Kinderzitjes

Frontairbag passagierszijde moet UIT zijn

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Als het in uw land is toegestaan om een kind op de passagiersstoel voorin te laten plaatsnemen, plaats dan nooit een kind op de passagiersstoel voorin als de frontairbag aan passagierszijde is ingeschakeld. Controleer altijd of deze airbag UIT is (zie Airbags).

Raadpleeg het volgende label dat op de zonnekleppen is aangebracht:

Airbag-waarschuwingssticker op de zonneklep met 1) een kinderzitje afgebeeld op de voorstoel met een rode cirkel met schuine streep 2) een geactiveerde airbag met een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje en een kind 3) een hand die naar een open boek wijst met een ‘I’

Om de frontairbag aan passagierszijde uit te schakelen, moet u er eerst voor zorgen dat het voertuig in de parkeerstand staat. Tik vervolgens op Bediening > Veiligheid > Frontairbag passagierszijde (zie Airbags).

De status van de frontairbag aan passagierszijde wordt in de hoek van het touchscreen aangegeven:

Pictogram van passagier met airbag en tekst: Airbag passagier UIT
Als een kind op de passagiersstoel voorin is geplaatst (wanneer toegestaan), controleer dan altijd voordat u gaat rijden of de frontairbag aan passagierszijde UITgeschakeld is.
Pictogram van kind in kinderzitje met cirkel met schuine streep en tekst: Airbag passagier AAN
Om een volwassene die vervolgens plaatsneemt op de passagiersstoel voorin te beschermen, moet u altijd controleren of de frontairbag aan passagierszijde weer is ingeschakeld.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Als een kind plaatsneemt op de voorpassagiersstoel, is het de verantwoordelijkheid van de bestuurder om te controleren of de frontairbag aan passagierszijde is uitgeschakeld. Als de frontairbag aan passagierszijde niet wordt uitgeschakeld wanneer een kinderzitje op de passagiersstoel voorin is geplaatst, plaats het kinderzitje en het kind dan op de achterbank en maak onmiddellijk een serviceafspraak met de mobiele app.

Geschiktheid en plaatsen van kinderzitjes

Alle veiligheidsgordels van de Model X zijn bedoeld voor volwassenen. Bij het vervoeren van kinderen moet u het volgende doen:

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Als u een kinderzitje installeert, moet u ook de veiligheidsgordel vastgespen om te voorkomen dat het waarschuwingsgeluid voor de veiligheidsgordels klinkt.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Als uw Model X is uitgerust met monopost-stoelen op de tweede zitrij, schakel dan Makkelijk instappenvoor de derde zitrij uit wanneer u een kinderzitje op de tweede zitrij installeert (zie Toegang tot de stoelen op de derde rij (indien aanwezig) - Monopost-stoelen).
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Als uw Model X is uitgerust met achterbanken, schakel dan Makkelijk instappen voor de derde zitrij uit wanneer u een kinderzitje op de tweede zitrij installeert (zie Toegang tot de stoelen op de derde rij (indien aanwezig) - achterbanken).
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Voordat u gaat rijden, maar na het installeren van een kinderzitje op de tweede zitrij, moet u controleren dat de waarschuwing "stoel ontgrendeld" NIET wordt weergegeven op het touchscreen of instrumentenpaneel. Deze waarschuwing betekent dat de stoel onveilig is voor een inzittende, omdat deze niet is teruggezet in de veilige, vergrendelde stand. Als deze waarschuwing wordt weergegeven op het touchscreen of instrumentenpaneel, zet de stoel of rugleuning dan iets naar voren totdat deze stevig in zijn stand wordt vergrendeld en het bericht niet langer wordt weergegeven.

Aanbevolen kinderzitjes

In de onderstaande tabel vindt u de door Tesla aanbevolen kinderzitjes op basis van de gewichtsklasse van het kind (zoals beschreven in ECE R44 "Uniforme bepalingen met betrekking tot kinderzitjes"). Hoewel kinderen van elke gewichtsklasse op elke zitplaats in de Model X kunnen zitten, kan het te gebruiken type kinderzitje per zitplaats verschillen. Op de zitplaats midden achterin mogen bijvoorbeeld alleen kinderzitjes met gordelbevestiging worden gebruikt (zoals beschreven in Twee plaatsingsmethoden).

