden is voldaan:
- Er is gedetecteerd dat de veiligheidsgordel van de bestuurder is losgemaakt
- Er is geen aanwezige bestuurder gedetecteerd
- Er is gedetecteerd het bestuurdersportier open is
- Een of meer van de sensoren waarmee de drie bovenstaande voorwaarden worden gedetecteerd (gordelvergrendeling, stoelbezetting, portiervergrendeling) werken niet naar behoren.
Uw auto schakelt ook automatisch naar de parkeerstand als aan een deze voorwaarden wordt voldaan:
- Er is gedetecteerd het portier open is
- Er is gedetecteerd dat de veiligheidsgordel is losgemaakt terwijl de snelheid lager is dan 0,1 mph (0,15 km/h) in de vooruit- of achteruitversnelling
- Er is gedurende 60 seconden geen bestuurdersactiviteit gedetecteerd
Wat te doen:
Zie Schakelen voor meer informatie over het automatisch schakelen naar de parkeerstand.
DI_a175Cruise control niet beschikbaar
Betekenis van deze waarschuwing:
Cruise control, inclusief Traffic-aware cruise control, is momenteel niet beschikbaar.
Cruise control is mogelijk niet beschikbaar vanwege het volgende:
- De bestuurder heeft het verzoek geannuleerd.
- De bestuurder heeft zijn/haar veiligheidsgordel losgemaakt.
- De voorbak, achterbak of een portier is open.
- De auto rijdt langzamer dan de minimale snelheid van 18 mph (30 km/h) voor de cruise control.
- Er is sprake van een bepaalde omgevingsomstandigheid, zoals beperkt zicht.
- Valet Mode is actief.
Wat te doen:
Neem de controle over en bestuur de auto handmatig.
Als er geen omstandigheden meer zijn waardoor de cruise control niet kan worden geactiveerd, moet de cruise control beschikbaar zijn. Als deze waarschuwing zich bij volgende ritten blijft voordoen, maak dan een serviceafspraak op een voor u geschikt moment. U kunt tot die tijd met uw auto blijven rijden.
Zie Traffic-aware cruise control voor meer informatie.
DI_a184Automatisch inparkeren geannuleerdNeem besturing over
Betekenis van deze waarschuwing:
Automatisch inparkeren is geannuleerd.
Automatisch inparkeren is mogelijk geannuleerd om de volgende redenen:
- De bestuurder heeft op de knop Annuleren op het touchscreen gedrukt.
- De bestuurder heeft de Yoke-stuur (of stuurwiel) verplaatst.
- De bestuurder heeft het gaspedaal ingetrapt, het rempedaal ingetrapt of een portier geopend.
- Er is sprake van een steile helling.
- Er is sprake van een weersomstandigheid die het zicht belemmert.
- De stoeprand kan niet worden gedetecteerd.
- Er is een aanhanger aan het voertuig gekoppeld.
Wat te doen:
Parkeer uw auto handmatig of voltooi de parkeermanoeuvre handmatig. Bedien na het parkeren de rem en schakel naar de parkeerstand. Anders kan het voertuig rollen.
Automatisch inparkeren moet weer beschikbaar zijn bij de volgende rit.
Zie GUID-0C763E08-D0B8-4404-8180-1054F635C08C.html#CONCEPT_ODQ_NH5_XR en Beperkingen en waarschuwingenvoor meer informatie.
DI_a185Automatisch inparkeren afgebroken
Betekenis van deze waarschuwing:
Automatisch inparkeren is afgebroken en de elektronische parkeerrem is ingeschakeld.
Automatisch inparkeren is mogelijk geannuleerd om de volgende redenen:
- De bestuurder heeft op de knop Annuleren op het touchscreen gedrukt.
- De bestuurder heeft de Yoke-stuur (of stuurwiel) verplaatst.
- De bestuurder heeft het gaspedaal ingetrapt, het rempedaal ingetrapt of een portier geopend.
- Er is sprake van een steile helling.
- Er is sprake van een weersomstandigheid die het zicht belemmert.
- De stoeprand kan niet worden gedetecteerd.
- Er is een aanhanger aan het voertuig gekoppeld.
Wat te doen:
Parkeer uw auto handmatig of voltooi de parkeermanoeuvre handmatig.
Automatisch inparkeren moet weer beschikbaar zijn bij de volgende rit.
Zie GUID-0C763E08-D0B8-4404-8180-1054F635C08C.html#CONCEPT_ODQ_NH5_XR en Beperkingen en waarschuwingenvoor meer informatie.
DI_a190Ondiep profiel achterbanden - Serviceafspraak plannenBanden inspecteren voor wisselen/vervangen
Betekenis van deze waarschuwing:
Uw auto heeft gedetecteerd dat de achterbanden in de loop van de tijd meer zijn versleten dan de voorbanden en dat het aanbevolen slijtageverschil is overschreden.
Wat te doen:
Het wordt aanbevolen de profieldiepte van alle banden te controleren. Bij normaal rijden slijten de achterbanden doorgaans sneller dan de voorbanden.
Rouleren van de banden is belangrijk voor een evenwichtige slijtage van alle banden.
Als de banden niet volgens de aanbeveling worden gerouleerd, ontstaat het risico van aquaplaning en verlies van de controle over de auto op nat wegdek. Als de banden niet worden gerouleerd, neemt ook de levensduur van uw banden af, waardoor deze voortijdig moeten worden vervangen.
Het wordt aanbevolen een serviceafspraak te plannen met uw mobiele Tesla app of met een onafhankelijke bandenspecialist om de banden te laten rouleren wanneer sprake is van het volgende:
- Het verschil in profieldiepte tussen de voor- en achterband is groter dan 1,5 mm
- Er is meer dan 10.000 km (6.250 mijl) gereden sinds de laatste roulatie
Werk de bandenconfiguratie van uw auto bij na inspectie van de banden en eventueel onderhoud zodat de voertuiginstellingen optimaal worden afgesteld op uw banden en de waarschuwing voor ten minste de komende 10.000 km wordt gewist. Zie Onderhoud banden voor meer informatie.
Het wordt afgeraden dat u alleen op deze waarschuwing vertrouwt in plaats van regelmatig de profieldiepte te controleren. De waarschuwing zou alleen moeten verschijnen als uw voertuig berekent dat het aanbevolen onderhoudsinterval voor de banden ruimschoots is overschreden.
Deze waarschuwing is afgestemd op Tesla-banden en werkt naar verwachting niet voor banden van andere typen of afmetingen, waaronder combinaties van verschillende bandenmerken of -modellen. Bij banden die niet worden aanbevolen door Tesla, wordt de waarschuwing mogelijk niet of te vroeg weergegeven. Zie Wielen en banden voor meer informatie over aanbevolen banden.
DI_a245Vehicle Hold niet beschikbaarHoud rempedaal ingedrukt bij stilstand
Betekenis van deze waarschuwing:
Vehicle Hold is momenteel niet beschikbaar vanwege systeembeperkingen. Druk tijdens het stoppen het rempedaal in om uw voertuig volledig tot stilstand te brengen en uw voertuig in stilstand te houden.
Wat te doen:
Rijd verder naar uw bestemming. U kunt met uw auto blijven rijden.
Als deze waarschuwing zich bij volgende ritten blijft voordoen, maak dan een serviceafspraak op een voor u geschikt moment. U kunt tot die tijd met uw auto blijven rijden.
Voor meer informatie, zie Vehicle Hold.
DI_a250Regeling adaptieve demping veringsysteem uitgeschakeld Rijd voorzichtig
Betekenis van deze waarschuwing:
De snelheid van uw voertuig wordt beperkt tot 90 mph (144 km/h) vanwege een probleem met het adaptieve dempingssysteem.
Het systeem kan het veringsysteem niet real-time aanpassen om zowel de rijeigenschappen als de handling te optimaliseren, waardoor de vering mogelijk zachter is dan normaal.
Wat te doen:
Als deze waarschuwing zich bij volgende ritten blijft voordoen, maak dan een serviceafspraak op een voor u geschikt moment. U kunt tot die tijd met uw auto blijven rijden.
Deze waarschuwing gaat gepaard met een rood controlelampje op het instrumentenpaneel. Zie Luchtvering voor meer informatie.
DIF_a251 / DIR_a251 / DIREL_a251 / DIRER_a251Service transmissievloeistof vereistServiceafspraak plannen
Betekenis van deze waarschuwing:
Uw auto heeft een omstandigheid gedetecteerd die controle van de transmissievloeistof vereist.
