Track Mode
Track Mode is alleen beschikbaar op Model 3 Performance-auto's. Deze modus is bedoeld om de stabiliteitscontrole, Tractie Controle, regeneratief remmen en koelsystemen aan te passen om de prestaties en handling te verbeteren wanneer op afgesloten circuits wordt gereden. Track Mode verbetert de wendbaarheid door slim gebruik te maken van de motoren, het regeneratief remmen en het normale bedrijfsremsysteem. Als deze modus is ingeschakeld, werkt het koelsysteem op een hogere capaciteit voordat en wanneer er sportief wordt gereden en daarna, zodat de voertuigsystemen beter bestand zijn tegen de extra warmteontwikkeling.
Gebruik van Track Mode
Track Mode is altijd uitgeschakeld als u de Model 3 start. Als u Track Mode voor uw huidige rit wilt inschakelen, schakelt u naar P en volgt u de onderstaande stappen:
- Tik op
Als de modys is ingeschakeld, wordt boven de rijsnelheid op het touchscreen CIRCUIT weergegheven en verschijnt het pop-upvenster Track Mode op de kaart. In de statusweergave op het touchscreen verschijnt een afbeelding met kleurcodering van uw Model 3 die u in één oogopslag belangrijke informatie geeft over de batterij, de motoren, de banden en de remmen. Zie De status van de auto bewaken.
. - Naar wens kunt u de instellingen van Track Mode aanpassen door te tikken op Instellingen Track Mode in het pop-upvenster Track Mode (zie Track Mode aanpassen). U kunt de instellingen van Track Mode ook openen door te tikken op en vervolgens op Aanpassen naast de betreffende instelling van Track Mode.OpmerkingWacht bij een gele or rode markering totdat de batterij- en motortemperatuur afneemt, voor optimale prestaties.
- Als u de rondetimer wilt gebruiken, volg dan de instructies op het scherm om een speld op de kaart te plaatsen die de start/finish van de ronde aangeeft. Vervolgens dient u op START op de rondetimer te drukken om uw rijsessie te starten. Na de start, begint de rondetimer te tellen wanneer u met de Model 3 voorbij de start/finish rijdt die u hebt aangegeven met de speld op de kaart. Zie Gebruik van de rondetimer.
- Schakelen en OP WEG!
Als u de rondetimer hebt gestart, wordt de timer telkens wanneer u start/finish passeert teruggezet. Zie Gebruik van de rondetimer.
U kunt ook een real-time acceleratiemeter (G-meter) laten weergeven door over het kaartgedeelte van het touchscreen te vegen. Zie G-meter.
Wanneer Track Mode is ingeschakeld:
- Autopilot-functies zijn niet beschikbaar
- De instelling van Slip Start wordt genegeerd.
- Energieverbruik neemt toe.
- Entertainmentfuncties zijn niet beschikbaar
Gebruik de instelling op het touchscreen om Track Mode op ieder moment uit te schakelen. Als u de Model 3 uitschakelt, wordt ook Track Mode uitgeschakeld (hoewel deze mogelijk nog op het touchscreen wordt weergegeven als koelen na rijden wordt uitgevoerd). Als Track Mode is uitgeschakeld, worden alle vorige instellingen en de normale werking van alle functies hersteld.
Let op!Driver Assistance-functies worden automatisch uitgeschakeld wanneer Track Mode is ingeschakeld. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om veilig te rijden en te allen tijde de controle over de auto te behouden. Driver Assistance-functies worden automatisch opnieuw ingeschakeld wanneer Track Mode is uitgeschakeld.
