Verlichting
Bediening verlichting
U kunt ook de richtingaanwijzerhendel naar u toe trekken om een pop-upscherm te openen waarmee u snel de buitenverlichting kunt bedienen. Zo kunt u bijvoorbeeld de koplampen continu in of uitschakelen (waarbij de standaardinstelling Automatisch grootlicht wordt onderdrukt). Met het pop-upscherm voor verlichting kunt u alle instellingen van de buitenverlichting aanpassen, inclusief parkeerlichten, mistlampen (indien aanwezig) etc. De door u gekozen instelling wordt alleen gedurende de huidige rit bewaard.
Naast de verlichting die u via het touchscreen kunt bedienen, heeft de Model Y voor uw gemak verlichting die automatisch werkt op basis van wat u op dat moment doet. Zo gaan bij beperkt licht de binnenverlichting, contourverlichting, achterlichten en instapverlichting branden wanneer u de Model Y ontgrendelt, een portier opent en de selectiehendel in stand P (Parkeren) zet. Na ongeveer twee minuten gaat de verlichting weer uit of eerder als u schakelt of de Model Y vergrendelt. Gebruik deze instellingen om de buitenverlichting en interieurverlichting van uw auto te bedienen:
Koplampen
Telkens wanneer u Model Y start, wordt de buitenverlichting (koplampen, achterlichten, stadslichten en kentekenplaatverlichting) ingesteld op Auto. Indien ingesteld op Auto, wordt de buitenverlichting automatisch ingeschakeld tijdens het rijden bij onvoldoende daglicht. Ook al schakelt u een andere instelling in, de volgende keer dat u de auto start, wordt altijd de instelling Auto hersteld.
Tik op een van deze opties om de instelling van de buitenverlichting te wijzigen en te behouden totdat deze bij de volgende rit opnieuw wordt gewijzigd:
Mistlampen
De mistlampen (indien aanwezig) kunnen met een afzonderlijk bedieningselement worden ingeschakeld. Als de mistlampen aan zijn, werken ze altijd wanneer het dimlicht is ingeschakeld. Worden de koplampen uitgezet, dan gaan de mistlichten ook uit.
Leeslampen
Schakel de binnenverlichting (leeslampjes) in of uit. Indien ingesteld op AUTO, gaat de binnenverlichting automatisch aan bij het ontgrendelen van de Model Y, bij het openen van een portier om de auto te verlaten en als de selectiehendel in de stand P (Parkeren) wordt gezet.
U kunt de binnenverlichting ook handmatig in- en uitschakelen door op de lens te drukken. Als een binnenverlichting met de hand is ingeschakeld, gaat deze automatisch uit als de Model Y uitgeschakeld wordt. Als de Model Y al was uitgeschakeld toen u de binnenverlichting handmatig inschakelde, gaat deze uiteindelijk automatisch weer uit.
Sfeerverlichting
Als deze optie is ingeschakeld, gaat de sfeerverlichting in het interieur (indien aanwezig) branden wanneer de koplampen zijn ingeschakeld.
Stuurwiel verlichting
Als u Stuurverlichting inschakelt, worden de pijlen die horen bij de scrolltoetsen bij weinig omgevingslicht verlicht.
Leeslampen
Bij de tweede zitrij bevinden zich twee leeslampen, boven het portier en naast de kledinghangers (zie Kledinghangers). U kunt een leeslamp afzonderlijk in- en uitschakelen door op de lens te drukken. De leeslamp gaat automatisch uit wanneer de Model Y wordt uitgeschakeld.
Grootlicht
U kunt het grootlicht tijdelijk inschakelen door de richtingaanwijzerhendel naar u toe te trekken. Als u de hendel loslaat, gaat het grootlicht uit.
Om een grootlichtsignaal te geven, trekt u de richtingaanwijzerhendel naar u toe en laat u deze onmiddellijk weer los.
Standaard is Adaptieve koplampen ingeschakeld zodat het grootlicht automatisch wordt aangepast afhankelijk van of de Model Y een tegenliggend voertuig detecteert.
De volgende controlelampjes zijn zichtbaar op het touchscreen om de status van de koplampen aan te geven:
Adaptieve koplampen
Wanneer Adaptieve koplampen is ingeschakeld, wordt de lichtbundel van de koplampen automatisch aangepast voor het beste zicht. Als bijvoorbeeld verkeer de Model Y nadert en het grootlicht is ingeschakeld, worden afzonderlijke pixels van het grootlicht gedimd om verblinding tegen te gaan.
Op dezelfde wijze worden, wanneer het dimlicht is ingeschakeld terwijl u op de snelweg rijdt, de koplampen aangepast om een groter deel van de weg te verlichten.
De koplampen worden ook aangepast aan naderende bochten om 's avonds het zicht te verbeteren.
Om deze functie te bedienen, tikt u op
of gebruikt u het pop-upscherm voor verlichting dat op het touchscreen wordt weergegeven wanneer u de richtingaanwijzerhendel naar u toetrekt.Koplampen na uitstappen
Als Koplampen na uitstappen is ingeschakeld, blijven de koplampen aan wanneer u stopt en de Model Y bij weinig licht parkeert. Ze gaan na één minuut of wanneer de Model Y wordt vergrendeld, automatisch uit. Als deze functie is uitgeschakeld, gaan de koplampen uit zodra u de stand P (Parkeren) kiest en een portier opent.
Tik op
om deze functie in te schakelen.Koplamphoogteverstelling
Om de hoek van de koplampen aan te passen, tikt u op
, en volgt u de instructies op het scherm. U kunt de koplamp selecteren die u wilt verstellen door deze te selecteren op het touchscreen.Richtingaanwijzers
De richtingaanwijzers knipperen driemaal of continu, afhankelijk van hoe ver u de hendel omhoog of omlaag beweegt. Duw de richtingaanwijzerhendel lichtjes omhoog of omlaag voor een reeks van drie keer knipperen. Voor een continu signaal duwt u de hendel helemaal omhoog of omlaag.
De richtingaanwijzers worden uitgeschakeld door het stuurwiel, door de hendel in tegengestelde richting te zetten of door de hendel nogmaals licht in dezelfde richting te duwen.
Als Automatisch annuleren, worden de richtingaanwijzers automatisch uitgeschakeld wanneer de Model Y detecteert dat een manoeuvre is voltooid, zoals invoegen, wisselen van rijstrook, en splitsingen van de rijbaan. Als Automatische richtingaanwijzers is ingesteld op Uit, moet u de richtingaanwijzer handmatig annuleren met de richtingaanwijzerhendel.
is ingesteld opAlarmknipperlichten
Druk op de knop boven de achteruitkijkspiegel om de alarmknipperlichten in te schakelen. Alle richtingaanwijzers knipperen. Druk nogmaals op de knop om de alarmknipperlichten uit te schakelen.
Condensvorming in koplampen of achterlichten
Door weersveranderingen, luchtvochtigheid of recente blootstelling aan water (bijvoorbeeld in een wasstraat), kan condensvorming optreden in de koplampen of achterlichten van uw auto. Dit is normaal — naarmate het warmer wordt en de luchtvochtigheid afneemt, verdwijnt de condens meestal vanzelf. Als u merkt dat water zich ophoopt binnen in de buitenlenzen of wanneer condens het zicht van de buitenverlichting aantast, neem dan contact op met Tesla Service.