Verlichting

Bediening verlichting

Tik op Bediening > Verlichting op het touchscreen om toegang te krijgen tot de bediening voor alle verlichting, zowel de interieurverlichting als de buitenverlichting.

U kunt ook de richtingaanwijzerhendel naar u toe trekken om een pop-upscherm te openen waarmee u snel de buitenverlichting kunt bedienen. Zo kunt u bijvoorbeeld de koplampen continu in of uitschakelen (waarbij de standaardinstelling Automatisch grootlicht wordt onderdrukt). Met het pop-upscherm voor verlichting kunt u alle instellingen van de buitenverlichting aanpassen, inclusief parkeerlichten, mistlampen (indien aanwezig) etc. De door u gekozen instelling wordt alleen gedurende de huidige rit bewaard.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Als het volledige scherm Bediening voor de verlichting al op het touchscreen wordt weergegeven, wordt het pop-upscherm voor snelbediening niet weergegeven als u de richtingaanwijzerhendel naar u toetrekt.

Naast de verlichting die u via het touchscreen kunt bedienen, heeft de Model 3 voor uw gemak verlichting die automatisch werkt op basis van wat u op dat moment doet. Zo gaan bij beperkt licht de binnenverlichting, contourverlichting, achterlichten en instapverlichting branden wanneer u de Model 3 ontgrendelt, een portier opent en de selectiehendel in stand P (Parkeren) zet. Na ongeveer twee minuten gaat de verlichting weer uit of eerder als u schakelt of de Model 3 vergrendelt. Gebruik deze instellingen om de buitenverlichting en interieurverlichting van uw auto te bedienen:

Koplampen

Telkens wanneer u Model 3 start, wordt de buitenverlichting (koplampen, achterlichten, stadslichten en kentekenplaatverlichting) ingesteld op Auto. Indien ingesteld op Auto, wordt de buitenverlichting automatisch ingeschakeld tijdens het rijden bij onvoldoende daglicht. Ook al schakelt u een andere instelling in, de volgende keer dat u de auto start, wordt altijd de instelling Auto hersteld.

Tik op een van deze opties om de instelling van de buitenverlichting te wijzigen en te behouden totdat deze bij de volgende rit opnieuw wordt gewijzigd:

UIT
De buitenverlichting wordt uitgeschakeld. Tijdens het rijden blijft de dagrijverlichting mogelijk ingeschakeld, afhankelijk van de regels in verschillende landen.
Twee lichtpictogrammen
Parkeerlichten, contourverlichting, achterlichten en kentekenplaatverlichting worden ingeschakeld.
Een zwart koplamppictogram met lichtstralen naar beneden
Dimlicht, contourverlichting, parkeerlichten, achterlichten en kentekenplaatverlichting worden ingeschakeld.
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Model 3 is uitgerust een reeks LED-lampen langs de rand van de koplampen, ook wel "signatuurverlichting" genoemd. Deze lampen gaan automatisch aan wanneer de Model 3 wordt ingeschakeld en naar een rijmodus (vooruit of achteruit) wordt geschakeld.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Let op!
Wanneer de dagrijverlichting is ingeschakeld, zijn de achterlichten uit. Zorg ervoor dat de achterlichten zijn ingeschakeld bij verminderd zicht (bijvoorbeeld bij donker, mist, sneeuw, natte wegen, enz.). Het negeren van deze aanwijzing vergroot de kans op schade of ernstig letsel.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Zorg ervoor dat de koplampen altijd aan zijn onder omstandigheden met beperkt zicht. Als u dit niet doet, kan dit tot botsingen leiden.

Mistlampen

De mistlampen (indien aanwezig) kunnen met een afzonderlijk bedieningselement worden ingeschakeld. Als de mistlampen aan zijn, werken ze altijd wanneer het dimlicht is ingeschakeld. Worden de koplampen uitgezet, dan gaan de mistlichten ook uit.

Leeslampen

Schakel de binnenverlichting (leeslampjes) in of uit. Indien ingesteld op AUTO, gaat de binnenverlichting automatisch aan bij het ontgrendelen van de Model 3, bij het openen van een portier om de auto te verlaten en als de selectiehendel in de stand P (Parkeren) wordt gezet.