Postuur* Gewichtsklasse** Gewicht kind Aanbevolen door Tesla

-

Klasse 0+

Tot 13 kg

Maxi-Cosi CabrioFix met
Easybase2, FamilyFix of EasyFix

45-105 cm

-

-

Maxi-Cosi Pearl 360 met Familyfix 360

-

Klasse I

9 tot 18 kg

Britax Römer DUO PLUS

-

Klasse II

15 tot 25 kg

Britax Römer KIDFIX2 R

100-150 cm

-

-

Britax Römer KIDFIX I-Size

-

Klasse III

22 tot 36 kg

Britax KIDFIX2 R, Peg Perego Viaggio 2-3 Shuttle voet

* volgens fabrieksopgave R129 CRS
** volgens R44 CRS

Britax Römer Kidfix i-Size

Indien u het Britax Römer Kidfix i-Size kinderzitje gebruikt, zoals aanbevolen door Tesla voor kinderen met een lengte tussen 100 en 150 cm, moet u ook de Britax SecureGuard gebruiken. Bij gebruik van de Britax SecureGuard, moet u de heupgordel vlak over de heupen van het kind houden. Plaats de schoudergordel niet onder de SecureGuard. Raadpleeg de instructies van Britax voor meer informatie.

Grotere kinderen

Gebruik een geschikte zitverhoging als een kind te groot is voor een kinderzitje maar nog niet groot genoeg om de veiligheidsgordel goed te kunnen gebruiken. Volg exact de instructies van de fabrikant voor het plaatsen en het gebruik van een zitverhoger.

Twee plaatsingsmethoden

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Om een kinderzitje te plaatsen, dient u altijd zorgvuldig de instructies van de fabrikant van het kinderzitje te lezen en te volgen.

Hoewel er vele andere varianten zijn, zijn er in het algemeen twee soorten kinderzitjes, gebaseerd op de manier waarop zij op de stoel worden bevestigd:

Sommige kinderzitjes kunnen op beide manieren bevestigd worden. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van het kinderzitje om te bepalen welke plaatsingsmethode u moet gebruiken en voor aanwijzingen voor het plaatsen.

In de Model X kunnen systemen met gordelbevestiging op elke passagiersstoel worden geplaatst. ISOFIX/i-Size-systemen kunnen op de buitenste zitplaatsen op de tweede zitrij worden geplaatst. Hieronder leest u welk type kinderzitje op welke zitplaats kan worden gebruikt.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
ISOFIX en i-Size zijn internationale normen voor geïntegreerde verankeringen in passagiersvoertuigen voor de bevestiging van kinderzitjes.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Gebruik geen ISOFIX/i-Size verankeringen met een kinderzitje of zitverhogers die zijn voorzien van een integrale veiligheidsgordel als het totale gewicht van het kind en het kinderzitje hoger is dan 33 kg.

Passagiersstoel voorin

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Laat nooit een kind op de voorpassagiersstoel zitten wanneer de frontairbag aan passagierszijde actief is. Dit kan tot ernstig of zelfs dodelijk letsel leiden.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Om een kinderzitje met gordelbevestiging op de voorstoel te kunnen plaatsen, moet u de stoel in de middelhoge stand (ca. 3 cm verhogen) zetten.
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
De passagiersstoel voorin is niet uitgerust met onderste verankeringspunten voor ISOFIX-kinderzitjes. Ook is de passagiersstoel voorin niet voorzien van een bovenste verankeringspunt.
10 afbeeldingen van de voorpassagiersstoel. 1) Groen vinkje met ‘Airbag passagier UIT’, 2) Tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje met blauwe naar achteren en naar boven wijzende pijlen. De volgende 4 afbeeldingen bevatten groene vinkjes 3) in de rijrichting geplaatst kinderzitje, 4) tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje, 5) zitverhoger, 6) tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje met steunpoot en de volgende 4 afbeeldingen over gebruik van ISOFIX verankeringspunten bevatten rode diagonale kruizen: 7) in de rijrichting, bijschriften A, B, B1, 8) tegen de rijrichting in, bijschriften C, D, E, 9) in de rijrichting met steunpoot, 10) tegen de rijrichting in met steunpoot

Als de frontairbag aan passagierszijde is uitgeschakeld en de hoogte van de zitting in de middelste stand is gezet, mogen kinderen op de voorstoel worden geplaatst als een van de volgende soorten kinderzitjes met gordelbevestiging wordt gebruikt:

  • In de rijrichting geplaatst, universeel.
  • Tegen de rijrichting in geplaatst, universeel.
Gewichtsklasse Gewicht kind Frontairbag passagierszijde AAN Frontairbag passagierszijde UIT
Klasse 0 Tot 10 kg Niet toegestaan Toegestaan
Klasse 0+ Tot 13 kg Niet toegestaan Toegestaan
Klasse I 9 tot 18 kg Niet toegestaan Toegestaan
Klasse II 15 tot 25 kg Niet toegestaan Toegestaan
Klasse III 22 tot 36 kg Niet toegestaan Toegestaan

Buitenste zitplaatsen op tweede zitrij (achterbank)

11 afbeeldingen van buitenste zitplaatsen achterin. 1) Groene vinkjes in buitenste zitplaatsen met pijlen wijzend naar ISOFIX-vergrendelingen en een pijl wijzend naar riemlocatie, 2) tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje en naar voren en boven wijzende pijlen op de voorstoel. De volgende 6 afbeeldingen bevatten groene vinkjes 3) in de rijrichting geplaatst kinderzitje, 4) tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje, 5) zitverhoger, 6) in de rijrichting geplaatst kinderzitje met steunpoot en gebruik van ISOFIX verankeringspunten , 7) tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje met steunpoot en gebruik van ISOFIX/i-Size verankeringspunten , 8) close-up van steunpoot , 9) in de rijrichting geplaatst kinderzitje met gebruik van ISOFIX verankeringspunten en bijschriften A, B, B1 , 10) tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje met gebruik van ISOFIX verankeringspunten en bijschriften C, D, E, 11) naar links gerichte reiswieg in lengterichting met bijschrift L1

Kinderen mogen op een buitenste zitplaats op de tweede zitrij worden geplaatst in een kinderzitje met gordelbevestiging of in een ISOFIX (IU) of i-Size (i-U) kinderzitje. De buitenste zitplaatsen op de tweede zitrij zijn geschikt voor het gebruik van de volgende ISOFIX-lengteklassen:

  • Lengteklasse A*, B, en B1, in de rijrichting geplaatst.
  • Lengteklasse C*, D en E tegen de rijrichting in geplaatst.
  • Lengteklasse L1 naar links gerichte reiswieg in lengterichting.

Grotere kinderen mogen ook op een buitenste zitplaats achterin op een zitverhoger van Type B2 of B3 worden geplaatst, die is bevestigd volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Om grote tegen de rijrichting in geplaatste ISOFIX-kinderzitjes (lengteklasse C) te kunnen installeren, dient u de stoel mogelijk helemaal naar achteren te zetten en de overeenkomstige voorstoel halverwege naar voren te zetten (tot 13 cm vóór de achterste stand), de stoel te verhogen (3 cm boven de laagste stand) en de rugleuning 15 graden schuin te zetten (of 10 graden naar achteren vanuit de voorste stand).
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Op de buitenste zitplaatsen op de tweede zitrij wordt het gebruik van bovenste bevestigingsriemen ondersteund (zie Bovenste riemen bevestigen).
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Alle gewichtsklassen worden ondersteund.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Gebruik Makkelijk instappen(zoals beschreven in Bestuurdersprofielen) niet om de bestuurdersstoel automatisch volledig naar achteren te verplaatsen, wanneer een kinderzitje is aangebracht op de achterbank achter de bestuurdersstoel. Vanwege de beperkte ruimte, kan het verplaatsen van de stoel de benen van een kind raken, letsel veroorzaken of het zitje loswrikken.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Voordat u gaat rijden na het installeren van een kinderzitje op de tweede zitrij, moet u controleren dat de waarschuwing "stoel ontgrendeld" NIET wordt weergegeven op het touchscreen of instrumentenpaneel. Deze waarschuwing betekent dat de stoel onveilig is voor een inzittende, omdat deze niet is teruggezet in de veilige, vergrendelde stand. Als deze waarschuwing wordt weergegeven op het touchscreen of instrumentenpaneel, zet de stoel of rugleuning dan iets naar voren totdat deze stevig in zijn stand wordt vergrendeld en het bericht niet langer wordt weergegeven.

