Over Autopilot

Autopilot is een reeks geavanceerde rijhulpsystemen om het rijden veiliger en minder stressvol te maken. Deze functies maken Model S niet volledig autonoom en zijn geen vervanging voor u als bestuurder. Autopilot-functies zijn standaard op alle nieuwe Tesla-voertuigen.
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Afhankelijk van marktregio, voertuigconfiguratie, aangeschafte opties en softwareversie, zijn de volgende functies mogelijk niet aanwezig op uw auto of werkt een functie mogelijk niet exact op de manier die wordt beschreven.
Basic Autopilot omvat Traffic-aware cruise control en Automatisch sturen.
  • Traffic-aware cruise control: Houdt uw snelheid en een instelbare volgafstand tot een eventuele voorligger gelijk (zie Traffic-aware cruise control).
  • Automatisch sturen: Houdt uw snelheid en afstand tot een voorligger gelijk en houdt Model S daarnaast intelligent op zijn rijstrook (zie Automatisch sturen).
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Basic Autopilot is een functie waarbij u uw handen moet gebruiken. Houd uw handen altijd aan het Yoke-stuur (of stuurwiel) en let op de wegomstandigheden en andere weggebruikers om u heen (waaronder voetgangers en fietsers). Zorg ervoor dat u indien nodig onmiddellijk kunt ingrijpen. Als u deze instructies niet opvolgt, kan dat leiden schade en ernstig of zelfs dodelijk letsel.
Enhanced Autopilot omvat aanvullende functies. Functies van Enhanced Autopilot zijn ontworpen om de werkdruk van de bestuurder verder te verminderen en veelgebruikte acties te vergemakkelijken, zoals van rijstrook wisselen of parkeren.
  • Auto Lane Change: Verplaatst Model S naar een aangrenzende rijstrook wanneer u de richtingaanwijzer inschakelt en Automatisch sturen actief is (zie Auto Lane Change).
  • Navigeren met Autopilot: Leidt Model S actief vanaf de oprit van een auto(snel)weg tot de afrit, waaronder het wisselen van rijstrook, aanhouden van de juiste weg bij knooppunten, het automatisch inschakelen van de richtingaanwijzer, en het nemen van de juiste afrit (zie Navigeren met Autopilot).
  • Automatisch inparkeren: Parkeert de Model S, al dan niet in file (zie Automatisch inparkeren).
  • Summon: Rijdt Model S voor- of achteruit, ook als u zich buiten de auto bevindt. Dit is handig bij het parkeren in krappe parkeervakken (zie Summon).
  • Smart Summon: Rijdt de Model S uit een parkeervak en door complexere omgevingen, waarbij obstakels en andere voertuigen worden vermeden, om u tegemoet te komen of om een vooraf bepaald doel te bereiken (zie Smart Summon).
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Enhanced Autopilot is een functie waarbij u uw handen moet gebruiken. Houd uw handen altijd aan het stuur en let op de wegomstandigheden en andere weggebruikers om u heen (waaronder voetgangers en fietsers). Zorg ervoor dat u indien nodig onmiddellijk kunt ingrijpen. Als u deze instructies niet opvolgt, kan dat leiden schade en ernstig of zelfs dodelijk letsel.
Volledig zelfrijdende besturing omvat:
  • Verkeerslicht- en stopbordherkenning: Houdt uw snelheid en een volgafstand gelijk, houdt Model S op zijn rijstrook en remt en stopt voor verkeerslichten en stopborden (zie Verkeerslicht- en stopbordherkenning).
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Volledig automatische besturing is een functie waarbij u uw handen moet gebruiken. Houd uw handen altijd aan het stuur en let op de wegomstandigheden en andere weggebruikers om u heen (waaronder voetgangers en fietsers). Blijf altijd op de weg letten en zorg ervoor dat u altijd onmiddellijk kunt ingrijpen. Als u deze instructies niet opvolgt, kan dat leiden schade en ernstig of zelfs dodelijk letsel.

Hoe het werkt

Autopilot gebruikt de camera's op Model S, die de omgeving bewaken en andere voertuigen, voetgangers, wegmarkeringen en obstakels zoals hekken en stoepranden detecteren. Er zijn camera's aangebracht aan de voorkant, achterkant en zijkanten van Model S (zie Camera's).

Model S is mogelijk ook uitgerust met een interieurcamera, aangebracht in de binnenspiegel, die de alertheid van de bestuurder bewaakt. Het is uw verantwoordelijkheid om uw handen aan het stuur te houden, op de weg te letten en op ieder moment klaar te zijn om onmiddellijk in te grijpen.

Wanneer Autopilot is ingeschakeld toont Model S een reeks escalerende waarschuwingen om u eraan te herinneren uw handen aan het stuur te houden en op de weg te letten. Als u hier niet op reageert, wordt Autopilot uitgeschakeld en is het systeem niet meer beschikbaar voor de rest van de rit.