Twee knoppen aan beide kanten van de achteruitkijkspiegel

U kunt de binnenverlichting ook handmatig in- en uitschakelen door op de lens te drukken. Als een binnenverlichting met de hand is ingeschakeld, gaat deze automatisch uit als de Model 3 uitgeschakeld wordt. Als de Model 3 al was uitgeschakeld toen u de binnenverlichting handmatig inschakelde, gaat deze uiteindelijk automatisch weer uit.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Om de achtergrondverlichting van de knoppen op het stuur te bedienen, tikt u op Bediening > Verlichting > Stuurverlichting. Als deze instelling is geactiveerd, is deze verlichting ingeschakeld wanneer de koplampen zijn ingeschakeld.

Stuurwiel verlichting

Als u Stuurverlichting inschakelt, worden de pijlen die horen bij de scrolltoetsen bij weinig omgevingslicht verlicht.

Grootlicht

U kunt het grootlicht tijdelijk inschakelen door de richtingaanwijzerhendel naar u toe te trekken. Als u de hendel loslaat, gaat het grootlicht uit.

Om een grootlichtsignaal te geven, trekt u de richtingaanwijzerhendel naar u toe en laat u deze onmiddellijk weer los.

Standaard is Adaptieve koplampen ingeschakeld zodat het grootlicht automatisch wordt aangepast afhankelijk van of de Model 3 een tegenliggend voertuig detecteert.

Versnellingshendel met pijlen die naar u zijn gericht
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
De gekozen instelling wordt bewaard tot u deze handmatig wijzigt.

De volgende controlelampjes zijn zichtbaar op het touchscreen om de status van de koplampen aan te geven:

Een groen koplamppictogram met lichtstralen naar beneden
Het dimlicht is ingeschakeld.
Een blauw koplamppictogram met stralen van horizontaal licht
Het grootlicht is ingeschakeld en Adaptieve koplampen is uitgeschakeld of momenteel niet beschikbaar.
Een blauw koplamppictogram met een A met horizontale lichtstralen
Adaptieve koplampen is ingeschakeld en het grootlicht is ingeschakeld. Model 3 is klaar om het grootlicht uit te schakelen als er licht wordt gedetecteerd.
Een grijs koplamppictogram met een A met horizontale lichtstralen
Adaptieve koplampen is ingeschakeld, maar het grootlicht is niet ingeschakeld omdat er licht vóór de Model 3 wordt gedetecteerd. Wanneer er geen licht meer wordt gedetecteerd, wordt het grootlicht automatisch weer ingeschakeld.

Adaptieve koplampen

Wanneer Adaptieve koplampen is ingeschakeld, wordt de lichtbundel van de koplampen automatisch aangepast voor het beste zicht. Als bijvoorbeeld verkeer de Model 3 nadert en het grootlicht is ingeschakeld, worden afzonderlijke pixels van het grootlicht gedimd om verblinding tegen te gaan.

Op dezelfde wijze worden, wanneer het dimlicht is ingeschakeld terwijl u op de snelweg rijdt, de koplampen aangepast om een groter deel van de weg te verlichten.

De koplampen worden ook aangepast aan naderende bochten om 's avonds het zicht te verbeteren.

Om deze functie te bedienen, tikt u op Bediening > Verlichting > Adaptieve koplampen of gebruikt u het pop-upscherm voor verlichting dat op het touchscreen wordt weergegeven wanneer u de richtingaanwijzerhendel naar u toetrekt.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Adaptieve koplampen wordt automatisch ingeschakeld wanneer Automatisch sturen actief is. Om te schakelen naar dimlicht, duwt u de richtingaanwijzerhendel naar voren en laat u deze los. Adaptieve koplampen wordt telkens opnieuw ingeschakeld wanneer Automatisch sturen is geactiveerd.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Adaptieve koplampen is slechts een comfortfunctie en heeft een aantal beperkingen. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om ervoor te zorgen dat de koplampen altijd correct op de weers- en rijomstandigheden zijn afgestemd.