Wat te doen:
Het wordt aanbevolen om een serviceafspraak te plannen.
U kunt met uw auto blijven rijden als deze waarschuwing aanwezig is. Als u echter langdurig blijft doorrijden terwijl deze waarschuwing aanwezig is, kan de transmissie/aandrijflijn blijvend worden beschadigd.
ESP_a118Hulp bij lage remprestaties geactiveerdHoud rempedaal stevig ingedrukt om te stoppen
Betekenis van deze waarschuwing:
Hydraulische fadingcompensatie is actief. Deze functie voor remassistentie wordt tijdelijk geactiveerd om te zorgen voor volledig remvermogen in situaties waarin een verminderd remvermogen wordt gedetecteerd door uw auto.
Wanneer deze assistentiefunctie wordt geactiveerd, merkt u mogelijk dat het rempedaal wordt ingetrokken onder uw voet en ervaart u een sterke toename van de remkracht. Mogelijk hoort u ook een pompgeluid uit de hydraulische remeenheid aan de voorkant van de auto. Dit duurt doorgaans enkele seconden, afhankelijk van het wegdek en de rijsnelheid. Dit is volledig normaal en wijst niet op een probleem met uw auto.
Wat te doen:
Houd het rempedaal ingetrapt zoals u normaal zou doen en ga niet 'pompen' (herhaaldelijk intrappen en laten opkomen van het pedaal), omdat de functie anders wordt onderbroken.
Deze waarschuwing verdwijnt wanneer de auto volledig tot stilstand komt of wanneer u niet langer het rempedaal intrapt. Deze wordt mogelijk nog 5 seconden daarna weergegeven.
Verminderd remvermogen is meestal tijdelijk en kan zich om verschillende redenen voordoen, zoals bijvoorbeeld hoge temperaturen van de remmen na stevig remmen of rijden onder extreem koude of natte omstandigheden. Het kan er ook op wijzen dat de remblokken of -rotors zijn versleten tot het punt waarop normale vervanging noodzakelijk is.
Wanneer u een verminderd remvermogen blijft ervaren en dit niet in de loop van de tijd wordt verbeterd, neem dan contact op met Tesla Service om de remmen te laten inspecteren.
Zie Hydraulische fadingcompensatie voor meer informatie.
PCS_a016Kan niet opladen - mogelijk lage kwal. netProbeer opn./ander oplaadpunt of Superch.
Betekenis van deze waarschuwing:
Het opladen is gestopt vanwege een omstandigheid die verhindert dat de auto kan worden opgeladen met wisselstroom. DC-snelladen / Supercharging moet nog op de correcte manier werken.
Dit kan optreden door storingen van de voeding die worden veroorzaakt door de externe laadapparatuur of het elektriciteitsnet. In sommige gevallen kan deze omstandigheid zelfs het gevolg zijn van het gebruik van elektrische apparaten in de directe omgeving die veel stroom trekken.
Als deze mogelijke oorzaken kunnen worden uitgesloten, dan kan een probleem met de auto zelf van invloed zijn op het opladen met wisselstroom.
Wat te doen:
Als deze waarschuwing gepaard gaat met een andere waarschuwing over de omstandigheid die van invloed is op het opladen met wisselstroom, onderzoek dan eerst deze andere waarschuwing.
Meer tips voor het oplossen van storingen op basis van type apparatuur:
- Als u een mobile connector gebruikt, probeer de auto dan op te laden met een ander stopcontact.
- Als het opladen van de auto wordt begonnen, werd het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door het oorspronkelijke wandcontact.
- Als de auto nog steeds niet wordt opgeladen, wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de mobile connector.
- Als u een Wall Connector gebruikt, probeer de auto dan op te laden met andere laadapparatuur, zoals een mobile connector die door een afzonderlijk stopcontact van stroom wordt voorzien.
- Als het opladen van de auto wordt begonnen, werd het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de Wall Connector.
Als het probleem zich voordoet met het originele wandcontact of de Wall Connector, neem dan contact op met een elektricien om de bedrading te laten controleren.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Als deze waarschuwing niet verdwijnt nadat u hebt geprobeerd de auto op te laden bij verschillende laadpunten en met verschillende laadapparatuur, wordt aanbevolen dat u een serviceafspraak maakt.
Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en adapterproducten in de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector of de controlelampjes van de Wall Connector.
PCS_a017Opladen gestopt - Stroom uitgevallen tijdens het ladenControleer energiebron en oplaadapparatuur
Betekenis van deze waarschuwing:
Stroom is uitgevallen tijdens opladen. Dit kan zijn veroorzaakt doordat de stroom van de stroombron (bijvoorbeeld een stopcontact) naar de laadapparatuur is uitgevallen of door een probleem met de laadapparatuur.
Wat te doen:
Deze waarschuwing gaat vaak gepaard met andere waarschuwingen die u kunnen helpen bij het vaststellen en oplossen van het probleem. Onderzoek eerst eventuele andere waarschuwingen met betrekking tot oplaadproblemen die worden weergegeven.
In plaats daarvan kunt u de statuslampjes van de mobile connector of Wall Connector controleren om te zien of het apparaat van stroom wordt voorzien en ook de handleiding van het product raadplegen voor informatie over het oplossen van storingen die worden aangeduid door knippercodes. Als u andere externe laadapparatuur (van een ander merk dan Tesla) gebruikt, controleer dan een display of andere gebruikersinterface met informatie over het oplossen van storingen.
Als duidelijk is dat de laadapparatuur niet van stroom wordt voorzien, controleer dan of de aardlekschakelaar voor het stopcontact / de Wall Connector is geactiveerd.
Meer tips voor het oplossen van storingen op basis van type apparatuur:
- Als u een mobile connector gebruikt, probeer de auto dan op te laden met een ander stopcontact.
- Als het opladen van de auto wordt begonnen, werd het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door het oorspronkelijke wandcontact.
- Als de auto nog steeds niet wordt opgeladen, wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de mobile connector.
- Als u een Wall Connector gebruikt, probeer de auto dan op te laden met andere laadapparatuur, zoals een mobile connector die door een afzonderlijk stopcontact van stroom wordt voorzien.
- Als het opladen van de auto wordt begonnen, werd het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de Wall Connector.
Als het probleem zich voordoet met het originele wandcontact of de Wall Connector, neem dan contact op met een elektricien om de bedrading te laten controleren.
Deze waarschuwing is meestal specifiek voor externe laadapparatuur en stroombronnen en wijst meestal niet op een probleem met uw auto dat kan worden opgelost door een serviceafspraak te maken.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en adapterproducten in de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector of de controlelampjes van de Wall Connector.
PCS_a019Probleem met stroomnet of auto beperkt AC-ladenKoppel los en probeer opnieuw / Probeer ander oplaadpunt
Betekenis van deze waarschuwing:
De oplaadsnelheid is verlaagd vanwege een omstandigheid die het opladen van uw auto met wisselstroom verhindert. DC-snelladen / Supercharging moet nog op de correcte manier werken.
Dit kan optreden door storingen van de voeding die worden veroorzaakt door de externe laadapparatuur of het elektriciteitsnet. In sommige gevallen kan deze omstandigheid zelfs het gevolg zijn van het gebruik van elektrische apparaten in de directe omgeving die veel stroom trekken.
Als deze mogelijke oorzaken kunnen worden uitgesloten, dan kan een probleem met de auto zelf van invloed zijn op het opladen met wisselstroom.
Wat te doen:
Als deze waarschuwing gepaard gaat met een andere waarschuwing over de omstandigheid die van invloed is op het opladen met wisselstroom, onderzoek dan eerst deze andere waarschuwing.
Meer tips voor het oplossen van storingen op basis van type apparatuur:
- Als u een mobile connector gebruikt, probeer de auto dan op te laden met een ander stopcontact.
- Als het opladen van de auto wordt begonnen, werd het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door het oorspronkelijke wandcontact.
- Als de auto nog steeds niet wordt opgeladen, wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de mobile connector.
- Als u een Wall Connector gebruikt, probeer de auto dan op te laden met andere laadapparatuur, zoals een mobile connector die door een afzonderlijk stopcontact van stroom wordt voorzien.
- Als het opladen van de auto wordt begonnen, werd het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de Wall Connector.