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Autopilot is uitsluitend bedoeld om uw rijcomfort en gemak te vergroten en is geen waarschuwings- of vermijdingssysteem voor botsingen. Het is uw verantwoordelijkheid om alert te blijven, veilig te rijden en de auto te allen tijde onder controle te hebben. Vertrouw nooit alleen op Autopilot om de Model S voldoende af te remmen. Blijf altijd op de weg voor u letten en zorg ervoor dat u klaar bent om in te grijpen. Als u dit niet doet, kan dit tot ernstig of zelfs dodelijk letsel leiden.

Het is uw verantwoordelijkheid om uzelf vertrouwd te maken met de beperkingen van Autopilot en op ieder moment klaar te zijn om onmiddellijk in te grijpen. Zie voor meer beperkingen, voorzorgen en waarschuwingen: Beperkingen en waarschuwingen.

Voorwaarden voor Autopilot

Zorg elke keer voordat u wegrijdt en voordat u Autopilot-functies gebruikt dat alle camera's schoon en vrij van belemmeringen zijn (zie Een camera reinigen). Vuile camera's en sensoren (indien aanwezig) en omgevingsomstandigheden zoals regen en vervaagde rijstrookmarkeringen kunnen de prestaties van Autopilot nadelig beïnvloeden. Als een camera is geblokkeerd of afgeschermd geeft de Model S een melding weer op het instrumentenpaneel en zijn Autopilot-functies mogelijk niet beschikbaar. Zie Probleemoplossing bij waarschuwingen voor meer informatie over specifieke waarschuwingen.

Voordat u Autopilot-functies kunt gebruiken, en na bepaalde servicebezoeken, moet u een korte afstand rijden om de camera's te kalibreren. Zie Rijden om camera's te kalibreren voor meer informatie.

Daarnaast werken deze functies mogelijk niet naar behoren onder de volgende omstandigheden:

  • De weg bevat scherpe bochten of aanzienlijke hoogteverschillen.
  • Verkeersborden en -signalering zijn onduidelijk, op verschillende manieren te interpreteren, of slecht onderhouden.
  • Het zicht is slecht (door zware regenval, sneeuw, hagel, etc. of door slecht verlichte wegen in het donker)
  • U rijdt in een tunnel of naast een geluidswal die het zicht van de camera('s) belemmert
  • Fel licht (zoals van koplampen van tegenliggers of direct zonlicht) hindert het camerazicht.

De lijst met situaties die de goede werking van Autopilot-functies kunnen verstoren, is niet volledig. Zie Beperkingen en waarschuwingen voor meer informatie.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Afhankelijk van marktregio, voertuigconfiguratie, aangeschafte opties en softwareversie, zijn de volgende functies mogelijk niet aanwezig op uw auto of werkt een functie mogelijk niet exact op de manier die wordt beschreven.
Autopilot-functie Beschikbaar als
Traffic-aware cruise control
  • U rijdt met een snelheid van 30 km/h t/m 140 km/h
    Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
    Opmerking
    U kunt Traffic-aware cruise control activeren bij lagere snelheden als er op ten minste 1,5 meter afstand vóór Model S een voertuig wordt gedetecteerd.
Automatisch sturen
  • U rijdt met een snelheid van 30 km/h t/m 140 km/h
    Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
    Opmerking
    U kunt Automatisch sturen activeren bij lagere snelheden als er op ten minste 1,5 meter afstand vóór de Model S een voertuig wordt gedetecteerd.
    Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
    Opmerking
    In een woonerf, een weg zonder middenstreep of een weg zonder toegangsbeperking is de maximaal toegestane kruissnelheid beperkt en wordt een melding weergegeven op het instrumentenpaneel. De begrensde snelheid is gelijk aan de maximumsnelheid voor de weg plus 10 km/h.
  • Koplampen worden ingesteld op Aan of Auto. Hoewel Autopilot zowel overdag als bij weinig licht (in het (schemer)donker) beschikbaar is, wordt Automatisch sturen uitgeschakeld en kan het niet worden ingeschakeld als de koplampen worden ingesteld op Uit. Wanneer Automatisch sturen wordt ingeschakeld, wordt automatisch ingeschakeld (zie Grootlicht ) en worden de ruitenwissers ingesteld op Auto.
Navigeren met Autopilot
  • U rijdt met een snelheid van 30 km/h t/m 140 km/h.
    Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
    Opmerking
    U kunt Navigeren met Autopilot activeren bij lagere snelheden als er op ten minste 1,5 meter afstand vóór Model S een voertuig wordt gedetecteerd.
  • En als u rijdt op een auto(snel)weg met toegangsbeperking. Wanneer u de weg met toegangsbeperking verlaat, gaat Navigeren met Autopilot weer over op Automatisch sturen.