Buitenste zitplaatsen op tweede zitrij (monopost-stoelen)

10 afbeeldingen van buitenste zitplaatsen achterin. 1) Groene vinkjes in buitenste zitplaatsen met pijlen wijzend naar ISOFIX-vergrendelingen en een pijl wijzend naar riemlocatie, 2) tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje en naar voren en boven wijzende pijlen op de voorstoel. De volgende 8 afbeeldingen bevatten groene vinkjes 3) in de rijrichting geplaatst kinderzitje, 4) tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje, 5) zitverhoger, 6) in de rijrichting geplaatst kinderzitje met gebruik van ISOFIX verankeringspunten en bijschriften A,B, B1, 7) tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje met gebruik van ISOFIX verankeringspunten en bijschriften C, D, E, 8) close-up van steunpoot 9) in de rijrichting geplaatst kinderzitje met gebruik van ISOFIX verankeringspunten met steunpoot, 10) tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje met gebruik van ISOFIX verankeringspunten met steunpoot

Kinderen mogen op een buitenste zitplaats op de tweede zitrij worden geplaatst in een kinderzitje met gordelbevestiging of in een ISOFIX-kinderzitje. Op een buitenste zitplaats achterin mag u een in de rijrichting geplaatst of tegen de rijrichting in geplaatst ISOFIXof i-Size (i-U) kinderzitje gebruiken. De buitenste zitplaatsen op de tweede zitrij zijn geschikt voor het gebruik van de volgende ISOFIX-lengteklassen:

  • Lengteklasse A*, B, en B1, in de rijrichting geplaatst.
  • Lengteklasse C*, D en E tegen de rijrichting in geplaatst.

Grotere kinderen mogen ook op een buitenste zitplaats op de tweede zitrij op een zitverhoger van Type B2 of B3 worden geplaatst, die is bevestigd volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Om grote tegen de rijrichting in geplaatste ISOFIX-kinderzitjes (lengteklasse C) te kunnen installeren, dient u de stoel mogelijk helemaal naar achteren te zetten en de overeenkomstige voorstoel halverwege naar voren te zetten (tot 13 cm vóór de achterste stand), de stoel te verhogen (3 cm boven de laagste stand) en de rugleuning 15 graden schuin te zetten (of 10 graden naar achteren vanuit de voorste stand).
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Op de buitenste zitplaatsen op de tweede zitrij wordt het gebruik van bovenste bevestigingsriemen ondersteund (zie Bovenste riemen bevestigen).
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Alle gewichtsklassen worden ondersteund.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Gebruik Makkelijk instappen (zoals beschreven in Bestuurdersprofielen) niet om de bestuurdersstoel automatisch volledig naar achteren te verplaatsen, wanneer een kinderzitje is aangebracht op de achterbank achter de bestuurdersstoel. Vanwege de beperkte ruimte, kan het verplaatsen van de stoel de benen van een kind raken, letsel veroorzaken of het zitje loswrikken.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Bij modellen met een derde zitrij moet, wanneer een kind op een monopost-stoel op de tweede zitrij is geplaatst, de knop voor het naar voren zetten van een buitenste stoel op de tweede zitrij voor eenvoudige toegang worden ingesteld op UIT (tik op Bediening > Stoelen > Makkelijk instappen). Op deze manier moet u de knop handmatig ingedrukt houden om de stoel te verplaatsen, waardoor u voorkomt dat een kind op de tweede zitrij tegen de betreffende voorstoel wordt gedrukt. Zie Toegang tot de stoelen op de derde rij (indien aanwezig) - Monopost-stoelen).
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Voordat u gaat rijden na het installeren van een kinderzitje op de tweede zitrij, moet u controleren dat de waarschuwing "stoel ontgrendeld" NIET wordt weergegeven op het touchscreen of instrumentenpaneel. Deze waarschuwing betekent dat de stoel onveilig is voor een inzittende, omdat deze niet is teruggezet in de veilige, vergrendelde stand. Als deze waarschuwing wordt weergegeven op het touchscreen of instrumentenpaneel, zet de stoel of rugleuning dan iets naar voren totdat deze stevig in zijn stand wordt vergrendeld en het bericht niet langer wordt weergegeven.