Als het probleem zich voordoet met het originele wandcontact of de Wall Connector, neem dan contact op met een elektricien om de bedrading te laten controleren.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Als deze waarschuwing niet verdwijnt nadat u hebt geprobeerd de auto op te laden bij verschillende laadpunten en met verschillende laadapparatuur, wordt aanbevolen dat u een serviceafspraak maakt.
Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en adapterproducten in de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector of de controlelampjes van de Wall Connector.
PCS_a032Slechte kwal. elektriciteitsnet gedetecteerdProbeer andere laadapparatuur of oplaadpunt
Betekenis van deze waarschuwing:
De oplaadsnelheid is verlaagd of het opladen wordt onderbroken vanwege een omstandigheid die het opladen van uw auto met wisselstroom verhindert. DC-snelladen / Supercharging moet nog op de correcte manier werken.
De boordlader in uw auto heeft voedingsstoringen in het elektriciteitsnet gedetecteerd. Deze storingen verstoren het oplaadproces van uw auto.
Voorbeelden van veel voorkomende oorzaken van deze voedingsstoringen zijn:
- Problemen met de bedrading van het gebouw en/of het wandcontact.
- Problemen met de externe oplaadapparatuur.
- Andere grote elektrische apparaten, zoals wasmachines of airconditioners, die tijdelijk veel stroom trekken of het elektriciteitsnet op een andere manier verstoren.
- Externe omstandigheden beïnvloeden het elektriciteitsnet.
Wat te doen:
Aangezien deze waarschuwing meestal specifiek is voor externe laadapparatuur en stroombronnen en meestal niet wijst op een probleem met uw auto dat kan worden opgelost door een serviceafspraak te maken, wordt aanbevolen dat u:
- De auto probeert op te laden met andere wandcontacten.
- Probeer opnieuw op te laden (loskoppelen en opnieuw aansluiten) wanneer er geen stroom wordt getrokken door andere grote elektrische apparaten.
- Probeert de auto op te laden met verschillende laadapparatuur van een ander type op andere locaties.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en adapterproducten in de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector of de controlelampjes van de Wall Connector.
PCS_a052Externe oplaadapparatuur levert geen stroomContr. stroombron of prob. andere apparatuur
Betekenis van deze waarschuwing:
Het opladen kan niet beginnen vanwege een omstandigheid die verhindert dat de auto kan worden opgeladen met wisselstroom. DC-snelladen / Supercharging moet nog op de correcte manier werken.
Uw auto heeft wisselstroom gevraagd van de externe laadapparatuur, maar de boordlader detecteert geen voedingsspanning uit deze apparatuur.
Dit kan soms worden veroorzaakt door een specifiek hardwareprobleem van de externe oplaadapparatuur, dat verhindert dat de oplaadapparatuur de stroom naar de auto op verzoek kan in- of uitschakelen. Het kan ook worden veroorzaakt door een andere omstandigheid die effect heeft op de externe oplaadapparatuur, de stroombron waarop deze is aangesloten, of de auto zelf.
Wat te doen:
Deze waarschuwing is meestal specifiek voor externe laadapparatuur en stroombronnen en wijst meestal niet op een probleem met uw auto dat kan worden opgelost door een serviceafspraak te maken.
Probeer de auto op te laden met verschillende laadapparatuur van een ander type.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en adapterproducten in de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector of de controlelampjes van de Wall Connector.
PCS_a053Oplaadsnelheid verlaagd - Onverwachte spanningsdalingVerwijder verlengsnoeren / Laat de bedrading controleren
Betekenis van deze waarschuwing:
De oplaadsnelheid is verlaagd omdat de boordlader in uw auto tijdens het opladen een sterke spanningsdaling heeft gedetecteerd.
Waarschijnlijke oorzaken van dit probleem zijn:
- Problemen met de bedrading van het gebouw en/of het wandcontact.
- Een verlengsnoer of andere bedrading die de gevraagde laadstroom niet kan ondersteunen.
Dit probleem kan ook worden veroorzaakt door het inschakelen van elektrische apparaten die veel stroom trekken in dezelfde groep waarin de auto wordt opgeladen.
Wat te doen:
Als het probleem meermaals is opgetreden bij uw gebruikelijke oplaadlocatie, neem dan contact op met een elektricien om de elektrische installatie te laten controleren. Deze dient het volgende te controleren:
- Eventuele geïnstalleerde laadapparatuur en de aansluiting hiervan de op de bedrading van het gebouw.
- De bedrading van het gebouw, inclusief elk wandcontact dat worden gebruikt met een mobile connector.
- De elektrische aansluiting op het punt waar de netstroom het gebouw binnenkomt.
Bespreek met de elektricien of de laadstroom op de auto moet worden verlaagd of dat een upgrade van de installatie noodzakelijk is om een hogere laadstroom te ondersteunen.
Deze waarschuwing is meestal specifiek voor externe laadapparatuur en stroombronnen en wijst meestal niet op een probleem met uw auto dat kan worden opgelost door een serviceafspraak te maken.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en adapterproducten in de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector of de controlelampjes van de Wall Connector.
PCS_a054Opladen gestopt door grote spanningsdalingVerwijder verlengsnoeren / Laat de bedrading controleren
Betekenis van deze waarschuwing:
Het opladen is onderbroken omdat de boordlader in uw auto een ongebruikelijk sterke spanningsdaling heeft gedetecteerd.
Waarschijnlijke oorzaken van dit probleem zijn:
- Problemen met de bedrading van het gebouw en/of het wandcontact.
- Een verlengsnoer of andere bedrading die de gevraagde laadstroom niet kan ondersteunen.
Dit probleem kan ook worden veroorzaakt door het inschakelen van elektrische apparaten die veel stroom trekken in dezelfde groep waarin de auto wordt opgeladen.
Wat te doen:
Als het probleem meermaals is opgetreden bij uw gebruikelijke oplaadlocatie, neem dan contact op met een elektricien om de elektrische installatie te laten controleren. Deze dient het volgende te controleren:
- Eventuele geïnstalleerde laadapparatuur en de aansluiting hiervan de op de bedrading van het gebouw.
- De bedrading van het gebouw, inclusief elk wandcontact dat worden gebruikt met een mobile connector.
- De elektrische aansluiting op het punt waar de netstroom het gebouw binnenkomt.
Bespreek met de elektricien of de laadstroom op de auto moet worden verlaagd of dat een upgrade van de installatie noodzakelijk is om een hogere laadstroom te ondersteunen.
Deze waarschuwing is meestal specifiek voor externe laadapparatuur en stroombronnen en wijst meestal niet op een probleem met uw auto dat kan worden opgelost door een serviceafspraak te maken.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en adapterproducten in de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector of de controlelampjes van de Wall Connector.
PCS_a073Fout externe oplaadapparatuur gedetecteerdProbeer andere oplaadapparatuur
Betekenis van deze waarschuwing:
Het AC-opladen kan niet beginnen vanwege een omstandigheid die verhindert dat de auto kan worden opgeladen met wisselstroom. DC-snelladen / Supercharging moet nog op de correcte manier werken.
De boordlader van uw auto detecteert ingangsspanning op het laadcontact wanneer geen stroom is gevraagd door de externe oplaadapparatuur. Dit wijst erop dat de externe oplaadapparatuur niet naar behoren functioneert.
Dit kan soms worden veroorzaakt door een specifiek hardwareprobleem van de externe oplaadapparatuur, dat verhindert dat de oplaadapparatuur de stroom naar de auto op verzoek kan in- of uitschakelen. Het kan ook worden veroorzaakt door een andere omstandigheid die effect heeft op de externe oplaadapparatuur of door een omstandigheid die effect heeft op de auto zelf.
Wat te doen:
Deze waarschuwing is meestal specifiek voor externe laadapparatuur en stroombronnen en wijst meestal niet op een probleem met uw auto dat kan worden opgelost door een serviceafspraak te maken.
Probeer de auto op te laden met verschillende laadapparatuur van een ander type.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en adapterproducten in de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector of de controlelampjes van de Wall Connector.
PCS_a090Laden trager - geen stroom van bep. AC-fasenControleer energiebron en oplaadapparatuur
Betekenis van deze waarschuwing:
De oplaadsnelheid is verlaagd vanwege een omstandigheid die het opladen van uw auto met wisselstroom verhindert. DC-snelladen / Supercharging moet nog op de correcte manier werken.
De boordlader van uw auto heeft gedetecteerd dan een of meer spanningsomvormers niet de benodigde wisselspanning ontvangt. Bijvoorbeeld: tijdens driefasenladen ontbreekt mogelijk één fase in de wisselstroomspanning die door de externe bron wordt geleverd. Dit kan worden veroorzaakt door een omstandigheid die effect heeft op de externe oplaadapparatuur, de stroombron waarop deze is aangesloten, of de auto zelf.
