Aanhangers trekken en accessoires dragen
Draagcapaciteit - accessoires
Met het Towing-pakket kunt u een aanhanger trekken of accessoires (fietsen, ski's, snowboards etc.) dragen met uw Model Y.
Het Towing-pakket bestaat uit een bestaat uit een trekhaak met een kogelkoppeling van 50 mm die een accessoiredrager kan ondersteunen. Bij het dragen van accessoires, is de kogelkoppeling is bedoeld voor het ondersteunen van verticale lasten met een gewicht van maximaal 72 kg. Controleer bij het vervoeren van fietsen of andere voorwerpen op de afneembare trekhaakbeugel van de Model Y altijd of het maximumgewicht niet wordt overschreden. Het maximale draagvermogen van de trekhaak is 72 kg.
Bij het berekenen van het gewicht moet het gewicht van de accessoiredrager worden meegerekend.
Accessoiredragers die niet door Tesla zijn goedgekeurd
Naast het berekenen van het gewicht, is het belangrijk om ervoor ter zorgen dat het totale gewicht van uw accessoire niet het gespecificeerde gewicht en afstand van de kogel tot de trekhaak overschrijdt. De afstand wordt berekend op basis van het zwaartepunt van de accessoiredrager en de voorwerpen die aan de drager zijn gemonteerd. Bij dragers die niet zijn goedgekeurd door Tesla, meet u de verticale en horizontale afstand van de kogel op de trekhaak tot het zwaartepunt van de accessoiredrager.
Installatie en gebruik van een drager
Om een accessoiredrager te monteren en te gebruiken, moet de afneembare trekhaakbeugel worden aangesloten (zie De trekhaak aansluiten). Volg daarna de instructies die bij uw accessoiredrager zijn geleverd. Houd u aan de wet- en regelgeving in uw land of regio die betrekking heeft op het dragen van accessoires.
Het Towing-pakket van de Model Y bevat de benodigde bedrading voor accessoiredragers met verlichting (zie Elektrische aansluitingen). Het pakket is tevens compatibel met de Aanhangermodus-software (zie Aanhangermodus).
Draagcapaciteit - trekken van aanhangers
Trekgewicht | Aanhangerrem |
750 kg | Niet nodig |
1600 kg | Nodig |
Aanbevelingen voor passagiers en bandenspanning
Als u een aanhanger trekt, moeten de waarden voor de koude bandenspanning mogelijk worden aangepast aan de extra belasting en het aantal passagiers. Houd de banden op de hieronder weergegeven spanning (bij verschillen geldt de op de sticker met informatie over banden en belading vermelde bandenspanning niet):
Wiel-/velgmaat | Configuratie met 5 zitplaatsen | Configuratie met 7 zitplaatsen |
19" | 42 PSI (290 kPa) | 45 PSI (310 kPa) en snelheid verlagen tot minder dan 100 km/h |
20" | 42 PSI (290 kPa) | 45 PSI (310 kPa) en snelheid verlagen tot minder dan 100 km/h |
21" | 42 PSI (290 kPa) | Niet van toepassing |
Deze waarden gelden voor een geremde aanhanger van maximaal 1600 kg en een verticale belasting van maximaal 100 kg of minder. |
- Voor aanhangers die meer dan 750 kg wegen, dient een afzonderlijk aanhangwagenremsysteem met een onafhankelijke bediening te worden gebruikt. Het geremde trekgewicht is 1600 kg. Volg nauwgezet de instructies van de fabrikant van het aanhangwagenremsysteem om te waarborgen dat de aanhangwagenremmen goed worden geïnstalleerd, afgesteld en onderhouden.
- De kogeldruk is de neerwaartse kracht die de aanhangwagenkoppeling uitoefent op de trekhaakkogel. Deze moet ten minste 4% van de totale aanhangwagenlast bedragen. De maximale kogeldruk (of technisch toelaatbare massa op het aankoppelpunt) bedraagt 100 kg. Door veel uitrusting, passagiers of lading in het trekkende voertuig mee te nemen, wordt de toegestane kogeldruk verlaagd, waardoor ook het maximale trekgewicht afneemt. Het maximale trekgewicht wordt berekend ervan uitgaande dat de TPMLM (technisch toegestane maximummassa in beladen toestand) niet wordt overschreden (zie Belading).
Als de informatie op het conformiteitscertificaat, trekhaaklabel of het kenplaatje strijdig is met de informatie in deze handleiding, dan geldt de eerstgenoemde informatie.