Middelste zitplaats op de tweede zitrij

11 afbeeldingen van middelste zitplaats achterin. 1) 2 afbeeldingen op middelste zitplaats met groen vinkje, 2) Tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje en naar voren en naar boven wijzende pijlen op de voorstoel. De volgende 4 afbeeldingen bevatten groene vinkjes 3) in de rijrichting geplaatst kinderzitje, 4) tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje, 5) zitverhoger, 6) close-up van steunpoot. De volgende 4 afbeeldingen bevatten rode diagonale kruizen 7) in de rijrichting geplaatst kinderzitje met gebruik van ISOFIX verankeringspunten en bijschriften A, B, B1 , 8) tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje met gebruik van ISOFIX verankeringspunten en bijschriften C, D, E, 9) in de rijrichting geplaatst kinderzitje met gebruik van ISOFIX verankeringspunten en steunpoot , 10) tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje met gebruik van ISOFIX verankeringspunten en steunpoot

Kinderen mogen op de middelste zitplaats achterin worden geplaatst met een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje met gordelbevestiging. Kinderen mogen op de middelste zitplaats achterin worden geplaatst met een tegen de rijrichting in geplaatst of een in de rijrichting geplaatst kinderzitje.

Grotere kinderen mogen op de middelste zitplaats op de tweede zitrij op een zitverhoger van Type B2 of B3 worden geplaatst, die is bevestigd volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
De middelste zitplaats op de tweede zitrij is niet is uitgerust met onderste verankeringspunten voor ISOFIX-kinderzitjes.
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Alle gewichtsklassen worden ondersteund.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
In auto's met een derde zitrij mag u niet de knop op de rugleuning gebruiken voor een buitenste zitplaats op achterbank op de tweede zitrij wanneer een kind op de tweede zitrij zit. Als deze knop wordt bediend, worden de gecombineerde linker en middelste zitplaats naar voren gekanteld waardoor de inzittende bekneld kan raken. Als u deze knop gebruikt, mag u er niet op vertrouwen dat de Model X automatisch de inzittenden in de auto detecteert en daar rekening mee houdt. Gebruik deze knop alleen wanneer de zitplaatsen op de tweede zitrij niet bezet zijn. Zie (zie Toegang tot de stoelen op de derde rij (indien aanwezig) - achterbanken).
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Voordat u gaat rijden na het installeren van een kinderzitje op de tweede zitrij, moet u controleren dat de waarschuwing "stoel ontgrendeld" NIET wordt weergegeven op het touchscreen of instrumentenpaneel. Deze waarschuwing betekent dat de stoel onveilig is voor een inzittende, omdat deze niet is teruggezet in de veilige, vergrendelde stand. Als deze waarschuwing wordt weergegeven op het touchscreen of instrumentenpaneel, zet de stoel of rugleuning dan iets naar voren totdat deze stevig in zijn stand wordt vergrendeld en het bericht niet langer wordt weergegeven.

Zitplaatsen op de derde zitrij

10 afbeeldingen van zitplaatsen op de derde zitrij. 1) Groene vinkjes in zitplaatsen met pijlen wijzend naar ISOFIX-vergrendelingen en een pijl wijzend naar riemlocatie, 2) Tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje en naar voren en boven wijzende pijlen op de voorstoel. De volgende 3 afbeeldingen bevatten groene vinkjes 3) in de rijrichting geplaatst kinderzitje, 4) tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje, 5) zitverhoger, en de resterende afbeeldingen hebben rode diagonale kruizen 6) close-up van steunpoot, 7) in de rijrichting geplaatst kinderzitje met steunpoot met gebruik van ISOFIX verankeringspunten, 8) tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje met steunpoot met gebruik van ISOFIX verankeringspunten, 9) tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje met gebruik van ISOFIX verankeringspunten, 10) in de rijrichting geplaatst kinderzitje met ISOFIX verankeringspunten

Kinderen mogen op een zitplaats op de derde zitrij worden geplaatst in een kinderzitje met gordelbevestiging.

Grotere kinderen mogen ook op zitplaats op de derde zitrij op een zitverhoger van Type B2 worden geplaatst, die is bevestigd volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Om ruimte te maken voor groot tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje, dient u mogelijk de betreffende stoelen op de tweede zitrij naar voren te zetten en de rugleuning naar de voorste stand te verstellen.
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
De zitplaatsen op de derde zitrij zijn niet is uitgerust met onderste verankeringspunten voor ISOFIX-kinderzitjes.
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Alle gewichtsklassen worden ondersteund.