Wat te doen:
Deze waarschuwing is meestal specifiek voor externe laadapparatuur en stroombronnen en wijst meestal niet op een probleem met uw auto dat kan worden opgelost door een serviceafspraak te maken.
Probeer de auto op te laden met verschillende laadapparatuur van een ander type.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en adapterproducten in de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector of de controlelampjes van de Wall Connector.
PM_a092 / PMF_a092 / PMR_a092/PMREL_a092 / PMRER_a092Probleem met de aandrijflijn gedetecteerd - Maak een serviceafspraak Zelfs als de functionaliteit is hersteld kan het probleem blijven bestaan
Betekenis van deze waarschuwing:
De aandrijflijn van uw auto vereist service. Mogelijk zijn het vermogen, de snelheid en de acceleratie beperkt en moet uw auto worden uitgeschakeld tijdens de rit.
Deze waarschuwing duidt een blijvende status aan waarvoor inspectie van en service aan de aandrijflijn vereist is.
Ook wanneer deze waarschuwing verdwijnt na de huidige rit en niet terugkeert tijdens volgende ritten, is service nodig om het probleem met de aandrijflijn dat uw voertuig heeft vastgesteld, op te lossen.
Wat te doen:
Het wordt aanbevolen dat u bij uw eerste gelegenheid een serviceafspraak maakt om de aandrijflijn van uw auto te laten controleren.
Zonder service blijft uw auto mogelijk minder vermogen, snelheid en acceleratie leveren en kunnen er omstandigheden optreden waardoor deze tijdens het rijden moet worden uitgeschakeld of zelfs niet meer kan rijden.
TAS_a313Adaptieve rijregeling aangetastRijcomfort kan afnemen
Betekenis van deze waarschuwing:
Er is een probleem met het adaptieve dempingssysteem van uw voertuig. Hierdoor kan systeem het veringsysteem niet real-time aanpassen om zowel de rijeigenschappen als de handling te optimaliseren.
In plaats daarvan ontvangen alle dempers een vaste stroomsterkte. De vering kan zachter of harder zijn dan gebruikelijk.
Wat te doen:
Als deze waarschuwing zich bij volgende ritten blijft voordoen, maak dan een serviceafspraak op een voor u geschikt moment. U kunt tot die tijd met uw auto blijven rijden.
Deze waarschuwing gaat gepaard met een geel controlelampje op het instrumentenpaneel. Zie Luchtvering voor meer informatie.
TAS_a314Regeling adaptieve demping veringsysteem uitgeschakeld Rijd voorzichtig
Betekenis van deze waarschuwing:
Er is een probleem met het adaptieve dempingssysteem van uw voertuig. Hierdoor kan systeem het veringsysteem niet real-time aanpassen om zowel de rijeigenschappen als de handling te optimaliseren en is de vering mogelijk zachter dan normaal.
Wat te doen:
Als deze waarschuwing zich bij volgende ritten blijft voordoen, maak dan een serviceafspraak op een voor u geschikt moment. U kunt tot die tijd met uw auto blijven rijden.
Deze waarschuwing gaat gepaard met een rood controlelampje op het instrumentenpaneel. Zie Luchtvering voor meer informatie.
UI_a004Voorbak openVoorzichtig rijden
Betekenis van deze waarschuwing:
Er is gedetecteerd dat de voorbak (voorklep) van uw auto open is tijdens het rijden.
Deze waarschuwing geeft aan dat niet kan worden vastgesteld dat ten minste één van de twee klepvergrendelingen, de primaire en/of secundaire vergrendeling van de voorbak, is gesloten (volledig is bevestigd) terwijl uw auto in een andere versnelling dan de parkeerstand is geschakeld.
Wat te doen:
Aangezien hierdoor de voorbak kan worden geopend tijdens het rijden, wordt aanbevolen dat u voorzichtig rijdt, totdat u de auto veilig tot stilstand kunt brengen en naar de parkeerstand kunt schakelen.
Controleer, zodra de auto is geparkeerd, of de voorbak (voorklep) volledig is gesloten (beide vergrendelingen zijn volledig vergrendeld). Zie voor meer informatie Instructies voor sluiten van de Voorbak.
De waarschuwing moet verdwijnen zodra uw auto in de parkeerstand is gezet. Deze kan echter terugkeren wanneer u gaat rijden als u niet eerst de voorklep hebt gecontroleerd en volledig vergrendeld.
Als deze waarschuwing gedurende verschillende ritten of steeds vaker gedurende meerdere ritten worden weergegeven, wordt aanbevolen om een serviceafspraak te plannen bij uw eerste gelegenheid.
Zie Voorbak voor meer informatie over de voorbak.
UI_a006Onderhoud is nodigPlan nu onderhoud in
Betekenis van deze waarschuwing:
Deze waarschuwing wordt op afstand ingesteld door Tesla als een omstandigheid op uw auto wordt gedetecteerd die service vereist.
Deze waarschuwing worden ingesteld vanwege verschillende omstandigheden. Als u een serviceafspraak plant, moet er meer informatie beschikbaar zijn.
Deze waarschuwing kan alleen worden gewist door een servicemonteur nadat de service is verricht.
Wat te doen:
Aangezien deze waarschuwing door diverse omstandigheden kan worden veroorzaakt, wordt aanbevolen dat u zo spoedig mogelijk een serviceafspraak plant.
UI_a137Actieve serviceverbinding met voertuigService met diagnose op afstand
Betekenis van deze waarschuwing:
Een onderhoudsmonteur wordt op afstand bij uw voertuig aangemeld voor diagnose of reparatie. U kunt merken dat de infotainmentfunctie enigszins uitvalt terwijl de verbinding blijft bestaan, maar deze waarschuwing wijst niet op een probleem met uw voertuig.
U kunt met uw auto blijven rijden.
Wat te doen:
Deze waarschuwing zou automatisch moeten verdwijnen nadat de technicus de diagnose of reparatie van het voertuig heeft voltooid. Mogelijk moet u het touchscreen opnieuw opstarten om de infotainmentfunctie weer volledig te kunnen gebruiken nadat de waarschuwing is verdwenen. Zie voor meer informatie Het touchscreen opnieuw opstarten in de Do It Yourself Guide van uw auto.
Als deze waarschuwing niet na 24 uur verdwijnt, wordt u aanbevolen een serviceafspraak te maken via uw mobiele Tesla-app of met een onafhankelijk servicebedrijf . Houd er rekening mee dat de opties van onafhankelijke serviceproviders kunnen variëren, afhankelijk van uw voertuigconfiguratie en uw locatie.
UMC_a001Kan niet opladen met mobile connectorOnjuiste aarding - Probeer een ander stopcontact
Betekenis van deze waarschuwing:
De mobile connector heeft vastgesteld dat het stopcontact onvoldoende is geaard, waarschijnlijk als gevolg van een onjuiste of ontbrekende aardingsaansluiting.
Dit duidt niet op een probleem met uw mobile connector of voertuig, maar op een probleem met het stopcontact / de elektrische installatie waarop de mobile connector is aangesloten.
Wat te doen:
Laat de elektrische installatie controleren door een elektricien. Uw elektricien moet controleren of er sprake is van een juiste aarding bij uw stroomonderbreker of verdeelkast en ook of het stopcontact naar behoren is aangesloten voordat u opnieuw probeert om de mobile connector aan te sluiten.
Als u ondertussen moet opladen, probeer dan de auto op te laden op een ander stopcontact, op een andere locatie of bij een ander type laadstation.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector en controlelampjes.
UMC_a002Kan niet opladen - mob. connector ALS act.Koppel greep los van laadpoort en prob. opn.
Betekenis van deze waarschuwing:
De auto kan niet worden opgeladen, omdat de aardlekschakelaar (GFCI) in de mobile connector is geactiveerd.
Net als de GFCI in een schakelkast, is deze functie bedoeld om de stroom te onderbreken in het geval van een probleem. Hij heeft het opladen onderbroken om uw auto en de laadapparatuur te beschermen.
Hier kunnen allerlei redenen voor zijn. Het probleem kan zich voordoen in de oplaadkabel, de oplaadgreep, de oplaadpoort of zelfs in een boordcomponent van de auto.