Alvorens een aanhanger te trekken
Alvorens een aanhanger te trekken, moet het volgende doen:
- Vul de banden tot de koude bandenspanning die wordt vermeld in Onderhoud banden.
- Houd u aan de wet- en regelgeving die betrekking heeft op het trekken van een aanhanger. Niet naleven van wet- en regelgeving kan ertoe leiden dat uw veiligheid in gevaar komt.
- Stel de buitenspiegels zo in dat u een onbelemmerd zicht naar achter hebt met een zo klein mogelijke dode hoek.
- Schakel Aanhangermodus in (zie Aanhangermodus).
Controleer of:
- Model Y horizontaal op zijn wielen staat (niet doorzakt) wanneer de aanhanger is aangekoppeld. Als de auto doorzakt (en aan de voorkant dus omhoog komt): controleer of het in Draagcapaciteit - trekken van aanhangers genoemde maximale trekgewicht en de kogeldruk niet worden overschreden.
- Alle onderdelen en toebehoren van de trekhaak, veiligheidskettingen en elektrische aansluitingen (inclusief achteruitrijlicht en mistlampen, indien aanwezig) in goede staat verkeren en goed zijn aangesloten. Ga niet met de aanhanger rijden als er problemen waarneembaar zijn.
- De verlichting van de aanhanger goed werkt (remlichten, richtingaanwijzers en contourverlichting).OpmerkingAls de Model Y zich in Aanhangermodus bevindt of een aansluiting voor aanhangerverlichting heeft gedetecteerd en de Model Y een elektrische storing detecteert in de richtingaanwijzers van de aanhanger, knipperen de richtingaanwijzers aan de desbetreffende kant(en) sneller dan normaal (zie Aanhangermodus).
- De aanhanger goed is aangekoppeld, dat wil zeggen, de koppeling goed is bevestigd op de trekhaakkogel.
- Veiligheidskettingen correct zijn aangesloten tussen de aanhanger en het trekkende voertuig. Kruis de veiligheidskettingen onder de kogel van de aanhanger om te voorkomen dat de kogel de weg raakt wanneer deze loskomt van de trekhaak. Bevestig de ketting met genoeg ruimte om te voorkomen dat hij in bochten strak komt te staan, maar zorg er ook voor dat de ketting niet over de grond sleept.
- Alle lading is gezekerd.
- Er zijn wielblokken beschikbaar.
- De lading op de aanhanger gelijkmatig is verdeeld, zodat de kogeldruk ca. 4-10% van het totale aanhangergewicht bedraagt zonder dat de in Draagcapaciteit - trekken van aanhangers genoemde maximale kogeldruk wordt overschreden.Let op!Als de aanhanger niet goed wordt beladen (bijv. te veel lading aan de achterkant) kan de aanhanger gaan slingeren, waardoor de auto mogelijk onbeheersbaar wordt.
Richtlijnen voor het trekken van aanhangers
Model Y is in eerste instantie bedoeld en ontworpen als auto voor het vervoer van personen. Het trekken van een aanhanger zorgt voor extra belasting van de motor(en), de aandrijving, de remmen, de banden en de vering en leidt tot een veel kleiner bereik. Als u besluit een aanhanger te gaan trekken, ga dan voorzichtig te werk en neem de volgende algemene richtlijnen in acht:
- Breng uw rijsnelheid omlaag en voorkom abrupte manoeuvres. Onthoud dat het sturen, de stabiliteit, de draaicirkel, de remweg en de remprestaties bij het trekken van een aanhanger anders zijn dat tijdens rijden zonder aanhanger.
- Houd ten minste een twee keer zo grote afstand aan tot de auto voor u dan normaal. Zo kunt u situaties voorkomen waarin hard moet worden geremd. Abrupt hard remmen kan slippen of scharen van de combinatie tot gevolg hebben, waardoor u de beheersing over de combinatie verliest.
- Voorkom scherpe bochten. In te scherpe bochten kunnen de auto en de aanhanger elkaar raken, waardoor er schade ontstaat. Onthoud dat de wielen van de aanhanger een kortere bocht maken dan de wielen van de auto. Neem bochten bij het trekken van een aanhanger dan ook wijder dan normaal om te voorkomen dat de aanhanger de stoeprand, verkeersborden, bomen of andere objecten raakt.
- Controleer regelmatig de verlichting en richtingaanwijzers van de aanhanger op een goede werking.
- Controleer regelmatig of de lading goed vastzit.
- Parkeer bij voorkeur niet op een helling (zie Parkeren met een aanhanger).