Plaatsen van kinderzitjes met gordelbevestiging

Volg altijd de gedetailleerde aanwijzingen van de fabrikant van het kinderzitje. Volg deze algemene richtlijnen voor kinderzitjes met gordelbevestiging:

  • Controleer of het kinderzitje geschikt is voor het gewicht, de lengte en de leeftijd van het kind.
  • Zorg dat het kind niet te dikke kleding draagt.
  • Leg geen voorwerpen tussen het kind en het kinderzitje.
  • Verstel vóór aanvang van iedere rit de riemen van het kinderzitje voor ieder kind.
  1. Plaats het kinderzitje op de geschikte zitplaats en trek de veiligheidsgordel volledig uit. Plaats en bevestig het kinderzitje volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje.
    Een kinderzitje dat met de autogordel in een passagiersstoel is vastgemaakt.
  2. Laat de gordel strak oprollen, zorg dat er geen speling overblijft door het zitje bij het oprollen van de gordel stevig in de stoel van de auto te drukken.
  3. Bevestig de bovenste bevestigingsriem(en) volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje (zie Bovenste riemen bevestigen).

ISOFIX-kinderzitjes plaatsen

De buitenste zitplaatsen op de tweede zitrij zijn uitgerust met ISOFIX/i-Size verankeringspunten. Deze verankeringspunten bevinden zich tussen de zitting en de rugleuning. De exacte locatie van elk verankeringspunt wordt aangegeven met een markering (hieronder afgebeeld) op de rugleuning, direct boven het betreffende verankeringspunt.

Monopost-stoelen:

Het ISOFIX-pictogram en de pijlen die de locatie van de ISOFIX-vergrendelingen aangeven.

Plaats op de tweede zitrij ISOFIX/i-Size-kinderzitjes alleen op de buitenste zitplaatsen. Gebruik in het midden alleen een zitje dat met de veiligheidsgordel bevestigd moet worden.

Twee groene vinkjes op de buitenste zitplaatsen op de tweede zitrij en een rode X op de middelste stoel

Banken:

Het ISOFIX-pictogram en de pijlen die de locatie van de ISOFIX-vergrendelingen aangeven.

Plaats op de tweede zitrij ISOFIX/i-Size-kinderzitjes alleen op de buitenste zitplaatsen. Gebruik in het midden alleen een zitje dat met de veiligheidsgordel bevestigd moet worden.

Twee groene vinkjes op de buitenste zitplaatsen op de tweede zitrij en een rode X op de middelste stoel

Om een ISOFIX/i-Size-kinderzitje te plaatsen, dient u zorgvuldig de instructies van de fabrikant van het kinderzitje te lezen en te volgen. In deze instructies wordt beschreven hoe u het kinderzitje op de verankeringspunten schuift totdat het zitje hoorbaar vastklikt. Mogelijk moet u het kinderzitje stevig tegen de rugleuning drukken om het goed te bevestigen.

Een kinderzitje dat op zijn plaats schuift met een tekstballon met een uitroepteken erin, wijzend naar de verankeringspunten

Voordat u een kind in het kinderzitje zet, dient u te controleren of het kinderzitje stevig is bevestigd. Pak de voorkant van het kinderzitje aan weerszijden vast en probeer:

  • Het kinderzitje heen en weer te draaien.
  • Het kinderzitje van de stoel te trekken.

Als het kinderzitje draait of van de stoel beweegt, zijn beide vergrendelingen niet volledig in de verankeringspunten van de stoel bevestigd. Plaats het zitje dan opnieuw en probeer het nog eens. Het is essentieel dat beide vergrendelingen op het kinderzitje volledig zijn bevestigd.

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Gebruik geen ISOFIX/i-Size verankeringen met een kinderzitje of zitverhogers die zijn voorzien van een integrale veiligheidsgordel als het totale gewicht van het kind en het kinderzitje hoger is dan 33 kg.

Steunpoot

De zitplaatsen op de eerste en tweede zitrij in de Model X ondersteunen het gebruik van een kinderzitje met een steunpoot. Als het kinderzitje is uitgerust met een steunpoot, trek de steunpoot dan uit volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje.