Wat te doen:
Controleer de laadpoort en de oplaadgreep op waterplassen of ongebruikelijke hoeveelheden vocht. Als u buitensporig veel vocht aantreft, wacht dan en laat zowel de binnenkant van de laadpoort en het blootgestelde deel van de oplaadgreep voldoende drogen voordat u het opnieuw probeert.
- Als de kabel is beschadigd of versleten, gebruik deze dan niet. Probeer in plaats daarvan andere laadapparatuur
- Als de kabel in goede staat is, probeer het opladen dan opnieuw met dezelfde mobile connector.
Wanneer het probleem aanhoudt en het opladen verhindert, probeer dan de auto met andere laadapparatuur op te laden.
Deze waarschuwing is meestal specifiek voor externe laadapparatuur en stroombronnen en wijst meestal niet op een probleem met uw auto dat kan worden opgelost door een serviceafspraak te maken.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector en controlelampjes.
UMC_a004Kan niet opladen met mobile connectorSpanning te hoog / Probeer ander stopcontact
Betekenis van deze waarschuwing:
- Een te hoge spanning van het wandcontact detecteert of
- Een onverwachtse spanningsverhoging van het wandcontact detecteert.
Wat te doen:
Probeer de auto op te laden met een ander stopcontact. Als het opladen van de auto wordt begonnen, werd het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door het oorspronkelijke wandcontact. Laat de draadaansluiting van het gebouw met dat stopcontact controleren door een elektricien.
Al de auto nog steeds niet wordt opgeladen bij gebruik van een ander wandcontact, probeer dan de auto op een andere locatie op te laden.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector en controlelampjes.
UMC_a005Kan niet opladen met mobile connectorSpanning te laag / Probeer ander stopcontact
Betekenis van deze waarschuwing:
De auto kan niet worden opgeladen of het opladen wordt onderbroken, omdat de mobile connector ofwel:
- Onvoldoende voedingsspanning van het wandcontact detecteert of
- Een onverwachtse spanningsdaling van het wandcontact detecteert.
Wat te doen:
Probeer de auto op te laden met een ander stopcontact. Als het opladen van de auto wordt begonnen, werd het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door het oorspronkelijke wandcontact. Laat de draadaansluiting van het gebouw met dat stopcontact controleren door een elektricien.
Al de auto nog steeds niet wordt opgeladen bij gebruik van een ander wandcontact, probeer dan de auto op een andere locatie op te laden.
Deze waarschuwing is meestal specifiek voor externe laadapparatuur en stroombronnen en wijst meestal niet op een probleem met uw auto dat kan worden opgelost door een serviceafspraak te maken.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector en controlelampjes.
UMC_a007Temperatuur regelkast mobile connector te hoogLaat de mobile connector afkoelen voordat u doorgaat met opladen
Betekenis van deze waarschuwing:
Het opladen is onderbroken omdat de mobile connector een te hoge temperatuur heeft vastgesteld in de behuizing van de regelkast.
Wat te doen:
Zorg ervoor dat de mobile connector niet door iets wordt bedekt en er geen warmtebron nabij is. Als het probleem aanhoudt bij normale omgevingstemperaturen (lager dan 38 °C), is onderhoud nodig.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector en controlelampjes.
UMC_a008Kan niet opladen: temp. wandstekker hoogControle wandcontact en bedrading aanbevolen
Betekenis van deze waarschuwing:
Waarschuwingen dat de mobile connector een hoge temperatuur detecteert, geven aan dat het stopcontact dat wordt gebruikt voor het opladen te warm wordt en het opladen is gestopt om het stopcontact beschermen.
Dit duidt niet op een probleem met uw mobile connector of voertuig, maar op een probleem met het stopcontact / de elektrische installatie waarop de mobile connector is aangesloten.
Een warm stopcontact kan worden veroorzaakt door een niet volledig aangesloten stekker, een losse draadverbinding van het gebouw met het stopcontact of slijtage van het stopcontact.
Wat te doen:
Zorg ervoor dat de adapter volledig is aangesloten in het stopcontact. Als de normale oplaadsnelheid niet wordt hersteld, laat het stopcontact en de draadverbindingen van het gebouw met het stopcontact dan controleren en indien nodig repareren door een elektricien.
Als het stopcontact is versleten, moet het worden vervangen door een stopcontact van hoge kwaliteit. Overweeg en upgrade naar een Tesla Wall Connector voor meer gemak en de hoogste oplaadsnelheid.
UMC_a009Kan niet opladen: temperatuur laadgreep te hoogControleer laadgreep of laadpoort op vuil
Betekenis van deze waarschuwing:
Het opladen is onderbroken omdat de mobile connector een hoge temperatuur heeft vastgesteld in de laadgreep die is aangesloten op de laadpoort van de auto.
Wat te doen:
Controleer of de mobile connector volledig in de laadpoort van de auto is ingestoken.
Controleer de laadpoort en de handgreep van de Mobile Connector op belemmeringen of vocht. Zorg ervoor dat belemmeringen in de laadpoort of de handgreep van de Mobile Connector zijn verwijderd en dat vocht is opgedroogd en probeer de handgreep van de Mobile Connector opnieuw aan te sluiten op het laadcontact.
Controleer ook of de handgreep van de mobile connector niet door iets wordt bedekt en er geen warmtebron nabij is.
Als de waarschuwing aanhoudt bij normale omgevingstemperaturen (lager dan 38 °C) en zich voordoet bij meerdere oplaadpogingen, kan dit duiden op een storing in de Mobile Connector of de auto. Het wordt aanbevolen om een serviceafspraak te plannen op een voor u geschikt moment.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector en controlelampjes.
UMC_a010Aansluiting tussen mobile connector en adapter heetLaat afkoelen - Steek de adapter helemaal in de mobile connector
Betekenis van deze waarschuwing:
Het opladen is onderbroken omdat de mobile connector een hoge temperatuur heeft vastgesteld bij de aansluiting tussen de adapter van het stopcontact en de regelkast.
Wat te doen:
Controleer of de adapter van het stopcontact volledig is aangesloten op de regelkast van de mobile connector.
Zorg er ook voor dat de adapter van het stopcontact niet door iets wordt bedekt en er geen warmtebron nabij is.
Controleer, nadat u de adapter uit het stopcontact haalt, de aansluiting van de adapter en de regelkast van de Mobile Connector op belemmeringen of vocht. Zorg ervoor dat belemmeringen zijn verwijderd en dat vocht is opgedroogd en probeer de wandadapter vervolgens opnieuw aan te sluiten op de Mobile Connector en vervolgens op de stroombron (stopcontact).
Wanneer de temperatuur van de regelkast van de mobile connector is gedaald en eventuele belemmeringen zijn verwijderd, zou de waarschuwing moeten verdwijnen en zou u weer verder moeten kunnen met opladen.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector en controlelampjes.
UMC_a011Communicatiefout laadapparatuurProbeer opnieuw of probeer andere apparatuur
Betekenis van deze waarschuwing:
Uw auto kan niet worden opgeladen omdat het niet effectief kan communiceren met de mobile connector. De mobile connector kan niet bevestigen via nabijheidsdetectie dat de handgreep volledig is aangesloten op de auto.
Wat te doen:
Controleer eerst of het gebrek aan effectieve communicatie wordt veroorzaakt door de mobile connector en niet door een probleem met uw auto. Dit is meestal het geval.
Probeer de auto op te laden met andere externe oplaadapparatuur om dit te bevestigen.
- Als de auto wordt opgeladen, werd het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de mobile connector.
- Als de auto nog steeds niet wordt opgeladen, wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de auto.
Controleer de laadpoort en de handgreep van de Mobile Connector op belemmeringen (gebruik indien nodig een zaklamp). Zorg ervoor dat belemmeringen zijn verwijderd en dat vocht is opgedroogd en probeer de handgreep van de Mobile Connector opnieuw aan te sluiten op het laadcontact.
Deze waarschuwing is meestal specifiek voor externe laadapparatuur en stroombronnen en wijst meestal niet op een probleem met uw auto dat kan worden opgelost door een serviceafspraak te maken.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector en controlelampjes.
Zie Instructies voor het laden voor meer informatie over opladen.
UMC_a012Communicatiefout laadapparatuurProbeer opnieuw of probeer andere apparatuur
Betekenis van deze waarschuwing:
Uw auto kan niet worden opgeladen omdat het niet effectief kan communiceren met de mobile connector. De mobile connector heeft gedetecteerd dat deze geen geldig stuursignaal kan genereren of handhaven.