Track Mode aanpassen
Als u Track Mode wilt aanpassen, tikt u op Instellingen Track Mode in het pop-upvenster Track Mode dat op de kaart wordt weergegeven wanneer u Track Mode inschakelt. U kunt de instellingen van Track Mode ook openen door te tikken op en vervolgens op Aanpassen naast de betreffende instelling van Track Mode. Kies een bestaande instelling van Track Mode in de lijst van kant-en-klare profielen van Tesla. Of maak een nieuw profiel met instellingen door te tikken op Nieuwe instellingen toevoegen, een naam voor het instellingenprofiel in te voeren en vervolgens deze instellingen aan uw voorkeuren of rijscenario of voor een specifiek circuit aan te passen:
- Wegliggingsbalans - Versleep de schuifregelaar om de balans van de Model 3 in een bocht aan te passen. De balans wordt aangepast door het koppel te verdelen over de voor- en achteras. Neigt de Model 3 naar onderstuur, dan kunt u een onderstuurconfiguratie met nadruk op de voorwielen kiezen. Is het moeilijk op de auto door een bocht te sturen? Probeer dan een configuratie met nadruk op de achterwielen. U kunt een waarde selecteren tussen -10 (voor meer koppel op de vooras in bochten - gebruikt voor onderstuur) en +10 (voor meer koppel op de achteras in bochten - gebruikt voor overstuur). Wijzigingen van Wegliggingsbalans hebben geen effect op acceleratie in een rechte lijn.
- Stabiliteitshulp - Kies de mate waarin de systemen voor stabiliteitscontrole assisteren om het voertuig onder controle te houden. Stabiliteitshulp past het motorkoppel aan en remt selectief de wielen afzonderlijk om het voertuig stabieler te maken en de bestuurder te helpen om het onder controle te houden.AttentieRijd voorzichtig wanneer u de instellingen van Stabiliteitshulp hebt gewijzigd. Als u de controle over de Model 3 verliest, neemt de interventie van de stabiliteitscontrole af en herstelt het voertuig mogelijk niet zelf de stabiliteit. Wijzig de instellingen alleen wanneer u als bestuurder ervaring hebt met het rijden zonder normale grip.
- Beperkt: Zorgt voor maximale interventie van de stabiliteitscontrole in Track Mode. Stabiliteitscontrole wordt beperkt in vergelijking met de modus voor rijden op de openbare weg.
- Minimaal: Zorgt voor minimale interventie van de stabiliteitscontrole.
- Uit: Ondersteuning bij overstuur wordt volledig uitgeschakeld en Tractie Controle wordt beperkt om wielspin toe te laten.
- Powertrain Endurance - U kunt Track Mode configureren voor een betere temperatuurregeling van het voertuig op lange afstanden door het aandrijfvermogen te reduceren naarmate de rijsnelheid toeneemt. Door reductie van het vermogen wordt de temperatuurregeling verbeterd, waardoor de batterij en motoren minder snel oververhit raken. Verlaging van het vermogen leidt tot langzamere rondetijden, maar levert consistentere prestaties en tijden over meerdere ronden op.OpmerkingPowertrain Endurance voorkomt niet actief dat de batterij en motoren oververhit raken.
- Standaard: Standaard vermogen in Track Mode zonder vermogensbeperking. Hiermee kunt u de snelste eerste rondetijden behalen, maar worden uw prestaties mogelijk sneller thermisch beperkt, waardoor uw rondetijden over meerdere ronden mogelijk inconsistent worden.
- Verhoogd: Geringe reductie van het vermogen naarmate uw rijsnelheid toeneemt. Zorgt voor consistentere prestaties voor meerdere ronden, wat ideaal is voor middelgrote rijafstanden.
- Maximum: Leidt tot langzamere eerste rondetijden, maar zorgt voor consistent vermogen en consistente prestaties over meerdere ronden.
- Regeneratief remmen - Versleep de schuifregelaar om te kiezen hoeveel regeneratief remmen beschikbaar is. U kunt een waarde kiezen tussen 0 en 100%, in stappen van 5%. Tesla raadt de instelling 100% aan, om oververhitting van de remmen te voorkomen.
- Koeling na het rijden - Schakel deze optie in wanneer u wilt dat de koelsystemen de componenten van de auto blijven koelen, ook nadat u bent uitgestapt. Het koelen stopt automatisch wanneer de componenten voldoende zijn afgekoeld of wanneer u de Model 3 uitschakelt en vervolgens weer inschakelt. Koeling na het rijden is handig wanneer u de componenten snel wilt koelen tussen rijsessies. Als Koeling na het rijden is ingesteld op UIT, koelen de componenten uiteindelijk af, maar duurt dit langer.