- Controleer regelmatig of alle onderdelen die te maken hebben met het trekken van de aanhanger, nog goed vastzitten.
Aanhangermodus
Aanhangermodus (stand aanhangwagen trekken) moet bij het trekken van een aanhanger altijd zijn ingeschakeld. Als u de elektrische aansluiting van een aanhanger aansluit terwijl de auto in de stand P (Parkeren) staat, schakelt de Model Y automatisch Aanhangermodus in. Als u de elektrische aansluiting van de aanhanger loskoppelt, wordt Aanhangermodus niet automatisch uitgeschakeld. Tik op op het touchscreen om Aanhangermodus handmatig in of uit te schakelen. Een van de volgende indicatoren wordt weergegeven op het touchscreen:
Als de Model Y zich in Aanhangermodus bevindt of een aansluiting voor aanhangerverlichting heeft gedetecteerd en de auto een elektrische storing detecteert in de richtingaanwijzers van de aanhanger, knipperen de richtingaanwijzers aan de desbetreffende kant(en) sneller dan normaal. Als u niet meer met de aanhanger hoeft te rijden en u de elektrische aanhangeraansluiting hebt losgekoppeld, knipperen de richtingaanwijzers sneller dan normaal en wordt de rode aanhangerindicator weergegeven op het touchscreen totdat Aanhangermodus handmatig is uitgeschakeld.
Sommige functies van Autopilot en de functionaliteit van de parkeersensoren achter zijn mogelijk niet beschikbaar wanneer Aanhangermodus is ingeschakeld. Daarnaast verschilt de werking van de volgende functies:
- Traffic-aware Cruise Control vergroot de afstand tot uw voorligger.
- Side Collision Warning is actief, maar automatisch ingrijpen op de besturing is uitgeschakeld.
- De remkracht van Automatic Emergency Braking (zie Collision Avoidance Assist) wordt mogelijk begrensd.
Parkeren met een aanhanger
Probeer zo mogelijk niet op een helling te parkeren. Als parkeren op een helling echter absoluut noodzakelijk is, moeten er wielkeggen voor of achter de wielen van de aanhanger worden geplaatst. Overweeg de hulp van een tweede persoon bij deze stappen:
- Eén persoon houd het rempedaal ingetrapt.
- De tweede persoon plaatst de wielblokken voor of achter de wielen van de auto, aan de kant waar de weg naar beneden loopt.
- Wanneer de wielkeggen op hun plaats liggen, kunt u het rempedaal loslaten. Controleer of de keggen het gewicht van de auto en de aanhanger kunnen houden.OpmerkingBij het controleren van wielkeggen, mag Vehicle Hold (zie Vehicle Hold) niet ingeschakeld zijn. Wanneer de Model Y wordt geremd door Vehicle Hold, brandt het bijbehorende controlelampje op het touchscreen. Trap het rempedaal in en laat het weer los om Vehicle Hold uit te schakelen.
- Zet de auto in de stand P (Parkeren).
De trekhaak aansluiten
Het pakket voor het trekken van aanhangers voor de Model Y bestaat uit een trekhaak met een kogelkoppeling van 50 mm. Wanneer deze niet in gebruik is, dient de trekhaak te worden verwijderd. Bewaar deze op een droge plaats om roestvorming te voorkomen. Breng het stofkapje aan op het opnameprofiel van de trekhaakbeugel om te voorkomen dat er vuil en stof in komt.
De trekhaakbeugel plaatsen:
- Wrik met een dun voorwerp, zoals een botermes of platte schroevendraaier rondom de randen van de trekhaakkap en maak de 15 klemmen los waarmee de kap aan de achterzijde is bevestigd. Bewaar de stofkap op een veilige plaats.
- Plaats de sleutel in de slotcilinder van de trekhaakbeugel en draai de cilinder zo dat de bovenkant van de sleutel in lijn is met de stand "Open".
- Trek de slotcilinder ongeveer 0,5 cm uit de adapter en draai deze rechtsom totdat het pictogram Unlock is gefixeerd aan de bovenkant van de slotcilinder.Let op!Ga bij het verdraaien van de slotcilinder voorzichtig te werk. Als de cilinder niet in de stand “Open” wordt geborgd, keert hij vanzelf terug in zijn oorspronkelijke stand “Closed”, waardoor u uw vingers kunt bezeren.
- Pak de trekhaak stevig aan de onderkant vast en lijn deze uit met de overeenkomstige uitsparingen in het opnameprofiel.OpmerkingPak niet de slotcilinder vast, want deze moet vrij kunnen draaien.