Wat te doen:
Controleer eerst of het gebrek aan effectieve communicatie wordt veroorzaakt door de mobile connector en niet door een probleem met uw auto. Dit is meestal het geval.
Probeer de auto op te laden met andere externe oplaadapparatuur om dit te bevestigen.
- Als de auto wordt opgeladen, werd het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de mobile connector.
- Als de auto nog steeds niet wordt opgeladen, wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de auto.
Controleer de laadpoort en de handgreep van de Mobile Connector op belemmeringen (gebruik indien nodig een zaklamp). Zorg ervoor dat belemmeringen zijn verwijderd en dat vocht is opgedroogd en probeer de handgreep van de Mobile Connector opnieuw aan te sluiten op het laadcontact.
Deze waarschuwing is meestal specifiek voor externe laadapparatuur en stroombronnen en wijst meestal niet op een probleem met uw auto dat kan worden opgelost door een serviceafspraak te maken.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector en controlelampjes.
Zie Instructies voor het laden voor meer informatie over opladen.
UMC_a013Fout in adapter van wandstekker - Oplaadsnelheid verlaagdSteek de adapter volledig in de mobile connector en probeer het opnieuw
Betekenis van deze waarschuwing:
Uw mobile connector kan niet communiceren met de wandstekkeradapter. Omdat uw mobile connector de temperatuur van de stekkeradapter niet kan controleren, wordt de laadstroom automatisch verlaagd tot 8A.
Wat te doen:
- Haal de mobile connector, inclusief de wandstekkeradapter, volledig uit het stopcontact.
- Controleer of de verbinding tussen de stekkeradapter en de hoofdbehuizing van uw mobile connector goed is.
- Koppel de stekkeradapter volledig los van de hoofdbehuizing van uw mobile connector.
- Steek de wandstekkeradapter weer volledig in de hoofdbehuizing van uw mobile connector door deze in de aansluiting te duwen totdat deze op zijn plaats klikt.
- Probeer opnieuw op te laden door de mobile connector, inclusief wandstekkeradapter, volledig in het stopcontact te steken.
- Als de waarschuwing aanhoudt, probeer dan een andere wandstekkeradapter te gebruiken (zie bovenstaande stappen om ervoor te zorgen dat de adapter volledig en correct is aangesloten op uw mobile connector).
- Als de waarschuwing niet meer aanwezig is, ligt het probleem waarschijnlijk bij de stekkeradapter die u eerder gebruikte.
- Als de waarschuwing aanhoudt, ligt het probleem waarschijnlijk bij uw mobile connector.
Schaf, indien nodig, een nieuwe adapter of Mobile Connector aan.
In de tussentijd kunt u blijven opladen met dezelfde apparatuur. De laadsnelheid wordt verlaagd, omdat de laadstroom wordt beperkt tot 8A zolang deze toestand aanhoudt.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector en controlelampjes.
UMC_a014Fout in adapter van wandstekker - Oplaadsnelheid verlaagdSteek de adapter volledig in de mobile connector en probeer het opnieuw
Betekenis van deze waarschuwing:
Uw mobile connector kan niet communiceren met de wandstekkeradapter. Omdat uw mobile connector niet kan identificeren op welk type stopcontact de stekkeradapter is aangesloten, wordt de laadstroom automatisch teruggebracht tot 8A.
Wat te doen:
- Haal de mobile connector, inclusief de wandstekkeradapter, volledig uit het stopcontact.
- Controleer of de verbinding tussen de stekkeradapter en de hoofdbehuizing van uw mobile connector goed is.
- Koppel de stekkeradapter volledig los van de hoofdbehuizing van uw mobile connector.
- Steek de wandstekkeradapter weer volledig in de hoofdbehuizing van uw mobile connector door deze in de aansluiting te duwen totdat deze op zijn plaats klikt.
- Probeer opnieuw op te laden door de mobile connector, inclusief wandstekkeradapter, volledig in het stopcontact te steken.
- Als de waarschuwing aanhoudt, probeer dan een andere wandstekkeradapter te gebruiken (zie bovenstaande stappen om ervoor te zorgen dat de adapter volledig en correct is aangesloten op uw mobile connector).
- Als de waarschuwing niet meer aanwezig is, ligt het probleem waarschijnlijk bij de stekkeradapter die u eerder gebruikte.
- Als de waarschuwing aanhoudt, ligt het probleem waarschijnlijk bij uw mobile connector.
Schaf, indien nodig, een nieuwe adapter of Mobile Connector aan. In de tussentijd kunt u blijven opladen met dezelfde apparatuur. De laadsnelheid wordt verlaagd, omdat de laadstroom wordt beperkt tot 8A zolang deze toestand aanhoudt.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector en controlelampjes.
UMC_a015Fout in adapter van wandstekker - Oplaadsnelheid verlaagdSteek de adapter volledig in de mobile connector en probeer het opnieuw
Betekenis van deze waarschuwing:
Uw mobile connector kan niet communiceren met de wandstekkeradapter. Omdat uw mobile connector niet kan identificeren op welk type stopcontact de stekkeradapter is aangesloten, wordt de laadstroom automatisch teruggebracht tot 8A.
Wat te doen:
- Haal de mobile connector, inclusief de wandstekkeradapter, volledig uit het stopcontact.
- Controleer of de verbinding tussen de stekkeradapter en de hoofdbehuizing van uw mobile connector goed is.
- Koppel de stekkeradapter volledig los van de hoofdbehuizing van uw mobile connector.
- Steek de wandstekkeradapter weer volledig in de hoofdbehuizing van uw mobile connector door deze in de aansluiting te duwen totdat deze op zijn plaats klikt.
- Probeer opnieuw op te laden door de mobile connector, inclusief wandstekkeradapter, volledig in het stopcontact te steken.
- Als de waarschuwing aanhoudt, probeer dan een andere wandstekkeradapter te gebruiken (zie bovenstaande stappen om ervoor te zorgen dat de adapter volledig en correct is aangesloten op uw mobile connector).
- Als de waarschuwing niet meer aanwezig is, ligt het probleem waarschijnlijk bij de stekkeradapter die u eerder gebruikte.
- Als de waarschuwing aanhoudt, ligt het probleem waarschijnlijk bij uw mobile connector.
Schaf, indien nodig, een nieuwe adapter of Mobile Connector aan. In de tussentijd kunt u blijven opladen met dezelfde apparatuur. De laadsnelheid wordt verlaagd, omdat de laadstroom wordt beperkt tot 8A zolang deze toestand aanhoudt.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector en controlelampjes.
UMC_a016Temperatuur regelkast mobile connector hoogMaximale oplaadsnelheid verlaagd
Betekenis van deze waarschuwing:
De laadstroom is tijdelijk verlaagd omdat de mobile connector een hogere temperatuur heeft vastgesteld in de behuizing van de regelkast.
Wat te doen:
Zorg ervoor dat de mobile connector niet door iets wordt bedekt en er geen warmtebron nabij is. Als het probleem aanhoudt bij normale omgevingstemperaturen (lager dan 38 °C), is onderhoud nodig.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector en controlelampjes.
UMC_a017Oplaadsnelh. verlaagd: temp. wandstekker hoogControle wandcontact en bedrading aanbevolen
Betekenis van deze waarschuwing:
Waarschuwingen dat de mobile connector een hoge temperatuur detecteert, geven aan dat het stopcontact dat wordt gebruikt voor het opladen te warm wordt en het opladen is vertraagd om het stopcontact beschermen.
Dit is meestal geen probleem met uw auto of mobile connector, maar met het stopcontact. Een warm stopcontact kan worden veroorzaakt door een niet volledig aangesloten stekker, een losse draadverbinding van het gebouw met het stopcontact of slijtage van het stopcontact.
Wat te doen:
Zorg ervoor dat de adapter volledig is aangesloten in het stopcontact. Als de normale oplaadsnelheid niet wordt hersteld, laat het stopcontact en de draadverbindingen van het gebouw met het stopcontact dan controleren en indien nodig repareren door een elektricien.
Als het stopcontact is versleten, moet het worden vervangen door een stopcontact van hoge kwaliteit. Overweeg en upgrade naar een Tesla Wall Connector voor meer gemak en de hoogste oplaadsnelheid.
UMC_a018Oplaadsnelheid verlaagd - Temperatuur handgreep hoogControleer laadgreep of laadpoort op vuil
Betekenis van deze waarschuwing:
De laadstroom is tijdelijk verlaagd omdat de mobile connector een hogere temperatuur heeft vastgesteld in de laadgreep die is aangesloten op de laadpoort van uw auto.
