Ruitenwissers en -sproeiers

Ruitenwissers

U kunt naar de ruitenwisserinstellingen gaan door op de knop aan het uiteinde van de richtingaanwijzerhendel te drukken of te tikken op Bediening > Ruitenwissers. U kunt de ruitenwissers ook toevoegen aan de onderbalk (zie Mijn apps aanpassen).

De knop op het uiteinde van de richtingaanwijzerhendel heeft twee niveaus.

Gedeeltelijk indrukken om de voorruit te wissen. Als de wisser al met een ingesteld interval werkt en niet is ingesteld op Auto, worden verschillende snelheden gekozen wanneer u herhaaldelijk op de knop drukt. De wissersnelheden zijn: I > II > III > IIII > III > II > I.
Volledig indrukken om de voorruit te sproeien. Als u de knop loslaat, zullen de ruitenwissers nog twee keer wissen en dan, afhankelijk van het voertuig en de omgevingsomstandigheden, een derde keer enkele seconden later. U kunt ook de ruitenwisserknop indrukken en ingedrukt houden voor doorlopend ruitensproeiervloeistof spuiten—de ruitenwissers voeren de wisslagen uit nadat u loslaat.

Wanneer u op de ruitenwisserknop drukt, geeft het touchscreen het ruitenwissermenu weer, waarmee u de instellingen van de ruitenwisser kunt aanpassen. Rol de linker scrolltoets op het stuurwiel omhoog of omlaag om de gewenste instelling te kiezen. U kunt ook het touchscreen of spraakbediening gebruiken (zie Spraakbediening).

Kaart voor ruitenwisserinstellingen met genummerde bijschriften

Schakel de ruitenwisser uit.
Kies hoe u de ruitenwissers wilt laten werken:
- IIII - Continu, snel.
- III - Continu, langzaam
- II - Met interval, snel.
- I - Met interval, langzaam.
- Auto - Model Y detecteert de neerslag en stelt de snelheid en intensiteit van de ruitenwissers aan. Als u op de ruitenwisserknop drukt wanneer de ruitenwissers zijn ingesteld op Auto, wordt de gevoeligheid van de ruitenwissers tijdelijk verhoogd.
  Opmerking
  Als u Automatisch sturen inschakelt, worden de ruitenwissers ingesteld op Auto. U kunt de instelling Auto van de ruitenwissers wijzigen tijdens het gebruik van Automatisch sturen, maar de ruitenwissers worden opnieuw standaard ingesteld op Auto wanneer u Automatisch sturen de volgende keer inschakelt.
  Opmerking
  De instelling Auto is momenteel een BÈTA-functie. Wanneer u onzeker bent over het gebruik van de instelling Auto in de BÈTA-fase, raadt Tesla u aan de ruitenwissers waar nodig handmatig te bedienen.

Controleer en reinig de wisserbladen regelmatig. Als een ruitenwisserblad is beschadig, moet het onmiddellijk worden vervangen. Zie Ruitenwissers, ruitensproeiers en ruitensproeiervloeistof voor details over het controleren en vervangen van wisserbladen.

Let op!

Controleer of de ruitenwissers zijn uitgeschakeld voordat u de Model Y wast, om te voorkomen dat de wissers worden beschadigd.

Let op!

Om schade aan de voorklep te voorkomen, moet deze volledig gesloten zijn voordat u de ruitenwissers gebruikt.

Let op!

Controleer bij extreme kou altijd of de ruitenwissers niet aan de voorruit vastgevroren zijn. Verwijder ijs van de voorruit voordat u de ruitenwissers gebruikt. IJs heeft scherpe kanten waardoor het rubber van de wisserbladen beschadigd kan raken.

Ruitensproeiers voorruit

Druk de knop op het uiteinde van de richtingaanwijzerhendel in om de ruitensproeiers te bedienen. Deze knop heeft twee niveaus. Druk de knop gedeeltelijk in om één keer te wissen, zonder ruitensproeiervloeistof. Druk de knop volledig in om zowel te wissen als te wassen. Bij het wassen van de voorruit worden de ruitenwissers ingeschakeld. Tijdens het sproeien van de ruit, worden de ruitenwissers ingeschakeld. Als u de knop loslaat, zullen de ruitenwissers nog twee keer wissen en dan, afhankelijk van het voertuig en de omgevingsomstandigheden, een derde keer enkele seconden later.

Richtingaanwijzer met pijl die naar een tip wijst

Vul de ruitensproeiervloeistof regelmatig bij (zie Ruitensproeiervloeistof bijvullen).