Steunpoot voor kinderzitje met pijl die omlaag en van de stoel af wijst

Bovenste riemen bevestigen

De zitplaatsen op de tweede en derde zitrij ondersteunen het gebruik van bovenste riemen. Als volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje een bovenste riem moet worden bevestigd, bevestig dan de haak van de riem aan het verankeringspunt achter de betreffende zitplaats.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Zet de bovenste bevestigingsriemen vast volgens de aanwijzingen van de fabrikant van het kinderzitje.

De verankeringspunten voor riemen bevinden zich op rugleuning van de zitplaatsen op de tweede en derde zitrij.

Bij dubbele bevestigingsriemen dient er aan weerszijden van de hoofdsteun een riem te worden aangebracht.

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Als u bevestigingsriemen aanlegt, houd de riem dan dicht bij de hoofdsteun, zoals hieronder is afgebeeld. Op een Model X met derde zitrij mag de knop voor toegang tot de derde zitrij op de achterste wang van de stoel niet worden bedekt door een bevestigingsriem.
Groene riem bij hoofdsteun met een groen vinkje en rode riem met rode X die de knop voor toegang op de zitplaats bedekt
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
GEBRUIK IN HET MIDDEN ALLEEN EEN ZITJE DAT MET DE VEILIGHEIDSGORDEL BEVESTIGD MOET WORDEN.

Dubbele riem - monopost-stoelen op de tweede zitrij:

De locatie van verankeringspunten achter de zitplaatsen op de tweede zitrij

Dubbele riem - banken op de tweede zitrij:

De locatie van verankeringspunten achter de zitplaatsen op de tweede zitrij

Dubbele riem - stoelen op de derde zitrij

De locatie van verankeringspunten achter de zitplaatsen op de derde zitrij

Enkelvoudige riem - monopost-stoelen op de tweede zitrij:

Bij enkele bevestigingsriemen brengt u riem op de buitenste zitplaatsen aan over de buitenste zijde van de hoofdsteun (dezelfde kant als het oprolmechanisme van de veiligheidsgordel).

Enkelvoudige riem - banken op de tweede zitrij:

Bij enkele bevestigingsriemen brengt u riem op de buitenste zitplaatsen aan over de buitenste zijde van de hoofdsteun (dezelfde kant als het oprolmechanisme van de veiligheidsgordel). Op de middelste zitplaats (indien aanwezig) brengt u de riem in het midden aan over de bovenkant van de hoofdsteun.

De locatie van verankeringspunten achter de zitplaatsen op de derde zitrij

Technische informatie

ECE 16-07 Bijlage 17, Aanhangsel 3, Tabel 1

Stoelpositienummer (zie onder)

1 en 3
Airbag pass UIT

1 en 3
Airbag pass AAN

4 5 6 7 9
Toegestane gewichtsklassen 0, 0+, I, II, III Nee 0, 0+, I, II, III 0, 0+, I, II, III 0, 0+, I, II, III 0, 0+, I, II, III 0, 0+, I, II, III
Geschikt voor universele gordelbevestiging? Ja (*1) Nee Ja Ja Ja Ja (*4) Ja (*4)
Geschikt voor i-Size? Nee Nee Ja Nee Ja Nee Nee
Geschikt voor lengterichting (L1/L2)? Nee Nee L1 (*3) Nee Nee Nee Nee
Grootste geschikte tegen de rijrichting in geplaatste ISOFIX (R1/R2X/R2/R3). Nee Nee R3 (*2) Nee R3 (*2) Nee (*5) Nee (*5)
Grootste geschikte in de rijrichting geplaatst ISOFIX-zitje (F1/F2X/F2/F3). Nee Nee F3 Nee F3 Nee (*5) Nee (*5)
Grootste geschikte zitverhoger (B2/B3). B3 Nee B3 (*6) B3 (*6) B3 (*6) B2 B2
Geschikt voor steunpoot? Ja Nee Ja Ja Ja Nee Nee
*OPMERKINGEN:

1. Om een kinderzitje met gordelbevestiging op de voorstoel te kunnen plaatsen, moet u de stoel in de middelhoge stand zetten.
2. Om een ISOFIX-kinderzitje op een zitplaatsen op de tweede of derde zitrij te kunnen plaatsen, dient u de overeenkomstige stoel daarvóór halverwege naar voren te zetten. Verstel de rugleuning 15 graden ten opzichte van de voorste stand. Alleen voorstoel - zet de zitting 3 cm omhoog vanuit de laagste stand.
3. Links op de achterbank op de tweede zitrij mag een reiswieg worden gebruikt, niet op monopost-stoelen.
4. Wanneer een universeel kinderzitje met gordelbevestiging op de derde zitrij is geïnstalleerd, kunnen de buitenste en middelste zitplaatsen op de tweede zitrij niet worden gebruikt.
5. ISOFIX op de derde zitrij is beschikbaar in auto's die vóór oktober 2019 zijn gefabriceerd.
6. Op de buitenste zitplaatsen mogen twee of drie zitverhogers van type B3 of B2 worden gebruikt.

De gespen voor veiligheidsgordels voor volwassenen bevinden zich op geen enkele zitplaats in lengterichting tussen ISOFIX-verankeringspunten.

Overzicht van stoelpositienummers

Stoelpositie Locatie in auto
1 Linksvoor (alleen auto's met stuur rechts)
3 Rechtsvoor (alleen auto's met stuur links)
4 Linker zitplaats tweede zitrij
5 Middelste zitplaats tweede zitrij
6 Rechter zitplaats tweede zitrij
7 Linker zitplaats derde zitrij (optioneel)
9 Rechter zitplaats derde zitrij (optioneel)

Waarschuwingen m.b.t. kinderzitjes

Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Gebruik nooit een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje op een stoel die wordt beschermd door een actieve frontairbag aan passagierszijde. Dit kan tot ernstig of zelfs dodelijk letsel leiden. Raadpleeg het waarschuwingslabel op de zonneklep.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Sommige kinderzitjes zijn zo ontworpen dat zij op de autostoel worden bevestigd door middel van een heupgordel of door middel van het heupgedeelte van een driepuntsgordel. Bij een botsing lopen kinderen gevaar als het kinderzitje niet goed in de auto is vastgezet.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Gebruik geen in de rijrichting geplaatst kinderzitje totdat uw kind meer dan 9 kg weegt en zelfstandig kan zitten. Tot de leeftijd van twee jaar zijn de ruggengraat en nek van kinderen niet voldoende ontwikkeld om letsel te vermijden bij een frontale botsing.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Laat baby's en kinderen nooit op schoot van een volwassene meerijden. Kinderen moeten altijd vervoerd worden in een goedgekeurd en geschikt kinderzitje.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Volg de aanwijzingen in deze handleiding en de aanwijzingen van de fabrikant van het kinderzitje om er zeker van te zijn dat kinderen veilig vervoerd worden.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
De gordelwaarschuwing op het touchscreen is niet voldoende; u moet zelf controleren of een kinderzitje correct is bevestigd. De stoelbezettingssensoren detecteren mogelijk geen kinderzitjes.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Kinderen moeten worden vervoerd in een tegen de rijrichting in geplaatst. kinderzitje waarbij zo lang mogelijk de 5-puntsgordel wordt gebruikt totdat het kind de maximale lengte of het maximale gewicht van het tegen de rijrichting in geplaatste kinderzitje bereikt.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Zorg er bij het vervoer van grotere kinderen voor dat het hoofd wordt ondersteund en dat de veiligheidsgordels goed zijn afgesteld en bevestigd. Het schoudergedeelte van de gordel mag niet tegen het gezicht of de nek komen en het heupgedeelte mag niet op de buik rusten.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Maak nooit twee kinderzitjes vast aan één verankeringspunt. Eén verankeringspunt is mogelijk niet sterk genoeg om bij een zware aanrijding twee zitjes vast te houden.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Verankeringspunten van kinderzitjes zijn alleen bestand tegen krachten die correct geplaatste kinderzitjes er op kunnen uitoefenen. Ze mogen in geen geval worden gebruikt voor veiligheidsgordels van volwassenen of andere veiligheidsriemen, of voor het bevestigen van items of uitrusting aan de auto.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Controleer de gordels en de bevestigingsriemen altijd op slijtage en beschadiging.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Laat een kind nooit alleen achter, ook niet als het kind in het zitje vastzit.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Gebruik nooit een kinderzitje dat eerder aan een aanrijding is blootgesteld. Voer het zitje dan af en laat het vervangen conform de aanwijzingen van de fabrikant van het kinderzitje.