Koplampen na uitstappen

Als Koplampen na uitstappen is ingeschakeld, blijven de koplampen aan wanneer u stopt en de Model 3 bij weinig licht parkeert. Ze gaan na één minuut of wanneer de Model 3 wordt vergrendeld, automatisch uit. Als deze functie is uitgeschakeld, gaan de koplampen uit zodra u de stand P (Parkeren) kiest en een portier opent.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Als u de Model 3 vergrendelt met de mobiele Tesla-app of sleutelkaart, gaan de koplampen onmiddellijk uit. Als het voertuig echter wordt vergrendeld omdat Portiervergrendeling bij weglopen is ingeschakeld (zie Wegloopvergrendeling), gaan de koplampen automatisch na één minuut uit.

Tik op Bediening > Verlichting > Koplampen na uitstappen om deze functie in te schakelen.

Koplamphoogteverstelling

Om de hoek van de koplampen aan te passen, tikt u op Bediening > Service > Koplampen verstellen:, en volgt u de instructies op het scherm. U kunt de koplamp selecteren die u wilt verstellen door deze te selecteren op het touchscreen.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
De koplampen hoeven niet te worden afgesteld wanneer u tijdelijk rijdt in een regio met tegengestelde rijrichting (bijvoorbeeld wanneer u rijdt in een regio met rechts verkeer en vervolgens in een regio met links verkeer).
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Wees voorzichtig bij het afstellen van de koplampen. Tesla heeft de positie van de koplampen zorgvuldig gekalibreerd voor een optimale positie in de meeste rijscenario's. Tesla raadt aan de koplampen niet af te stellen, tenzij u bekend bent met de manier waarop de koplampen moeten worden afgesteld. Eenmaal aangepast, kunt u ze niet automatisch terugzetten naar hun oorspronkelijk gekalibreerde positie. Neem contact op met Tesla voor assistentie bij het afstellen van de koplampen.

Richtingaanwijzers

De richtingaanwijzers knipperen driemaal of continu, afhankelijk van hoe ver u de hendel omhoog of omlaag beweegt. Duw de richtingaanwijzerhendel lichtjes omhoog of omlaag voor een reeks van drie keer knipperen. Voor een continu signaal duwt u de hendel helemaal omhoog of omlaag.

Versnellingshendel met pijl, lijn, pijl, lijn boven en beneden

De richtingaanwijzers worden uitgeschakeld door het stuurwiel, door de hendel in tegengestelde richting te zetten of door de hendel nogmaals licht in dezelfde richting te duwen.

Als Bediening > Verlichting > Automatische richtingaanwijzers is ingesteld op Automatisch annuleren, worden de richtingaanwijzers automatisch uitgeschakeld wanneer de Model 3 detecteert dat een manoeuvre is voltooid, zoals invoegen, wisselen van rijstrook, en splitsingen van de rijbaan. Als Automatische richtingaanwijzers is ingesteld op Uit, moet u de richtingaanwijzer handmatig annuleren met de richtingaanwijzerhendel.

Groene pijl die naar links wijst
Het controlelampje van de betreffende richtingaanwijzers op het touchscreen gaat knipperen als de richtingaanwijzers zijn ingeschakeld. Model 3 maakt ook een klikkend geluid.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Als Traffic-aware cruise control actief wordt gebruikt, kan het inschakelen van een richtingaanwijzer in specifieke situaties leiden tot het accelereren van de Model 3 (zie Acceleratie bij inhalen).
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Als Automatisch sturen actief wordt gebruikt, kan de Model 3 van rijstrook wisselen wanneer een richtingaanwijzer wordt ingeschakeld (zie Automatisch sturen).

Alarmknipperlichten

Druk op de knop boven de achteruitkijkspiegel om de alarmknipperlichten in te schakelen. Alle richtingaanwijzers knipperen. Druk nogmaals op de knop om de alarmknipperlichten uit te schakelen.

Grijze knop met witte driehoek boven de achteruitkijkspiegel
Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Wanneer u sneller dan 50 km/h rijdt en krachtig remt, worden de alarmknipperlichten ingeschakeld.

Condensvorming in koplampen of achterlichten

Door weersveranderingen, luchtvochtigheid of recente blootstelling aan water (bijvoorbeeld in een wasstraat), kan condensvorming optreden in de koplampen of achterlichten van uw auto. Dit is normaal — naarmate het warmer wordt en de luchtvochtigheid afneemt, verdwijnt de condens meestal vanzelf. Als u merkt dat water zich ophoopt binnen in de buitenlenzen of wanneer condens het zicht van de buitenverlichting aantast, neem dan contact op met Tesla Service.