- Druk de trekhaakbeugel in het opnameprofiel totdat de slotcilinder snel naar links draait en automatisch in de stand "Closed" wordt vergrendeld.
- Controleer of de trekhaak volledig in het profiel zit door aan de trekhaak te trekken.OpmerkingAls de trekhaakbeugel niet in zijn opnameprofiel is vergrendeld, zal deze eruit vallen wanneer u de trekhaak omlaagtrekt.
- Verdraai de sleutel totdat de pijlen in een lijn liggen met de het pictogram Lock op de slotcilinder.
- Neem de sleutel uit het slot en bewaar deze op een veilige plaats (bij voorkeur in de auto).OpmerkingDe sleutel kan alleen worden verwijderd als de trekhaakbeugel is vergrendeld. Hieruit blijkt dat de trekhaak goed is bevestigd. Gebruik de trekhaak niet met de sleutel in het slot.OpmerkingTesla adviseert de sleutelcode te noteren. U hebt deze sleutelcode nodig als u de sleutels verliest en nieuwe exemplaren moet bestellen.
-
OpmerkingDe trekhaakbeugel wordt met 6 bouten bevestigd aan de carrosserie van de auto.
De trekhaak loskoppelen
Verwijder de trekhaak na het trekken:
- Plaats de sleutel en draai deze zo dat de bovenkant van de sleutel in lijn is met het pictogram Unlock.
- Houd de trekhaakbeugel aan de onderkant stevig vast om te voorkomen dat het geheel op de grond valt, trek de slotcilinder ca. 0,5 cm naar buiten en draai deze rechtsom totdat de het pictogram Lock naar de bovenkant schuift. De slotcilinder is nu ontgrendeld in de stand “Open” en de trekhaakbeugel valt uit het opnameprofiel.AttentieGa bij het verdraaien van de slotcilinder voorzichtig te werk. Als de cilinder niet in de stand “Open” wordt geborgd, keert hij vanzelf terug in zijn oorspronkelijke stand “Closed”, waardoor u uw vingers kunt bezeren.
- Plaats de stofkap weer op het opnameprofiel voor de afneembare trekhaakbeugel om te voorkomen dat zich vuil in het profiel ophoopt, door deze vast te zetten in de drukklemmen.
- Breng het stofkapje weer aan op de slotcilinder van de afneembare trekhaakbeugel en bewaar de trekhaakbeugel op een veilige plaats.OpmerkingOm de trekhaakbeugel in een goede staat te houden, dient u het oppervlak ervan regelmatig in te vetten met niet-harshoudend vet.
Elektrische aansluitingen
Wet- en regelgeving vereist dat alle aanhangwagens zijn uitgerust met achterlichten, remlichten, contourverlichting en richtingaanwijzers. Om de aanhangerverlichting van stroom te voorzien is een ingebouwde 13-polige connector geleverd. Deze bevindt zich op de meeste aanhangers bij de bedradingsstekkers van de trekstang. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om ervoor te zorgen dat alle elektrische aansluitingen intact zijn en dat alle lichten van de aanhanger voorafgaand en tijdens het trekken van de aanhanger werken. U dient de handmatige controles uit te voeren.
- Linker richtingaanwijzer
- Mistlamp achter
- Massa voor pennen 1-8
- Rechter richtingaanwijzer
- Rechter achterlicht
- Remlichten
- Linker achterlicht
- Achteruitrijlichten
Alle pennen zijn voorzien van laagspanning-voeding. Niet-werkende aanhangerverlichting tijdens het rijden met een aanhanger kan het gevolg zijn van een storing in de bedrading van de aanhanger of een te hoog stroomverbruik van de lampen die zijn aangesloten op de uitgang(en) van de aanhanger. Als dit gebeurt, wordt een rood pictogram voor Aanhangermodus weergegeven op het touchscreen. Los eventuele problemen met de bedrading op en/of verminder het aantal lampen die zijn aangesloten op de uitgang(en) van de aanhanger en schakel vervolgens Aanhangermodus uit en weer in.
Gevolgen voor het bereik
Het gewicht en de luchtweerstand van de auto nemen toe wanneer er een aanhanger wordt getrokken. Daardoor kan de actieradius aanzienlijk afnemen. Ondanks dat Reisplanner (indien beschikbaar in uw land) het geschatte verbruik probeert aan te passen op basis van Aanhangermodus, kan het werkelijke energieverbruik afwijken. Plan de lengte van uw ritten en de laadstops dienovereenkomstig.