Wat te doen:
Controleer of de mobile connector volledig in de laadpoort van de auto is ingestoken.
Controleer de laadpoort en de handgreep van de Mobile Connector op belemmeringen of vocht. Zorg ervoor dat belemmeringen in de laadpoort of de handgreep van de Mobile Connector zijn verwijderd en dat vocht is opgedroogd en probeer de handgreep van de Mobile Connector opnieuw aan te sluiten op het laadcontact.
Controleer ook of de handgreep van de mobile connector niet door iets wordt bedekt en er geen warmtebron nabij is.
Als de waarschuwing aanhoudt bij normale omgevingstemperaturen (lager dan 38 °C) en zich voordoet bij meerdere oplaadpogingen, kan dit duiden op een storing in de Mobile Connector of de auto. Het wordt aanbevolen om een serviceafspraak te plannen op een voor u geschikt moment.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector en controlelampjes.
UMC_a019Aansluiting tussen mobile connector en adapter heetMaximale oplaadsnelheid verlaagd
Betekenis van deze waarschuwing:
De laadstroom is tijdelijk verlaagd omdat de mobile connector een hoge temperatuur heeft vastgesteld bij de aansluiting tussen de adapter van het stopcontact en de regelkast.
Wat te doen:
Controleer of de adapter van het stopcontact volledig is aangesloten op de regelkast van de mobile connector.
Controleer, nadat u de adapter uit het stopcontact haalt, de aansluiting van de adapter en de regelkast van de Mobile Connector op belemmeringen of vocht.
Het wordt aanbevolen om vuil / vreemde voorwerpen te verwijderen. Zorg ervoor dat belemmeringen zijn verwijderd en dat vocht is opgedroogd en probeer de wandadapter vervolgens opnieuw aan te sluiten op de Mobile Connector en vervolgens op de stroombron (stopcontact).
Zorg er ook voor dat de adapter van het stopcontact niet door iets wordt bedekt en er geen warmtebron nabij is. Als de waarschuwing aanhoudt bij normale omgevingstemperaturen (lager dan 38 °C) en zich voordoet bij meerdere oplaadpogingen, kan dit duiden op een storing in de Mobile Connector of de auto. Het wordt aanbevolen om een serviceafspraak te plannen op een voor u geschikt moment.
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Supercharger of Destination Charging-oplaadpunt, dat u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw auto. Zie Kaarten en navigatie voor meer informatie.
Raadpleeg de handleiding van het product voor meer informatie over het oplossen van problemen met de mobile connector en controlelampjes.
VCBATT_a180Vermogen elektrisch systeem is verminderdVoertuig kan onverwacht uitschakelen
Betekenis van deze waarschuwing:
Het elektrisch systeem kan de nodige spanning voor alle voertuigfuncties niet onderhouden.
Als deze waarschuwing aanwezig is terwijl u aan het rijden bent, is het mogelijk dat uw voertuig onverwachts wordt uitgeschakeld.
Als deze waarschuwing aanwezig is wanneer uw voertuig in de stand Park staat of voor het eerst uit de slaapstand komt, is het mogelijk dat uw voertuig niet voldoende elektrisch vermogen heeft om te gaan rijden. Er kan een afzonderlijke voertuigwaarschuwing aanwezig zijn om die toestand aan te geven.
Wat te doen:
Het wordt aanbevolen om het gebruik van niet-essentiële functies te stoppen of te verminderen. Dit kan uw voertuig helpen om voldoende elektrisch vermogen te behouden voor essentiële functies.
Als deze waarschuwing actief blijft, plan dan onmiddellijk onderhoud in. Zonder onderhoud kan uw voertuig onverwachts worden uitgeschakeld of start niet opnieuw op.
VCBATT_a182Onderhoud plannen om laagspanningsbatterij te vervangenSoftware wordt niet geüpdatet tot de batterij vervangen is
Betekenis van deze waarschuwing:
De laagspanningsbatterij vertoont verminderde prestaties en moet worden vervangen. Updates van de voertuigsoftware worden niet voltooid totdat de laagspanningsbatterij is vervangen.
Wat te doen:
Het wordt aanbevolen om de laagspanningsbatterij zo snel mogelijk te laten vervangen.
U kunt onderhoud plannen via de mobiele Tesla-app, of bij een onafhankelijke serviceprovider die vervanging van de laagspanningsbatterij voor uw voertuig aanbiedt. Houd er rekening mee dat de opties van onafhankelijke serviceproviders kunnen variëren, afhankelijk van uw voertuigconfiguratie en uw locatie.
Is de spanning van de laagspanningsbatterij te laag om de auto in te schakelen of de portieren te openen, volg dan de instructies in Als de auto geen voeding heeft.
Zie Informatie hoogspanningsbatterij voor meer informatie over het batterijsysteem.
VCBATT_a191Vermogen elektrisch systeem verminderdAuto wordt uitgeschakeld
Betekenis van deze waarschuwing:
De laagspanningsbatterij kan niet de elektrische ondersteuning bieden die nodig is om te rijden of te blijven rijden. Uw voertuig wordt uitgeschakeld om energie te besparen voor andere essentiële functies dan rijden.
Uw voertuig kan niet worden bestuurd of verder rijden terwijl deze toestand aanhoudt.
Wat te doen:
- Onmiddellijk veilig aan de kant gaat staan.
- Uw mobiele app gebruikt om onmiddellijk contact op te nemen met Tesla pechhulp, of indien gewenst andere pechhulp in te roepen
Als u niet binnen korte tijd veilig stopt, kan uw voertuig onverwacht uitvallen. Het is ook mogelijk dat uw auto na het parkeren niet herstart.
Als deze waarschwuing aanwezig is, kan het elektrische systeem de nodige spanning voor alle voertuigfuncties niet onderhouden. Veel voertuigfuncties werken mogelijk niet meer.
Het is mogelijk dat uw voertuig al het elektrische vermogen verliest. Als dit gebeurt, kunt u indien nodig nog wel de handmatige portierontgrendeling gebruiken om de auto te verlaten. Zie Portieren van binnenuit openen voor meer informatie.
Deze waarschuwing kan aanwezig zijn vanwege verschillende voertuigomstandigheden. Controleer voor meer informatie en verdere aanbevolen acties op andere actieve voertuigwaarschuwingen.
Als deze waarschuwing aanwezig blijft, is het raadzaam om onmiddellijk onderhoud in te plannen. Zonder onderhoud rijdt uw voertuig mogelijk niet, wordt onverwachts uitgeschakeld of start niet opnieuw op.
VCFRONT_a192Elektrisch systeem kan niet alle functies ondersteunenFuncties worden uitgeschakeld om energie te besparen
Betekenis van deze waarschuwing:
Het elektrische systeem kan niet alle functies van het voertuig ondersteunen. Uw voertuig schakelt niet-essentiële functies uit om energie te sparen voor essentiële functies.
Als deze waarschuwing aanwezig is terwijl u aan het rijden bent, is het mogelijk dat uw voertuig onverwachts wordt uitgeschakeld. Het is ook mogelijk dat uw auto na het parkeren niet herstart.
Niet-essentiële functies zijn mogelijk niet beschikbaar, zoals stoelverwarming, interieurklimaatregeling en entertainment in het voertuig. Dit gedrag is te verwachten en is bedoeld om uw voertuig te helpen om voldoende elektrisch vermogen te behouden voor essentiële functies, zoals de mogelijkheid de koplampen, ruiten en portieren, alarmknipperlichten en de voorbak te bedienen.
Het is mogelijk dat uw voertuig al het elektrische vermogen verliest. Als dit gebeurt, kunt u indien nodig nog wel de handmatige portierontgrendeling gebruiken om de auto te verlaten. Zie Portieren van binnenuit openen voor meer informatie.
Wat te doen:
Deze waarschuwing kan aanwezig zijn vanwege verschillende voertuigomstandigheden. Controleer voor meer informatie en verdere aanbevolen acties op andere actieve voertuigwaarschuwingen.
VCBATT_a220Elektrisch systeem kan niet alle functies ondersteunenOnderhoud inplannen
Betekenis van deze waarschuwing:
De laagspanningsbatterij kan niet de elektrische ondersteuning bieden die nodig is om te rijden of te blijven rijden.