- Dashcamclips opslaan voor rondes - Schakel deze optie in wanneer u videobeelden en gegevens wilt opslaan op een USB-stick bij het gebruik van de rondetimer. Er moet een USB-stick worden voorbereid en geplaatst, zoals beschreven (zie Vereisten voor USB-stick voor opnemen van video's). De USB-stick moet een map met de naam TeslaTrackMode bevatten. Als deze optie is ingeschakeld, slaat Track Mode een video en de bijbehorende gegevens op voor iedere ronde. Track Mode slaat ook de status van de auto en telemetriegegevens op met informatie over de positie, snelheid, acceleratie, gebruik van het gaspedaal van de auto etc. Vervolgens kunt u de video-opnamen bekijken en de gegevens, die worden opgeslagen als .CSV-bestand op de USB-stick, analyseren om te zien waar u tijd hebt gewonnen of verloren.OpmerkingVoor sommige auto's die na ongeveer 1 november 2021 zijn geproduceerd, ondersteunen de USB-poorten van de middenconsole mogelijk alleen het opladen van apparaten. Gebruik de USB-poort in het dashboardkastje voor alle andere functies.
Met Track Mode kunt u maximaal 20 instellingenprofielen opslaan. Als u een bepaald profiel wilt verwijderen, tikt u op Verwijderen onder in het instellingenscherm.
Gebruik van de rondetimer
Als u Track Mode inschakelt, wordt op de kaart een rondetimer weergegeven. Volg de instructies op het scherm om een speld op de kaart te plaatsen die de start/finish van de ronde aangeeft. Zodra de spelden zijn geplaatst, drukt u op START om de rijsessie (met rondes) te starten. Als u met de Model 3 de start/finish-lijn passeert, begint de rondetimer automatisch met het bijhouden van de rondetijd, waarbij het real-time verschil tussen de huidige en de snelste ronde tot dusver wordt weergegeven. Het circuit wordt op de kaart gemarkeerd met de kleur blauw.
Na iedere ronde geeft de rondetimer de rondetijd weer. Daarnaast worden ook de tijden van vorige rondes en de beste rondetijden van de rijsessie weergegeven.
Als Dashcamclips opslaan voor rondes is ingeschakeld (zie Track Mode aanpassen) en een correct geformatteerde USB-stick is aangesloten op de USB-poort voorin, slaat Track Mode een video van de rijsessie (opgenomen door de camera's aan de voorzijde) op, samen met een .CSV-bestand met gedetaileerde informatie over de ronde.
De status van de auto bewaken
U kunt gemakkelijk de status van de Model 3 bewaken in Track Mode, door de statusweergave op het touchscreen te bekijken. De kleuren geven de status van de verschillende componenten aan, zodat u op basis daarvan beslissingen kunt nemen. De componenten worden groen weergegeven als ze binnen het ideale temperatuurbereik werken. De kleuren veranderen als volgt:
- De batterij wordt blauw weergegeven als deze koud is en rood wanneer deze heet is.
- En rem wordt blauw weergegeven als deze koud is en rood wanneer deze heet is (een vroegtijdige waarschuwing voor oververhitting van de remmen).
- Een motor wordt blauw weergegeven als deze koud is en rood wanneer deze heet is.
- Dynamische bandenspanningswaarden worden weergegeven op het touchscreen. Een band wordt blauw weergegeven wanneer deze te weinig wordt gebruikt en rood wanneer de maximale grip wordt overschreden.
G-meter
In Track Mode wordt een real-time G-meter weergegeven op het touchscreen. De G-meter is een grafische weergave van piekwaarden van zijdelingse krachten, acceleratie en remkrachten in de vorm van een ronde meter. De historie van uw rit wordt aangeduid in het gearceerde gebied. De G-meter wordt na iedere rijsessie teruggezet.