Het is ook mogelijk dat uw voertuig onverwacht wordt uitgeschakeld. Het is ook mogelijk dat uw voertuig niet herstart na de huidige rit.
Mogelijk merkt u dat sommige niet-essentiële functies niet beschikbaar zijn. Dit is te verwachten omdat uw voertuig energie bewaart voor essentiële functies.
Wat te doen:
Als deze waarschuwing aanwezig is terwijl u aan het rijden bent, moet uw voertuig zo spoedig mogelijk tot stilstand komen. Verlaat veilig de weg bij de eerste gelegenheid.
Het wordt aanbevolen om het gebruik van niet-essentiële functies te stoppen of te verminderen. Dit kan uw voertuig helpen om voldoende elektrisch vermogen te behouden voor essentiële andere functies dan rijden, totdat onderhoud kan plaatsvinden.
Als deze waarschuwing aanwezig blijft, is het raadzaam om onmiddellijk onderhoud in te plannen. Zonder onderhoud rijdt uw voertuig mogelijk niet, wordt onverwachts uitgeschakeld of start niet opnieuw op.
VCBATT_a402Noodstroom elektrisch systeem niet beschikbaarVoertuig verbruikt meer energie bij stilstand
Betekenis van deze waarschuwing:
De noodstroombron voor het elektrische systeem, de laagspanningsbatterij, is niet beschikbaar of kan niet de spanning leveren die nodig is om alle voertuigfuncties te ondersteunen.
De hoofdbron van elektrische energie, het hoogspanningsbatterijsysteem, blijft voertuigfuncties ondersteunen, zelfs wanneer uw voertuig stilstaat. Zie Informatie hoogspanningsbatterij voor meer informatie over het hoogspanningsbatterijsysteem.
Mogelijk merkt u dat sommige niet-essentiële functies niet beschikbaar zijn. Dit is te verwachten omdat uw voertuig energie bewaart voor essentiële functies.
U zult mogelijk ook merken dat uw voertuig meer energie verbruikt dan normaal wanneer u er niet in rijdt, of dat uw voertuig na het opladen een lagere geschatte actieradius laat zien dan u normaal verwacht. Dit is normaal gedrag van het voertuig wanneer deze waarschuwing aanwezig is en zal aanhouden tot de noodstroombron is hersteld.
Er is een kans dat een probleem met de hoofdstroombron ertoe kan leiden dat uw voertuig onverwachts wordt uitgeschakeld.
Wat te doen:
Het wordt aanbevolen om het gebruik van niet-essentiële functies te beperken of te vermijden. Dit kan uw voertuig helpen om voldoende elektrisch vermogen te behouden voor essentiële functies.
Het wordt aanbevolen dat u zo snel mogelijk onderhoud plant, zodat de noodstroombron voor het elektrische systeem kan worden hersteld.
VCBATT_a496Voertuig is bezig met voorbereiden op uitschakelenVERLAAT VEILIG DE WEG
Betekenis van deze waarschuwing:
Het elektrische systeem kan onvoldoende ondersteuning bieden om te rijden of verder te rijden. Uw voertuig IS bezig met voorbereiden op uitschakelen om energie te besparen voor andere essentiële functies dan rijden.
Uw voertuig kan niet worden bestuurd of verder rijden terwijl deze toestand aanhoudt.
Wat te doen:
- Verlaat veilig de weg bij de eerste gelegenheid
- Uw mobiele app gebruikt om onmiddellijk contact op te nemen met Tesla pechhulp, of indien gewenst andere pechhulp in te roepen
Als u niet binnen korte tijd veilig stopt, kan uw voertuig onverwacht uitvallen. Het is ook mogelijk dat uw auto na het parkeren niet herstart.
Het is mogelijk dat uw voertuig al het elektrische vermogen verliest. Als dit gebeurt, kunt u indien nodig nog wel de handmatige portierontgrendeling gebruiken om de auto te verlaten. Zie Portieren van binnenuit openen voor meer informatie.
Deze waarschuwing kan aanwezig zijn vanwege verschillende voertuigomstandigheden. Controleer voor meer informatie en verdere aanbevolen acties op andere actieve voertuigwaarschuwingen.
VCSEC_a221Bandenspanning lager dan aanbevolen waardeControleer spanning en vul zo nodig bij
Betekenis van deze waarschuwing:
Deze waarschuwing geeft NIET aan dat er een sprake is van een platte band.
Het bandenspanningcontrolesysteem (TPMS) heeft bemerkt dat de bandenspanning in een of meer van uw banden minstens 20% lager is dan de aanbevolen spanning bij koude banden.
Zie Bandenspanning onderhouden voor gedetailleerde informatie over waar u de aanbevolen koude bandenspanning (RCP) voor de banden van uw auto kunt vinden, hoe u de bandenspanning controleert en hoe u de banden op de juiste bandenspanning houdt.
Deze waarschuwing kan verschijnen bij koud weer omdat de lucht in uw banden van nature samentrekt als het koud wordt, waardoor de bandenspanning afneemt.
Wat te doen:
Vul lucht bij om de banden op de aanbevolen koude bandenspanning te houden. Hoewel er vanuit wordt gegaan dat de bandenspanning bij lage temperaturen afneemt, moet de aanbevolen koude bandenspanning te allen tijde worden aangehouden.
De waarschuwing kan tijdens het rijden verdwijnen. Dit komt doordat de banden warmer worden en de bandenspanning toeneemt. Zelfs wanneer de waarschuwing verdwijnt, dienen de banden te worden bijgevuld met lucht nadat ze zijn afgekoeld.
De waarschuwing zal verdwijnen zodra het bandenspanningscontrolesysteem detecteert dat al uw banden zijn opgepompt tot de aanbevolen koude druk.
- Het waarschuwingslampje en het indicatielampje bandenspanning kunnen nog steeds aanwezig zijn onmiddellijk nadat u uw banden tot de aanbevolen koude druk hebt gevuld, maar beide moeten verdwijnen als u een korte afstand hebt gereden.
- Mogelijk moet u gedurende ten minste 10 minuten meer dan 15 mph (25 km/u) rijden voordat het bandenspanningscontrolesysteem uw bijgewerkte bandenspanning kan meten en rapporteren.
Verschijnt deze melding herhaaldelijk voor dezelfde band, laat de band dan controleren op een klein lek. U kunt een plaatselijke bandenwinkel bezoeken of service plannen met uw mobiele Tesla-app.
Zie Onderhoud banden voor meer informatie over bandenspanning en het vullen van banden met lucht.
VCSEC_a228Bandenspanning zeer laagSTOP ONMIDDELLIJK MET RIJDEN - Controleer op lekke band
Betekenis van deze waarschuwing:
Deze waarschuwing wijst erop dat een of meer banden van uw auto een extreem lage bandenspanning hebben of lek zijn.
Het bandenspanningcontrolesysteem (TPMS) heeft gedetecteerd dat de bandenspanning in een of meer van uw banden aanzienlijk lager is dan de aanbevolen spanning bij koude banden.
Wat te doen:
U moet zo spoedig mogelijk en voorzichtig stoppen met rijden. Controleer op een veilige plaats of de auto een lekke band heeft.
U kunt naar wens opties van Tesla pechhulp aanvragen (mobiele band, leenwiel, slepen). Zie Contact opnemen met Tesla pechhulp voor meer informatie.
In een niet-noodsituatie is het raadzaam om eenplaatselijke bandenwinkel te bezoeken voor assistentie of om onderhoud te plannen met uw mobiele Tesla-app.
Zie Bandenspanning onderhouden voor gedetailleerde informatie over waar u de aanbevolen koude bandenspanning (RCP) voor de banden van uw auto kunt vinden, hoe u de bandenspanning controleert en hoe u de banden op de juiste bandenspanning houdt.
Deze waarschuwing zou moeten verdwijnen zodra het bandenspanningscontrolesysteem een consistente bandenspanning van alle banden van ten minste 30 psi meet.
- Het waarschuwingslampje en het indicatielampje bandenspanning kunnen nog steeds aanwezig zijn onmiddellijk nadat u uw banden tot de aanbevolen koude druk hebt gevuld, maar beide moeten verdwijnen als u een korte afstand hebt gereden.
- Mogelijk moet u gedurende ten minste 10 minuten meer dan 15 mph (25 km/u) rijden voordat het bandenspanningscontrolesysteem uw bijgewerkte bandenspanning kan meten en rapporteren.
Zie Onderhoud banden voor meer informatie over bandenspanning en het vullen van banden met lucht.